'4
DE RAIFFEISEN-BODE
Dan beslist het Bestuur of zij de aanvrage al of niet
wenscht toe te staan.
Staat zij het gevraagde voorschot of crediet toe, dan be
hoort de goedkeuring der Centrale Bank te worden aan
gevraagd, onder overlegging van de benoodigde stukken
(waarop we nog nader terugkomen).
Waar credieten en voorschotten aan Vereenigingen enz.
veelal tot hooger bedrag worden verleend dan die aan
particuliere personen, dient het bestuur der Boerenleen
bank ook nog na te gaan of het voorschot of het crediet,
hetwelk het toestaat, het hoogste bedrag, waartoe het
volgens haar huishoudelijk reglement mag gaan (eventueel
met goedkeuring van den Raad van Toezicht) niet over
schrijdt. Is dit het geval, dan dient het Bestuur voor die
posten de goedkeuring te hebben van de algemeene ver
gadering der Bank.
Aard der credietbehoeften.
Wij zullen thans ieder der genoemde groepen nog nader
bezien, teneinde na te gaan van welken aard hun crediet
behoeften kunnen zijn, alsmede wat door de Boerenleen
banken met betrekking tot dergelijke posten behoort te
worden gedaan.
A. vereenigingen (zoowel coöperatieve als andere),
welke direct of indirect werkzaam zijn op landbouwgebied.
Van de direct op landbouwgebied werkzame noemen
wij als voornaamste de volgende
1Landbouw-aankoop vereenigingen.
2. Zuivelfabrieken.
3. Dorschvereenigingen.
4. Fokvereenigingen.
5. Veilingsvereenigingen.
1. Landbouw-aankoopvereenigingen.
Bij deze vereenigingen dient onderscheid te worden ge
maakt tusschen die, welke een eigen bedrijf hebben en
die, welke geen eigen bedrijf hebben. Met de laatste be
doelen we de zoogenaamde ,,bestel"-vereenigingen.
De eerste groep (dus die met een eigen bedrijf) hebben
behoefte aan vast kapitaal en aan bedrijfskapitaal.
Vast kapitaal.
Het vaste kapitaal dient ter financiering van terreinen
en gebouwen, alsmede van de inrichting (machines e.d.).
Als middelen ter financiering van gebouwen en machines
komen allereerst in aanmerking (althans zoo ze er bij de
betrokken vereeniging zijn)
a. aandeelenkapitaal
b. reserves
c. obligatie-leeningen
d. leeningen Grondkapitaalbank.
Zijn deze middelen niet voldoende, dan kan door de
Boerenleenbank ter verdere financiering der vaste goede
ren een voorschot worden verstrekt.
Men gelieve er bij de financiering van vaste goederen
steeds aan te denken, dat in de eerste plaats op deze
vaste goederen jaarlijks voldoende dient te worden afge
schreven en voorts, dat de aflossing op de voor de finan
ciering verstrekte gelden (voor zoover deze geleend zijn)
met de afschrijving verband behoort te houden.
Ter verduidelijking een voorbeeld een aankoopver-
eeniging heeft haar gebouwen en machines te boek staan
voor een bedrag van 50.000,Zij bezit een reserve van
10.000,heeft een leening bij de Grondkapitaalbank
gesloten van 30.000,terwijl de Boerenleenbank nog
een voorschot heeft verstrekt ten bedrage van 10.000,
Met deze drie posten financiert zij dus haar vaste goederen.
Nemen we nu aan, dat op die vaste goederen jaarlijks
3600,wordt afgeschreven. Wil de vereeniging haar
financiëele positie nu gezond houden, dan dient zij deze
3600,jaarlijks af te lossen op de ter financiering van
de vaste goederen geleende gelden. Hiertoe behoort de
reserve niet deze behoort tot het eigen kapitaal van de
vereeniging en daarop behoeft vanzelfsprekend niet te
worden afgelost.
Het ter aflossing beschikbare bedrag van 3600,kan
nu worden verdeeld over de leening van de Grondkapi
taalbank en het voorschot, zoodat op de eerste b.v. wordt
afgelost 2700,en op de laaste 900,
We zeiden het ter aflossing beschikbare bedrag. Wel
licht dient dit nog iets nader te worden toegelicht.
De Aankoopvereeniging behoort in haar verkoopsprijs
ook de noodige afschrijvingen te verwerken. Ontvangt zij
nu de opbrengst van haar producten, dan krijgt zij in die
opbrengst ook het bedrag der afschrijving terug, evengoed
als zij in die opbrengst ook terugontvangt den inkoopsprijs
(of kostprijs) der prodcuten, de gemaakte onkosten, als
mede haar winst. Het bedrag van den inkoopsprijs heeft
zij noodig om weer nieuwe goederen in te slaan, dat der
onkosten om weer nieuwe onkosten te betalen. Het be
drag der afschrijvingen echter heeft zij niet direct noodig
en kan dit derhalve besteden voor aflossing op haar
schulden, gedachtig aan het gezegde wie zijn schulden
betaalt, verarmt niet.
De te eischen aflossing behoort in geen geval lager ge
steld te worden dan de noodzakelijke jaarlijksche afschrij
ving op de vaste goederen bedraagt.
Rente en afschrijving behooren uit de jaarlijksche be
drijfsresultaten te kunnen worden bestreden, terwijl dan
nog voldoende winst ter reserveering dient over te blijven.
Onjuist is het ook om de afschrijving afhankelijk te stel
len van de behaalde bedrijfsresultaten. De op de gebouwen
en machines te verrichten noodzakelijke afschrijvingen
behooren te geschieden onafhankelijk van het bedrijfs
resultaat.
Het beheer, door het bestuur eener Aankoopvereeniging
te voeren, moet er voortdurend op gericht zijn om de
Vereeniging inwendig zoo sterk en gezond mogelijk te
maken.
Alleen een financieel gezonde en sterke Vereeniging
zal voortdurend de belangen van de leden naar behooren
kunnen behartigen.
Bedrijfskapitaal.
Het bedrijfskapitaal eener landbouw-aankoopvereeni-
ging dient voor de financiering van handelsvoorraden,
debiteuren, loopende exploitatie-kosten, kasgeld, enz.
De grootte van het benoodigde bedrijfscrediet hangt af
van den omzet der Vereeniging, als ook van de vraag, hoe
veel eigen kapitaal of vreemd kapitaal op lange termijn de
Vereeniging nog beschikbaar heeft (na de financiering der
vaste goederen).
Bij de bepaling van de grootte van het bedrijfskapitaal
dient men er op te letten, dat de voorraden der Vereeni
ging niet te groot te zijn. Vanzelfsprekend zullen deze
voorraden op bepaalde tijdstippen van het jaar belangrijk
grooter zijn dan op andere tijdstippen, (en hiervoor zal
tijdelijk extra-crediet benoodigd kunnen zijn) doch aan de
hand van den omzet is toch wel ongeveer aan te geven,
welke de gemiddelde voorraad voor de Vereeniging mag
en kan zijn.
Een andere, en wel een zeer belangrijke, factor bij de
bepaling van de grootte van het bedrijfscrediet is de post
debiteuren.
Iedere Vereeniging heeft haar eigen betalingscondities
voor haar afnemers. Als regel dient men aan te nemen, dat
de aan afnemers toegestane betalingstermijn één maand
bedraagt. Een langere betalingstermijn zal in het algemeen
zijn af te keuren.