ALGEMEENE VERGADERING GRONDKAPITAALBANK.
HERDENKING VAN DEN 50-JARIGEN
STERFDAG VAN RAIFFEISEN.
DE RAIFFEISEN-BODE
3
Notulen van de Algemeene Vergadering van de Coöpe
ratieve Grondkapitaalbank voor den Landbouw U.A., ge
vestigd te Utrecht, gehouden te Utrecht op Donderdag
23 Juni 1938, des namiddags om half drie, ten kantore van
de Centrale Bank, Kromme Nieuwe Gracht 29 te Utrecht.
1. Opening. De Voorzitter van den Raad van Toezicht,
Voorzitter van deze Vergadering, richt een bijzonder
woord van welkom tot de enkele afgevaardigden, die de
moeite hebben genomen om met het Bestuur en den Raad
van Toezicht de voorgestelde statutenwijziging tot stand
te brengen.
2. De notulen der Algemeene Vergadering van 7 Juni
1938 worden voorgelezen en onveranderd goedgekeurd.
3. Voorstel tot statutenwijziging.
De Voorzitter brengt in herinnering, dat in de
vorige vergadering, waarin reeds het voorstel tot statuten
wijziging werd gedaan, niet het vereischte aantal leden
tegenwoordig of vertegenwoordigd was om een besluit
te kunnen nemen dat daarom deze tweede vergadering is
uitgeschreven, welke ongeacht het aantal tegenwoordige
of vertegenwoordigde leden bevoegd is een rechtsgeldig
besluit te nemen. Daarna licht de Voorzitter het voorstel
nog eens toe en leest het voorstel voor, luidende
ad art. 14 lid 1
„Elk lid is verplicht, behoudens de gevallen bedoeld bij
artikel 44, terstond bij het einde van zijn lidmaatschap
de door hem genomen aandeelbewijzen terug te
geven".
ad art. 44 lid 2
„Deze aandeelen zullen tijdens het bestaan der Grond
kapitaalbank in het bezit moeten blijven van de in
stellingen, bedoeld in artikel 5 lid 1 en lid 2 sub 3, ook
nadat deze instellingen het lidmaatschap mochten heb-
hen verloren. Ondanks verlies van het lidmaatschap
blijft op deze instellingen de stortingsplicht, bedoeld
bij artikel 14 lid 1, rusten".
Nadat de Voorzitter op een vraag heeft geantwoord,
dat de gestorte bedragen worden terugbetaald op de aan
deelen, welke de leden moeten teruggeven, vraagt de
Voorzitter of iemand stemming verlangt.
Daar niemand stemming vraagt meent de Voorzitter te
mogen aannemen, dat de wijziging overeenkomstig het
voorstel met algemeene stemmen is aangenomen.
4 en 5. Daar niemand van de aanwezigen bij de rond
vraag het woord verlangt, sluit de Voorzitter de vergade
ring onder dankzegging voor de verleende medewerking.
In Maart j.1. was het 50 jaar geleden, dat Raiffeisen te
Neuwied aan den Rijn overleed. Ter herdenking van dit
feit heeft het „Reichsverband der deutschen landwirt-
schaftslichen Genossenschaften-Raiffeisen" een fraai uit
gevoerd gedenkboek uitgegeven, waarin o.m. een beschrij
ving wordt gegeven van het leven van Raiffeisen en van
de ontwikkeling der Raiffeisen-beweging in Duitschland
en elders. Voorts heeft genoemd Reichsverband op 10 en
11 Juni j.1. een herdenkingsbijeenkomst te Neuwied ge
houden. Gezien het feit, dat ook wij, onze Centrale en
haar Boerenleenbanken, afstammelingen van de ideeën
van Raiffeisen zijn, meende ons bestuur verplicht te zijn
onze Directeuren naar die bijeenkomst af te vaardigen.
Ook andere buitenlandsche afgevaardigden waren daar
tegenwoordig.
Hetgeen ons bij deze bijeenkomst het meest getroffen
heeft was de rede van den voorman der Zwitsersche boeren,
den bekenden professor Laur, die een uitnemende en met
veel applaus ontvangen toespraak heeft, gehouden, welke
de aandacht van onze lezers waard is en die wij dus hier
in vertaling doen volgen:
Mijnheer de Rijksminister,
Mijnheer de Voorzitter,
Hooggeachte feestvergadering.
In opdracht van het Internationale Landbouwcomité
breng ik U de groeten over van de plattelandsbevolking
van alle landen, waar het werk van Raiffeisen wortel heeft
geschoten.
Ons comité, dat de centrale organisatie is van alle land-
bouwvereenigingen der wereld, wil een grooten Duitscher
Friedrich Wilhelm Raiffeisen eeren, wiens leven en wer
ken voor de heele menschheid een zegen zijn geweest.
Overal waar de zelfstandige plattelander, in het bijzonder
de boeren en ambachtslieden, zich op den grondsiag van
coöperatieve samenwerking met als doel wederzijdsche
crediethulp aaneen hebben gesloten, zijn de door Raif
feisen opgestelde en toegepaste grondregels richting
gevend geweest. Meer in het bijzonder het landbouw-
credietwezen is nergens sterker en hooger tot ontwikkeling
gekomen dan in die landen, waar de ideeën van Raiffeisen
den grondslag der organisatie zijn blijven vormen.
Millioenen boeren van alle taalgroepen der aarde ken
nen den naam van den man, wiens vijftigsten sterfdag wij
heden herdenken. Millioenen boeren herdenken heden
met ons den grooten filantroop en zijn werk.
Millioenen boeren hebben de zegenrijke werking onder
vonden van het coöperatief georganiseerde landbouw-
credietwezen en de eng daarmede verbonden vereenigin-
gen voor aan- en verkoop en verderverwerking.
Wanneer ik heden tegenover Friedrich Wilhelm Raif
feisen de vereering en den dank van de agrarische be
volking verkondig, dan ben ik overtuigd, dat ik het ge
voelen weergeef van millioenen boeren uit alle wereld-
deelen.
De gedachte aan onderlinge hulp in het credietverkeer
is in Duitschland ontstaan en zij is verbreid geworden
door de aangrenzende landen van Europa zonder onder-