HET LANDBOUWCREDIET IN POLEN. DE RAIFFEISEN-BODE. Het was onder deze omstandigheden, dat de Poolsche landbouw, geruïneerd door den wereldoorlog en door den strijd, die Polen tot 1920 moest voeren, genoodzaakt werd zich opnieuw te reconstrueeren. 7 o Uit het rapport van den Heer Sigismond Nadratowski te Warschau, uitgebracht aan het Internationale Landbouwcongres 1937. De organisatie van het landbouwcrediet berust in Polen op het beginsel van samenwerking en coöperatie. Crediet aan den landbouw wordt verleend door le. Particuliere instellingen: voor credieten op langen ter mijn. (Grondcrediet- of hypotheekbanken.) 2e. Staatsinstellingen voor credieten op langen en kor ten termijn. 3e. Coöperatieve instellingen, particuliere banken en de gemeentelijke spaarbanken. Deze instellingen werken min of meer in eigen omgeving en verstrekken crediet, steunende op speciale Centrale Credietinstellingen, welke voor de credieten op korten termijn disconto-faciliteiten hebben bij de Nationale Poolsche Bank. Het rapport geeft dan een indeeling van de credieten op korten en middelbaren termijn naar de doeleinden aankoop van kunstmest financieren van den export verbeteringscrediet en investeeringscrediet voor uitbrei ding en verbetering der bedrijven. Wij maken nog kennis met een bijzonder crediet n.1. dat ten doel heeft tegemoet te komen bij natuurrampen, b.v. overstroomingen, langdurige droogte enz. Dit crediet wordt tegen speciale condities verstrekt. De credieten op langen termijn dienen tot 't koopen van land, hulpverleening bij boedelscheidingen en het aflos sen van drukkende lasten. Dit crediet wordt voornamelijk verstrekt door particuliere instellingen. Ook de Staats- landbouwbank verstrekt crediet op langen termijn, maar niet in die mate als de particuliere instellingen. Het rapport geeft vervolgens een interessante schets van den toestand van den landbouw en het landbouw crediet na den oorlog en gedurende de crisisjaren. Het landbouwcrediet, dat tot 1914 goed gefunctionneerd had, stortte gedurende de oorlogsjaren in. De inflatie van de munt, die in Polen evenals in meerdere landen in de eerste na-oorlogsjaren plaats had, bleek een onherstelbare ramp. Het vertrouwen in de munt ging ver loren, het crediet werd daardoor van zijn fundament be roofd. De woeker bloeide de rente steeg tot 2 a 3 °/o per maand. Onder deze omstandigheden bleek het niet mogelijk het landbouwcrediet wederom op te bouwen, hoewel de land bouw daaraan toch de grootste behoefte had. De stabilisatie van de Zloty in 1924 was niet in staat aan dezen toestand een einde te maken. Het crediet op langen termijn leed er vooral onder de kleine spaarders, die vóór den oorlog gaarne hun geld staken in pandbrieven, waren van de kapitaalmarkt verdwenen en het plaatsen van pandbrieven in het buitenland gaf zeer povere resul taten. Het crediet op langen termijn kostte in dien tijd 8 a 10 per jaar (Gelukkig Nederland, dat dergelijke rentetypes nooit heeft gekend De schuld van den landbouw was zeer snel gestegen en het gevaar van totale ineenstorting werd acuut. Geluk kig hielp d goede conjunctuur der jaren 1927 en 1928 mede om dit gevaar te bezweren; er kwam weer eenige opleving in den landbouw. Deze periode was echter van te korten duur de wereldcrisis trad in en daarmede een nieuw ge vaar voor het geheele economische leven van Polen, waar van de landbouw een zeer belangrijke factor is. De prijzen der producten daalden ook daar tot beneden den kostprijs van vermindering van lasten was daaren tegen geen sprake. De landbouwers waren daardoor niet meer in staat hunne verplichtingen van aflossingen en zelfs van rente betalingen na te komen. De Staat zag zich ook daar verplicht maatregelen te nemen om de ontwrichting van den landbouw te voorko men en niet alleen de debiteuren maar ook de crediteuren werden gesteund. Nadat in 1932 reeds enkele maatregelen waren getrof fen, welke niet de gewenschte resultaten hadden opge leverd en de moeilijkheden, welke de betaling van land- bouwschulden opleverde, nog toenamen, ging de Regeering in 1934 tot meerdere activiteit over. Bij decreet van 24 October 1934 werd een regeling ge troffen betreffende de schulden. De principes van deze verordening waren de volgende 1. Opschorting van de terugbetaling der kapitalen voor een tijd van 2 tot 6 jaar. 2. Vermindering der rente tot 3, 4y2, 6y2 per jaar, naar gelang van het karakter der schuld. 3. Verlenging der aflossingstermijnen der landbouwcre- dieten op langen termijn tot 60 jaar 4. Verlenging tot 14 jaar der verstreken termijnen van credieten op korten of langen termijn, met de moge lijkheid ze om te zetten in aflosbare credieten op langen termijn. 5. Conversie van het crediet op korten termijn in een crediet met een looptijd van 14 jaar met de hulp van een „Acceptenbank", speciaal voor dit doel opge richt. Deze bank bekrachtigt de overeenkomst tus- schen debiteur en crediteur bevestigt aan dezen laatste zijn acceptatie. Dit accept levert de crediteur in bij de Poolsche Bank tegen intrekking van de gedisconteerde wissels. De achterstand aan belastingen en andere betalingen aan Rijk en andere openbare lichamen werden gedeelte lijk kwijtgescholden, onder voorwaarde, dat de debiteur de loopende belastingen en verplichtingen betaalde. Terwijl deze maatregelen bij een behoorlijke toepas sing den landbouw ontlastten, hadden zij tevens de hoofd sommen onaangetast gelaten immers werd slechts ver lenging van de terugbetalings-termijnen en verlaging van rente toegestaan. Slechts de Staatsbanken hebben in bijzondere gevallen hare vorderingen verlaagd. De Staatslandbouwbank boekte ongeveer 350 millioen harer vorderingen af of wel ongeveer van het totaal harer uitstaande credieten. Ofschoon de actie tot schuldvermindering van den landbouw met veel goeden wil werd uitgevoerd aldus lezen wij in het rapport verder heeft zij haar doel toch niet kunnen bereiken, omdat eenerzijds vele maatregelen van het decreet van 1934 niet toegepast zijn en anderzijds vele landbouwers niet van de weldaden der Wet hebben kunnen profiteeren, omdat door de geweldige daling der grondprijzen deze bedrijven te zwaar belast waren. De rapporteur gaat er vervolgens toe over de voor waarden vast te stellen voor de aanpassing van het land bouwcrediet aan de speciale behoefte van den landbouw en de landbouwcoöperatie. Het zijn z.i. de volgende 1. Het crediet, waarover de landbouw beschikt, mag het bedrijf niet zoodanig drukken, dat de normale

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1938 | | pagina 6