DE RAIFFEISEN-BODE. 77 Centrale te Utrecht coöperatieve vereenigingen en bij de Centrale te Eindhoven vereenigingen volgens de wet van 1855, welke beide categorieën echter ten opzichte van haar individueele leden de onbeperkte aansprakelijkheid kennen. Naast deze beide Centrales is later een derde Centrale opgericht te Alkmaar, waar het systeem werd ingevoerd van de onbeperkte aansprakelijkheid der locale banken voor de verplichtingen van haar Centrale. Door haar geringen omvang toonde deze Centrale geen levensvatbaarheid, ter wijl bij liquidatie bleek, dat de aangesloten boerenleen banken een vrij groot bedrag in het liquidatie-tekort moesten bijdragen. Controlesysteem. Het systeem der onbeperkte aansprakelijkheid heeft men te Utrecht en te Eindhoven nimmer gekend 3), aangezien een dergelijk stelsel onjuist wordt geacht, omdat het niet aangaat de locale banken onbeperkte aansprakelijk te stellen voor de gevolgen van het beheer, dat de Centrale voert. Niettemin dient te worden vermeld, dat de beperkte aan sprakelijkheid der banken, aangesloten bij de Centrale te Utrecht, op grond van de geplaatste aandeelen waarover aan het slot dezer beschouwing meer een waarborg be teekent van ongeveer 14 millioen. De huidige reserves dezer Centrale bedragen ca 4% miloen, terwijl ter opvan ging van crisis-verliezen bij de locale banken welker reserves de 20 millioen overschrijden een fonds is bijeengebracht van ca. f 2 millioen. De huidige reserves der Centrale van Eindhoven bedragen ca. 6.2 millioen, die harer aangesloten locale banken ca. 9 millioen. Daarnaast hebben de aangesloten locale banken van de Centrale van Eindhoven voor de verplichtingen dezer Centrale een aansprakelijkheid op zich genomen tot een be drag van 5.320.000. Overigens dient in het oog te worden gehouden, dat de Centrales geen lichamen zijn, die naast de locale boeren leenbanken staan en deze laatste als het ware van boven af leiden. De ontwikkeling is n.1. niet deze geweest, dat er eerst Centrales hebben bestaan en dat deze locale boerenleen banken hebben opgericht, want in werkelijkheid hebben er juist andersom eerst locale banken bestaan, die de behoefte zijn gaan gevoelen aan een centrale organisatie, wat geleid heeft tot de oprichting der beide Centrales. Inderdaad oefenen deze Centrales geregeld controle uit op administratie, beheer en liquiditeit der aangesloten locale boerenleenbanken en in zekere mate op de soliditeit harer debiteuren, maar in wezen blijft dit een „zelfcontrole" van het boerenleenbankbedrijf. (Deposito's en debetsaldi Het bestaande systeem is deugdelijk gebleken, want het boerenleenbankbedrijf is de crisis goed door gekomen. Dit is te danken aan het feit, dat over het algemeen een voor zichtig beheer is gevoerd; de beperkte locale kring maakt het voorts ook gemakkelijker voor elke bank de soliditeits- verhoudingen te overzien. De financieele positie der beide Centrales mag, zooals uit de bovengenoemde cijfers reeds zal zijn gebleken, krachtig worden genoemd. Aansprakelijkheid. Wat de aansprakelijkheid der locale banken betreft, zij ten slotte nog gewezen op de bijzondere regeling, die hier voor bij de Centrale te Utrecht bestaat. De aandeelen dezer Centrale zijn 500 groot, waarop 50 is gestort; daaren boven rust op ieder aandeel een aansprakelijkheid van f 2000. Iedere locale bank, die zich bij de Centrale aansluit, is verplicht één aandeel te nemen; dit zijn de z.g. „eerste aandeelen". Aan iedere locale bank die één aandeel ge nomen heeft, kan op voorwaarde, dat zij natuurlijk crediet- waardig geacht wordt, een crediet van 10.000 worden verleend. Wenscht de locale bank een hooger crediet, dan is zij verplicht een tweede aandeel te nemen; op deze „tweede aandeelen" behoeft slechts 2 gestort te worden. Voor elke verdere 10.000, die een zelfde locale bank aan crediet aanvraagt en ontvangt, is zij verplicht weer een nieuwe „derde", „vierde" enz. aandeel te nemen, waarop telkens 2 moet worden gestort 4). Deze aandeelen kunnen niet worden teruggegeven wan neer het crediet wordt afgelost; wel is overdracht der aan deelen aan een andere locale boerenleenbank mogelijk. Vanzelfsprekend zal niet omgekeerd uit het feit, dat een locale bank b.v. tien aandeelen der Centrale bezit, mogen worden afgeleid, dat zij nu voortaan steeds een crediet van 100 000 zal kunnen eischen; indien men uit het genoemde feit iets zal willen concludeeren mag het alleen dit zijn, dat de locale bank eens een crediet ter hoogte van 100.000 gehad heeft. Ook bij de Centrale Bank van Eindhoven bestaat een dergelijke regeling, met dien verstande, dat elke locale bank minstens drie aandeelen van 1000 ieder neemt, waarop 10 te storten. Voor elk crediet van 20 000 moet een extra-aandeel van f 1000, waarop eveneens 10 te storten, worden genomen. Aan het nemen van elk aandeel is boven dien een extra aansprakelijkheid van 1000 boven het nominaal bedrag verbonden. (Nadruk verboden), in rek.-courant in mill. gld.) Debetsaldi der boe- Aangesl. banken renleenb. in rek.-crt. Provincie Utrecht Eindhoven Deposito's bij Centrales te Drente 55 8 Eind Utrecht Eindhoven Utrecht Eindhoven Friesland 103 7 1926 49.4 47.6 8.3 4.5 Gelderland 104 72 1927 62.5 51.6 6.0 4.3 Groningen 70 1928 78.3 58.8 3.9 3.2 Limburg 1 155 1929 72.5 63.3 5.8 4.5 N.-Brabant 18 202 1930 82.8 66.1 7.9 5.2 N.-Holland 119 28 1931 59.5 60.8 10.7 6.0 Overijsel 46 44 1932 49.6 53.0 13.6 8.2 Utrecht 40 8 1933 64.0 54.2 10.9 7.2 Zeeland 58 11 1934 85.7 58.7 6.8 5.3 Z.-Holland 115 31 1935 73.8 59.3 6.3 4.9 1936 83.2 61.5 4.3 4.2 Totaal 729 566 Overgenomen uit ,,De Telegraaf", Avondblad van 19 Maart j.1. Het artikel geeft een helder en juist beeld van het rente-vraagstuk, waarvoor wij ons tegenwoordig gesteld zien, en van de werkwijze der Centrale Banken in het algemeen, zoodat wij meenen goed er mede te doen onze lezers in de gelegenheid te stellen ervan kennis te nemen. 2) „Hot money' (Eng.) letterlijk heet geld. De uitdrukking wordt gebezigd voor gelden, die gemakkelijk heen en weer trekken en waaraan de banken zich dus makkelijk kunnen „branden" (n.1. door de gelden op minder liquide wijze te beleggen). 3) Dit is niet geheel juist. Van 1898 tot 1904 bestond bij onze Centrale de onbeperkte aansprakelijkheid. 4) Wat hier over het nemen der aandeelen wordt gezegd, is niet geheel nauwkeurig. Bij onze Centrale is het nemen van verdere aan deelen verplicht naarmate men gebuik maakt van crediet de verleening van crediet op zichzelf doet de verplichting nog niet ontstaan.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1938 | | pagina 5