AIFFEISEN-BODE
BIJ DE JAARWISSELING.
OFFICIËEL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE
RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT
INHOUD
REDACTIONEEL GEDEELTE.
Zie mededeelingen op blz. 54
REDACTIE EN
ADMINISTRATIE
KR NIEUWE
GRACHT 29
UTRECHT
TELEF. 15867
DRIE EN TWINTIGSTEsJ AARGANG No. 7
JANUARI 1938
VERSCHIJNT DEN EERSTEN
VAN IEDERE MAAND
ABONNEMENT F 0.50 PER JAAR
LOSSE NUMMERS 10 CENT
FRANCO PER POST
Redactioneel Gedeelte. 1. Bij de jaarwisseling. 2. Het
Beheer van een Boerenleenbank. (Vervolg). 3. Geld-
ruimte en lage rentevoet. 4. Lotsverbetering voor den
tweeden hypotheekhouder. 5. Het huurbeding in hypo
theekaktes en de nieuwe pachtwet. 6. Het werktijden
besluit voor kantoren. 7. Geld- en Effectenmarkt.
b. Mededeelingen. 1. Sluiting kantoren. 2. Spreekuren Juri
disch Bureau. 3. Toezending van balansen en rapporten
over vereenigingen, enz. 4. De jaarlijksche controle.
c. Nieuwsberichten.
d. Van de Materiaal-Afdeeling.
e. Advertentiën.
Gij zult het ons, welwillende lezer, naar wij hopen, niet
euvel duiden, dat wij in dezen grooten tijd, of wellicht beter,
in dezen tijd van groote en onverkwikkelijke gebeurtenissen
op internationaal gebied, niet spreken van .bommen en
granaten of over de spil van het Noorden naar het Zuiden
en het Oosten, nóch over al of niet erkenning van keizer
rijken of van vriendschappelijke tuchtigingen, welke som
mige volken in hun eigen belang dienen te ondergaan, noch
over zonsverduisteringen tengevolge van kunstmatig ver
wekte rookgordijnen of over de meest volmaakte gasmas
kers ten behoeve van de bevolking of over luchtbescher
mingsoefeningen, welke ook voor het platteland, waar onze
organisatie zoo groote belangen heeft te behartigen, van
niet te onderschatten beteekenis zijn.
Wij moeten nederig verontschuldiging vragen wanneer wij
Uw aandacht vragen voor een meer simpel onderwerp, een
onderwerp, dat ons bestuur en met ons vele honderdtallen
besturen van de bij onze organisatie aangesloten locale
banken, bezig houdt: het belang van het platteland, niet het
door broeders van hetzelfde volk of bevriende natie van
een nauw verwant ras platgeschoten platteland, maar wel
het platteland van ons dierbaar plekje grond, dat de kern
is van ons maatschappelijk bestel en waarvan de betee
kenis voor onze samenleving veelal schromelijk wordt
onderschat.
Het is dat platteland, waarnaar onze zorgen uitgaan, dat
onze aandacht heeft en dat onze plicht is te verzorgen op
de wijze als het is vastgelegd in onze Statuten en Regle
menten, omdat wij doordrongen zijn van den geest van
Vader Raiffeisen. „Eén voor allen en allen voor één",
omdat wij een zaak weten te dienen van zedelijk en maat
schappelijk belang, voor hen die deze hulp, deze „selfhelp"
zoo zeer van noode hebben en niet kunnen ontberen.
Wij achten ons na de uiteenzetting in het eerste nummer
van den vorigen jaargang ontslagen van den plicht om nog
eens te herhalen, over welke hooge waarden het hier gaat.
En dit korte woord bij de plaats gehad hebbende jaar
wisseling in onze Raiffeisen-Bode is dan ook slechts een
woord van bemoediging om voort te gaan op den niet steeds
gemakkelijken weg, welken wij binnenkort 40 jaar zullen
hebben bewandeld.
Dien weg, niet „den Weg zurück", maar den weg om te
behouden, wat door gemeenschappelijke samenwerking
werd opgebouwd; het behoud van de zelfstandigheid van
al de onderdeelen en vertakkingen van onze uitgebreide
bloeiende organisatie, ook het behoud van het zelfstandig
optreden en handelen, vooral waar het geldt, zwakkeren
hulp te bieden, zooals dit zoo mooi tot uiting is gekomen
bij de besluiten van onze jongste Algemeene vergadering,
waarin met voorbijgaan van eigen belang en voordeel het
edele gebaar tot werkelijkheid werd verheven, om bij te
staan hen, die op den moeilijk af te leggen weg waren
achtergebleven.
Wie is er onder U, lezers, die een dergelijk voorbeeld
elders kan aanwijzen?
Daartoe zijn alleen in staat zij, die zich gedragen ge
voelen door den geest van altruïsme en van Christelijke
naastenliefde, tot uiting gekomen in de bezielende voor
beelden van onzen grooten voorganger Vader Raiffeisen
Natuurlijk zijn niet alle moeilijkheden daarmede over
wonnen. Gij lezer weet beter en meer van nabij welke
plooien hier en daar nog weggestreken moeten worden.
Doch ook deze moeilijkheden zullen, door aller toewijding
onder hoogeren zegen, tot oolossing worden gebracht.
Wij doen geen hernieuwd beroep op Uw aller mede
werking, wij houden ons daarvan overtuigd
Maar wij moeten blijven toezien, dat zij, wien wij
ons vertrouwen hebben geschonken, ook dat vertrouwen
waardig blijven.
En meer dan ooit is het in dezen tijd, dezen uiterst grooten
tijd, noodzakelijk, dat onze vertrouwensmannen zich van
hun taak terdege bewust zijn. In het afgeloopen jaar heeft
ons bestuur een enkele maal moeten ingrijpen, wat niet
noodig ware geweest, wanneer men te allen tijde gehandeld
had in dezen echten beproefden Raiffeisengeest.
In dit verband mogen wij wijzen op de waardevolle rap
porten onzer ijverige en bekwame inspecteurs, waarvan
een grondige bestudeering aan alle belanghebbenden ten
zeerste wordt aanbevolen.
Het afgeloopen jaar gaf U, gaf ons velerlei zorgen
zorgen welke grootendeels bestaan in de belegging der ons
toevertrouwde gelden.
Het bij de Centrale Bank gedeponeerde bedrag heeft
een hoogte bereikt, als nimmer te voren. Ofschoon