HET 15 VAN BELANG
2
DE RAIFFEISEN-BODE
dat men van elke wijziging in
Bestuur of Raad van Toezicht
terstond mededeeling doet aan
de Centrale Bank.
Rechtspersoonlijkheid.
Vanzelfsprekend zal bij het aanvragen van voorschot of
crediet door deze vereenigingen in de eerste plaats dienen
te worden nagegaan of de betrokken vereeniging rechts
persoonlijkheid bezit. Bestaat ten aanzien hiervan twijfel,
dan wende men zich tot de Centrale Bank.
Zekerheid.
Met betrekking tot de te stellen zekerheid vermeldt
art. 38 sub. 1 van de statuten der Boerenleenbanken het
volgende
„Bij het toestaan van voorschotten, van credieten in
loopende rekening en van garantie's, moet altijd, zon
der uitzondering, de terugbetaling verzekerd zijn door
het stellen van persoonlijke of zakelijke, door het be
stuur goedgekeurde zekerheid, terwijl onder persoon
lijke zekerheid medegerekend kan worden de onbe
perkte aansprakelijkheid der leden eener coöperatieve
vereeniging, welker statuten door de Centrale Bank
zijn goedgekeurd en op welker beheer en administratie
naar het oordeel dezer Bank voldoende deskundige
controle wordt uitgeoefend."
Heeft men dus niet te doen met een coöperatieve ver
eeniging, als omschreven in de tweede helft van bovenaan
gehaald artikel der statuten, dan kunnen voorschotten en
credieten alleen worden verstrekt, indien voldoende zeker
heid wordt gesteld, hetzij persoonlijke (borgen) of zake
lijke (effecten, hypotheek, enz.).
Controle.
In het hierboven weergegeven art. 38 van de statuten
der Boerenleenbanken wordt verder gesproken van des
kundige controle op het beheer en de administratie der
vereenigingen.
Het aan het oordeel van de Centrale Bank onderwerpen
van de voorschot- en credietverleening aan vereenigingen
dateert van 1925. Bij de algemeene statutenwijziging,
welke toen (in verband met het in werking treden van de
nieuwe Wet op de Coöperatieve Vereenigingen) tot stand
kwam, werd niet alleen de zooeven genoemde voorschot
en credietverleening onderworpen aan het oordeel der
Centrale Bank, doch werd bovendien deskundige controle
verlangd.
Sedert is er herhaaldelijk bij de Boerenleenbanken op
aangedrongen om van de vereenigingen, welke voorschot
ten en credieten van de Banken genieten, te verlangen, dat
zij hun beheer en hun administratie onder deskundige
controle stelden.
Deze aandrang heeft succes gehad in 1936 kon worden
geconstateerd, dat bedoelde controle bij 70 a 80 °/o der
aangesloten coöperatieve vereenigingen werd toegepast.
Teneinde nu de nog van deskundige controle afzijdig
staande vereenigingen tot die controle te verplichten, en
bovendien de controle, zooals deze reeds werd uitge
oefend, nog verder te perfectionneeren, werd door het be
stuur der Centrale Bank in 1936 het volgende voorschrift
aan de Algemeene Vergadering voorgesteld
I. Ten aanzien van de verleening van of de bestendi
ging van credieten en voorschotten (waaronder begrepen
garantie's) aan Coöperatieve Vereenigingen en aan die
Vereenigingen, welke naar het oordeel der Centrale Bank
daarvoor in aanmerking komen, worden aan de Boeren
leenbanken (inclusief Boerenleenbanken-Handelsvereeni-
gingen) de volgende voorschriften gegeven
1. voor verleening van credieten of voorschotten
(garantie's) is steeds de toestemming van de Centrale
Bank vereischt
2. voor bestendiging van verleende credieten of
voorschotten (garantie's) moet de goedkeuring aan de
Centrale Bank worden verzocht indien geen goed
keuring wordt verleend, moet opzegging daarvan
plaats vinden
3. op het beheer en de administratie dier vereenigingen
moet, ter beoordeeling van de Centrale Bank, vol
doende deskundige controle worden uitgeoefend
4. balansen, winst- en verliesrekeningen en rapporten
der gehouden controle moeten regelmatig aan de Cen
trale Bank worden overgelegd
5. de Banken moeten bedingen, dat elke statutenwijziging
der voormelde vereenigingen de goedkeuring der Cen
trale Bank vereischt voor de bestendiging van het
crediet, het voorschot of de garantie.
Bij niet-opvolging van een dezer voorschriften zullen de
'betrokken Banken verplicht zijn het crediet, het voor
schot of de garantie met den kortst mogelijken termijn op
te zeggen.
II. Ten aanzien van Banken, welke uitsluitend ver
eenigingen als lid hebben, zullen nadere regelingen wor
den getroffen.
Bedoeld voorschrift werd door de Algemeen Vergade
ring zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd en was
daarmede derhalve van kracht geworden.
Bij de behandeling van aanvragen om voorschot en
crediet door vereenigingen hebben de Boerenleenbanken
met de bovenomschreven voorwaarden dus terdege reke
ning te houden.
Hierbij zij opgemerkt, dat, hoewel deze voorwaarden
betrekking hebben op vereenigingen in het algemeen,
daarbij in de allereerste plaats het oog gevestigd dient te
worden op die vereenigingen, welke direct of indirect op
landbouwgebied werkzaam zijn. Dus op die vereenigingen,
welke hiervoor werden samengevat in groep A.
Deze deskundige controle dient zooveel mogelijk te ge
schieden door provinciale en andere controle-instituten,
in het leven geroepen door landbouwmaatschappijen,
bonden van zuivelfabrieken, bonden van aankoopvereeni-
gingen, het Centraal Bureau van de Veilingen in Neder
land, enz.
Het voorop stellen van de bedoelde controle-instituten
geschiedt in de eerste plaats om organisatorische redenen.
Bovendien zijn dergelijke instituten, die b.v. alle aan
gesloten landbouwvereenigingen, zuivelfabrieken of vei
lingen controleeren, in staat om de verschillende vereeni
gingen met elkaar te vergelijken en rekening te houden met
bepaalde plaatselijke- en streekomstandigheden.
En tenslotte (en dit is zeker niet het minst belangrijke)
kunnen zij door hun ervaring de vereenigingen ook van
dienst zijn met voorlichting ten aanzien van hun bedrijf.
Doordat de Centrale Bank met de verschillende
controle-instituten regelmatig besprekingen houdt, kun
nen ervaringen worden uitgewisseld en bepaalde moei
lijkheden onder het oog worden gezien en zoo mogelijk
opgelost.
Dit alles drijft ons er toe om steeds weer bij de ver
eenigingen, welke daartoe niet overgingen, aan te dringen
op aansluiting bij de bovengenoemde controle-instituten.