ONS BOERENLEENBANKBEDRIJF EN DE
RENTEDALING 1).
DE RAIFFEISEN-BODE.
Een credietoverschrijding, die men niet altijd kan ver
hinderen, is de overschrijding ten gevolge van rente
bijschrijving. De credietnemer moet het bedrag der over
schrijding uit den aard der zaak ten spoedigste aanzuiveren.
Blijft hij hiermede in gebreke, dan spreke men de borgen
aan of make men gebruik van andere gestelde zekerheid.
Het aanspreken van de borgen voor credietoverschrijding,
ontstaan door rente-bijschrijving, is niet onbeperkt mogelijk.
Volgens onze tegenwoordige credietformulieren zijn de
borgen aansprakelijk voor de laatste twee jaar en de
loopende jaarrente (boven het maximum van het crediet).
maar er zijn nog vele ander formulieren van kracht, terwijl
de aansprakelijkheid der borgen minder ver gaat. In ver
schillende gevallen zijn de borgen zelfs in het geheel niet
aansprakelijk voor rente boven het maximum; namelijk in
die gevallen, waarin zij alleen hebben geteekend „goed voor
het bedrag van het crediet", zonder „met rente en kosten".
Hebben zij ook voor de rente goed geschreven, dan strekt
hun aansprakelijkheid boven het maximum bij de oudere
formulieren (waarin niet voorkomt de bepaling over de twee
jaar en het loopende jaar) zich niet verder uit dan de rente
over het loopende jaar (immers de rente over vroegere jaren
is in het kapitaal opgenomen).
Overlijden van den voorschot- of credietnemer
of van den borg.
Bij overlijden van den schuldenaar van een voorschot
onder borgstelling moet het voorschot beëindigd worden.
Uitzonderingen op deze regel kunnen slechts in zeldzame
gevallen, in overleg met het Juridisch Bureau, worden
toegelaten.
Bij overlijden van den schuldenaar van een hypothekair
voorschot kan dit blijven doorloopen, indien de overwaarde
voldoende is, en mits er geen bijzondere omstandigheden
zijn, die beëindiging gewenscht maken. Als zulk een om
standigheid beschouwen wij b.v., dat de erfgenamen, die
voor het lidmaatschap in aanmerking komen, weigeren lid
te worden of dat zij niet allen bereikbaar zijn.
Bij overlijden van een credietnemer moet het crediet
worden stopgezet en een eventueel debetsaldo worden
ingevorderd.
Wat men bij overlijden van een borg moet doen, is reeds
vroeger behandeld (zie Raiffeisen-Bode Juli 1937).
Moeilijkheden met den schuldenaar.
Wanneer een voorschotnemer niet in staat is tot betaling
der verplichte aflossing, kan overwogen worden hem, indien
hij dit verzoekt, uitstel te verleenen. Dit moet worden ge
notuleerd. Zie over de wenschelijkheid om de borgen op de
hoogte te houden en over de verschillende uitstelformulieren
de Raiffeisen-Bode van Juni 1937.
Wanneer een schuldenaar failliet gaat, moet da vordering
der Bank bij den curator worden ingediend, behalve wanneer
zij gedekt is door pand of eerste hypotheek. Het is over
het algemeen gewenscht om de indiening op te dragen aan
het Juridisch Bureau. Natuurlijk zal de post afgewikkeld
moeten worden.
Het is ondoenlijk om alle moeilijkheden, die zich met een
schuldenaar kunnen voordoen, te beschrijven, en daarom
laten wij het hierbij. Alleen deze opmerking doet zich een
moeilijkheid voor, die men zelf niet kan of liever niet wil
oplossen, dan is het Juridisch Bureau steeds gaarne bereid
om bijstand te verleenen.
Teruggave van schuldbekentenis of credietakte
Het komt nogal eens voor, dat een schuldenaar of borg
na algeheele aflossing de akte of de hierop voorkomende
handteekeningen terug wil hebben.
Recht hebben zij hierop niet. De akte is, naar in de meeste
formulieren uitdrukkelijk wordt vermeld, het eigendom der
Bank. Zij behoort te blijven berusten in haar archief. En in
onze nieuwe formulieren staat ook een bepaling, die den
schuldenaar en borgen gerust kan stellen, dat hun hand
teekeningen niet misbruikt zullen worden na algeheele
aflossing zal de Bank deze op de akte aanteekenen, èn
schuldenaar èn borgen kunnen zich ervan overtuigen, dat
deze aanteekening is gesteld.
Moet men echter, wanneer schuldenaar of borg op terug
gave der akte of der handteekening zeer veel prijs blijken
te stellen, de teruggave toch in ieder geval weigeren? Eenige
soepelheid kan hier o.i. wel worden betracht. Het bezit van
de oude akte s is voor de Bank niet van zoodanige waarde,
dat men moet weigeren om schuldenaar en borgen een groot
genoegen te doen. Er is dan geen bezwaar tegen om hun
tegen ontvangstbewijs (ongezegeld) de akte of de hand
teekeningen af te staan.
Aanpassing aan laag interestpeil. Maatregelen der beide Centrale
Boerenleenbanken tot afweer van „hot money". 2) Middelen toonen
een sterke stijging.
Het rentedalingsproces, dat zich in ons land sedert de
depreciatie van den gulden bijna onafgebroken heeft vol
trokken, is een verschijnsel, dat in alle geledingen van de
kapitaalmarkt valt te bespeuren, want dezen daling van
den algemeenen rentevoet maakt voor geen enkelen be
legger een uitzondering. Zij treft zoowel de groep der
kleine, individueele spaarders als de categorie der groote
beleggers, zooals levensverzekeringmaatschappijen, spaar
banken, pensioen- en andere fondsen e.d. Onvermijdelijk
moest zij ook haar consequenties hebben voor het, naar
buiten toe eigenlijk te weinig de aandacht trekkende, doch
daarom niet minder belangrijke, bedrijf der boerenleen
banken.
Want ook deze instellingen, die zich op haar speciale
terrein t.w. het landbouwcrediet evenals de algemeene
banken bezighouden met het a deposito nemen en uitleenen
van gelden, kunnen geen geïsoleerde bedrijfspolitiek
voeren, doch moeten deze laatste aanpassen aan de alge
meene verhoudingen op de kapitaalmarkt. Met name
hebben zij zorg te dragen voor het evenwicht tusschen de
rente-inkomsten uit haar beleggingen en uitzettingen eener-
zijds en de rentevergoedingen, die zij over haar deposito's
en rekening-courant-creditsaldi betalen anderzijds.
Dit probleem, dat zich in het klein bij elk der rond
dertienhonderd boerenleenbanken voordoet, die in ons
land haar bedrijf uitoefenen, manifesteert zich in zijn