HET LANDBOUWCREDIET IN HET BRITSCHE RIJK.
Rapport, uitgebracht aan het Internationale Landbouw-
congres 1937 door Horace Plunkett Foundation, Londen.
36
DE RAIFFEISEN-BODE.
Het landbouwcrediet is in de Engelsche landen van
weinig beteekenis, behalve in Indië, in eenige tropische
koloniën en Fransch-Canada, dus in streken, die niet be
woond worden door Engelsche landbouwers. Zelfs in Ier
land heeft de toepassing van het Raiffeisen-systeem slechts
bedroevende resultaten opgeleverd.
Men moet volgens het rapport de reden hiervan in de
volgende omstandigheden zoeken
1. De meeste boerderijen zijn ondernemingen van een
zoodanige uitgestrektheid, dat zij zonder veel moeite bank
en handelscredieten kunnen verkrijgen.
2. In Engeland zijn veel ook de grootste land
bouwers, pachters, en tot nog toe hebben de landeigenaars
steeds mede betaald aan de installatie-kosten, kosten van
afwatering, enz.
3. In de overzeesche gewesten (kolonies van Engeland)
hebben de gouvernementen voorschotten op langen ter
mijn verstrekt aan de landbouwers, die zich in die streken
vestigden, door tusschenkomst van handelsbanken (Ca
nada) of door speciale organisaties (Zuid-Afrika en Nieuw-
Zeeland). In Ierland heeft het Britsche Gouvernement een
landbouwpolitiek gevoerd, gericht op de vestiging van
kleine en middelmatige, eigen boerenbedrijven. De nogal
aanzienlijke sommen, die jaarlijks aan de onteigende groot
grondbezitters worden betaald, worden door het Britsche
Rijk gegarandeerd.
In Engeland heeft de staat in 1929 een instituut gesticht,
waarin zij zelve met commercieele banken deelnam in het
kapitaal om op langen termijn voorschotten te verstrek
ken, teneinde de boeren in staat te stellen land te koopen
en hun installatie te bekostigen.
In den Ierschen Vrijstaat bestaat er een gelijksoortige
organisatie, welke voorschotten verstrekt op middelma-
tigen termijn, dikwijls door tusschenkomst van coöpera
tieve melkinrichtingen.
4. De Handelsbanken hebben op het platteland filialen
gesticht welke onder vrij goede condities credieten ver
strekken in loopende-rekening. De rente is er vrij matig.
5. De handelaren in zaden en meststoffen, van graan
en andere artikelen en ook de eigenaren van landbouw-
veilingen hebben de gewoonte, aan de landbouwers op
crediet te verkoopen, terwijl dan later in geld of ook wel
in producten of in gemest vee kan worden terugbetaald.
Aan dit systeem kleven natuurlijk groote fouten, maar
het is toch nog veel in gebruik. Sommige handelaren zijn
tevens geldschieters. De notarissen zijn dikwijls agenten
bij deze particuliere voorschotten onder hypothecair ver
band.
6. De Coöp. Landbouwvereeningen volgen ditzelfde
systeem van verkoop op crediet (tot 3 maanden) voor land-
bouwartikelen, zooals zaad, kunstmest, enz. In Engeland
geven bijv. de wolcoöperaties 6075 van de geschatte
waarde als voorschot, zoodra de wol in de pakhuizen is
opgeslagen. Het duurt dan nog wel 4—5 maanden, al
vorens de wol verkocht wordt, waarna de definitieve af
rekening volgt. In Ierland geven de melkinrichtingen voor
schotten op de melkleveranties.
Credieten aan Landbouwcoöperaties.
De landbouw-coöperaties in het Britsche Rijk hebben, wat
geldmiddelen betreft, de volgende bronnen:
1. Kapitaaldeelnamen. Deze zijn gewoonlijk vrij groot.
In Engeland 48 van het werkkapitaal, maar voor de
credietinstellingen, bijv. in Indië, zijn ze veel minder be
langrijk.
2. Reserves. Altijd aanzienlijk, in Engeland 26 van
het kapitaal.
3. Deposito's. De crediet-instellingen in Indië en in
Canada spelen een groote rol als spaarbanken en verkrijgen
aldus een groot deel van hun kapitaal. Bij de Coöp. Aan- en
Verkoopvereenigingen zijn de deposito's zeldzaam, maar in
Engeland bestaat 9—10 van het kapitaal uit gelden op
langen termijn, gewoonlijk van de leden, die hun vereeni-
ging eerst krachtig willen maken.
4. Voorschotten van het Rijk. Deze zijn op het oogenblik
niet zeer belangrijk. Canada is borg gebleven bij de banken
voor hun voorschotten aan de Graantrust gedurende de
crisis.
Enkele vereenigingen in Engeland hebben voorschotten op
langen termijn gekregen, bijv. voor het bouwen van bacon-
fabrieken, maar deze voorschotten zijn nu niet meer te
krijgen.
In Indië worden de voorschotten verstrekt door het Rijk,
gegeven in loopende-rekening door de emissiebank aan de
plaatselijke credietinstellingen.
5. Voorschotten in loopende-rekening van de handels
banken.
Deze voorschotten zijn steeds zeer aanzienlijk, vooral
voor de vereenigingen, die de landbouwproducten afwerken
en die credieten op den oogst noodig hebben. In Engeland
bedragen de voorschotten der banken 17 van het Kapitaal
der Landbouw-coöperaties.
Analyse der credietbronnen van den land
bouw in de Britsche landen.
Engeland: Crediet op langen termijn: Grondkapitaal-
banken (Agricultural Mortgage Corporation). Op korten
termijn: handelsbanken, handelaren in zaad en meststoffen
enz., landbouwcoöperaties.
Ierland: Crediet op langen of middelmatig langen termijn.
Nationale Landbouwbank (Agricultural Credit Corpo
ration)
Op korten termijn: Handelsbanken, handelaren in land
bouwproducten en coöp. landbouwbanken, plaatselijke ban
ken voor onderling crediet. (Weinig in aantal).
Canada: Hyp.credieten op langen termijn: handelsbanken,
assurantie-mijen en de gouvernementen der dominions en
der provincies.
Credieten op korten termijn: Volksbanken v. Quebec,
(spaarbanken, handelsbanken, handelaren, de Staat in den
vorm van voorschotten aan de handelsbanken en landbouw
coöperaties.).
Nieuw-Zeeland. Crediethyp. op langen termijn.
80 door Handelsbanken en Assurantie-Mijen.
20 door den Staat.
De Wet van 1935 op de hyp. schulden op het platteland
houdt een reductie in van de landbouwhypotheken en een
uitstel voor de terugbetaling der landbouwvoorschotten.
Crediet op korten termijn: Particulieren en handelaren,
maar vooral melkinrichtingen en andere coöperaties.
Australië. De condities lijken veel op die van Nieuw-
Zeeland voor wat betreft de landbouwcredieten.
Zuid-Afrika. Er bestaat een instelling voor hyp. voor
schotten en landbouwcredieten, die voorschotten verstrekt