VRAAG EN ANTWOORD.
DE RAIFFEISEN-BODE.
61
Slechts een systematische delging van schuld is het
zeer belangrijke middel om te komen tot algemeene
schuldvermindering en tot saneering van den landbouw.
Door de systematische aflossing te eischen zal de Bank
geregeld en voortdurend de energie prikkelen en het
particulier initiatief ontwikkelen. Zij zal daardoor ook be
sef van verantwoordelijkheid bij haar debiteuren opwek
ken en hen afhouden van het doen van onnutte uitgaven.
De Zwitschersche Raiffeisen-Bode zegt van deze ge
regelde aflossing „Zij is een voortdurende leerschool,
waarin discipline, bescheidenheid en soberheid wordt aan
gekweekt. Zij draagt er krachtig toe bij het volledige
„Raiffeisen-program" te voltooien, dat niet alleen econo
misch, maar ook ethisch van inhoud is."
Zagen wij in het bovenstaande, dat de geregelde aflos
sing in het belang van den schuldenaar is,
ook het belang van de eventueele borgen wordt
ermede gediend.
Het is verre van prettig, wanneer door slapheid van op
treden tegenover den debiteur de schuld (dus ook de
borgtocht) jaar in jaar uit tot hetzelfde bedrag blijft door-
loopen en zelfs van generatie op generatie overgaat.
Het is o.i. in strijd met de billijkheid en met de plicht,
welke men als „goed huisvader" ook tegenover de borgen
heeft.
Indien ook al de Bank nog volledig verhaal op de bor
gen zal kunnen nemen, kunnen onaangenaamheden niet
uitblijven. Het is echter ook in degelijke gevallen zeer
wel mogelijk een dergelijk samentreffen komt zelfs
vaak voor dat de borgen na verloop van tijd ook min
der kapitaalkrachtig zijn geworden en op hen niet meer
het geheele bedrag der borgtocht is te verhalen. Dan be
palen zich de onaangenaamheden zich niet „slechts" tot
debiteur en borgen, maar ook de Bank ondervindt de
schade.
Wanneer daarentegen door geregelde aflossing de oor
spronkelijke schuld telkenmale vermindert, zal ook de
rentelast minder worden en de debiteur steeds beter in
staat zijn zelf zijn verplichtingen na te komen.
De kans, dat de borgen het gelag moeten betalen, wordt
steeds minder en zouden zij op den duur ook al door on
voorziene omstandigheden moeten worden aangesproken,
dan zal het oorspronkelijke bedrag in den regel reeds
sterk gereduceerd zijn.
Voor hen zijn de gevolgen der borgtocht dan niet meer
zoo ernstig en de Bank heeft meer kans geen verlies te
lijden.
Voor de Bank zelf brengt het systeem der geregelde
aflossing
nog meer meer belangrijke voordeelen
mede. Wij zagen dat de positie der debiteuren erdoor wordt
versterkt. De uitzettingen van de Bank worden dus steeds
zekerder de kans op verliezen geringer, de druk der
aansprakelijkheid steeds minder, de Bank solider. Het
vertrouwen zal stijgen en de Bank zal de sympathie blij
ven behouden, daar executies tot de uitzonderingen zullen
behooren.
Een ander belangrijk voordeel, dat echter in deze om
standigheden niet duidelijk spreekt, is, dat door de ge
regelde betaling van aflossingen voortdurend gelden
binnenkomen, welke weer kunnen worden besteed om
anderen aan het benoodigde crediet te helpen. Men mag
immers niet altijd op toename van spaargelden rekenen,
waaruit een groeiende behoefte aan crediet zal kunnen
worden voldaan. De ondervinding heeft immers het tegen
deel geleerd, dat n.1. bij groeiende credietbehoefte ook de
spaargelden worden gebruikt en dus afnemen. Dan is het
zeer noodzakelijk, dat van de uitgeleende gelden geregeld
bedragen terugvloeien, om aan de opvragingen en nieuwe
aanvragen te kunnen voldoen.
Gebeurde dit niet, dan zou steeds een beroep moeten
worden gedaan op het crediet van de Centrale Bank, wat
bij uitbreiding over een groot aantal banken tot zeer onge-
wenschte toestanden en liquiditeitsmoeilijkheden aanlei
ding zou kunnen geven en dus voorkomen moet worden.
Het liquiditeits-argument doet thans, nu men „lastig ge
vallen wordt" met geld, misschien wel eenigszins eigen
aardig aan. Toch blijft het raadzaam de noodige voorzich
tigheid ook thans vooral thans zouden we willen op
merken in acht te nemen, 't Kan verkeeren. Regeeren
is nog steeds vooruitzien.
Er kunnen zich omstandigheden voordoen, dat in eenig
jaar de geheele overeengekomen aflossing onmogelijk door
de debiteuren zal kunnen worden opgebracht. Men late
hen dan toch steeds zooveel mogelijk aflossen, desnoods
bij wekelijksche of maandelijksche termijnen.
Verstandig lijkt het ook, wanneer de debiteur niet of
niet ten volle kan betalen, de borgen te vragen telkens
het ontbrekende aan te vullen.
De kans, dat de debiteur dan volgende betalingen zal
kunnen doen, wordt daardoor grooter hij krijgt ook meer
moed. Voor de borgen kan het tenslotte nog de voor-
deeligste weg zijn.
In ieder geval blijft de borg alsdan op de hoogte van den
toestand van den schuldenaar en is in staat zijn invloed aan
te wenden om de positie van den debiteur te verbeteren,
vóórdat het te laat is en hij tenslotte het geheele bedrag
der oorspronkelijke borgtocht ineens zal moeten be
talen. als het hem mogelijk is. En als het hem niet
mogelijk is. dan zal de bank de schade moeten lijden.
De conclusie van dit artikel moet luiden
Het systeem der geregelde aflossing is in het belang van
schuldenaren, van borgen en van de bank. Men houde er
stipt de hand aan, zelfs in dezen tijd van geldruimte.
Vraag. Gaarne zouden wij Uw meening vernemen, om
trent de vraag waar de rapporten inzake inspectie, ge
richt tot de voorzitters van Bestuur en Raad van Toezicht,
na kennisneming door die colleges, behooren te berusten.
O.i. behooren zij ten kantore der Bank te blijven, om
dat zij van nogal geheimen aard zijn.
Antwoord. Wij zijn het geheel met den geachten stel
ler dezer vraag eens. Niet alleen vanweée den geheimen
aard der rapporten, maar ook omdat er bij de voorzitters
thuis meer gevaar bestaat, dat zij zoek raken. Wij kunnen
ons echter voorstellen, dat Bestuur en Raad van Toe
zicht de rapporten slechts onder eigen bereik wenschen te
houden. In dit geval kunnen zij geborgen worden in een
afzonderlijk loket in de brandkast, waarvan de sleutels in
het bezit der beide voorzitters blijven.
Vraag. De inspectie heeft in haar laatste rapport op
gemerkt, dat het niet juist is om uitstelformulieren per
order te laten teekenen, en dat men beter den borg per
aangeteekenden brief bericht van het uitstel kan zenden.
Maar nu hebben wii dit laatste gedaan en zijn tot de ont
dekking gekomen, dat de posterijen in voorkomende ge
vallen voor de ontvangst van aangeteekende brieven door
een der inwonende familieleden óók per order laat
teekenen. Komen wij dus met opvolging van den raad
der Inspectie niet van de drop in den regen? Als wii per
order laten teekenen, kijken wij goed uit wien wij laten
teekenen. De postbode doet dat natuurlijk niet het is
hem om het even wie der huisgenooten teekent.
Antwoord. Het wil ons voorkomen, dat de Bank nooit
verantwoordelijk kan worden gesteld voor het feit, dat de
posterijen een aangeteekenden brief niet aan den ge
adresseerde, doch aan een zijner huisgenooten afgeven.
Als de Bank een aangeteekenden brief aan den borg