Wat U noodig hebt
hebben WIJ voorradig
34
DE RAIFFEISEN-BODE
toestemmnig vraagt om zijn onroerend goed te verhuren,
behoort het Bestuur zich wel tweemaal te bedenken al
vorens het die toestemming verleent. Het vrage zich in
de eerste plaats af, of het verbondene al dan niet is „een
hoeve of los land" in den zin der Pachtwet (de Pachtwet
zal, naar men weet, zeer waarschijnlijk met 1 April 1938
in werking treden wij zullen in het navolgende veronder
stellen, dat zij reeds in werking getreden is). De Pachtwet
verstaat onder „hoeve of los land" land met gebouwen,
dienende voor bodemcultuur (ook een tuinderswoning
met bijbehoorend tuinland is dus een hoeve in den zin
der Pachtwet). Is het verbondene een hoeve of los land
in den zin der Pachtwet, dan worde de toestemming in
den regel alleen gegeven, wanneer het verbondene een
zéér ruime overwaarde heeft. Immers verpachting onder
de nieuwe Pachtwet beteekent practischf uitzonderingen
daargelaten) verpachting voor elf en een half jaar. Het
spreekt vanzelf, dat zulk een langdurige verpachting de
verkoopwaarde van het verbondene gedurende het
grootste deel van de 11Z2 jaar belangrijk drukt; immers
een groote categorie van koopers, namelijk zij die het
verbondene willen koopen om zelf het bedrijf erop te gaan
uitoefenen, wordt erdoor uitgeschakeld. Wanneer de
overwaarde van het verbondene niet zóó is, dat zij zulk
een druk kan lijden, verleene men de toestemming tot
verpachting niet.
Is het verbondene niet een hoeve of los land in den zin
der Pachtwet, dan geve men in den regel slechts toestem
ming voor een betrekkelijk korten termijn.
De toestemming worde schriftelijk gegeven, teneinde
later misverstand omtrent de draagwijdte ervan te voor
komen. Volgens onze nieuwe model-hypotheekacte is
trouwens alleen schriftelijke toestemming van kracht.
Wanneer men toestemming geeft tot verhuring, kan
men hieraan de voorwaarde verbinden, dat de schulde
naar de huur aan de Bank cedeert (geheel of gedeeltelijk).
Dit zal gewenscht zijn in die gevallen, waarin men moeite
heeft om rente en aflossing binnen te krijgen.
13. Het tekort.
Een bespreking van de hypotheek is helaas niet
volledig zonder vermelding van het tekort, dat een enkele
maal bij executie als een minder aangename verrassing
te voorschijn komt. Bij velen heerscht de meening, dat
zulk een tekort niet op den schuldenaar verhaalbaar is.
Deze meening is onjuist. Dat het op het verbondene niet
verhaalbaar is, wil niet zeggen, dat de schuldenaar ervan
ontslagen is. Hij blijft het tekort schuldig echter zonder
zakelijke dekking. De schuldeischer kan dus altijd nog
trachten om het op hem te verhalen. Heeft de schuldenaar
b.v. nog vee in eigendom, dan kan de schuldeischer voor
het tekort het vee in beslag nemen en doen verkoopen.
Is de schuldenaar failliet, dan kan de schuldeischer voor
het tekort in het faillissement opkomen
14. Royement.
Wanneer een hypothecair voorschot geheel is afgelost,
of wanneer een hypothecair crediet definitief is beëin
digd, behoort de hypotheek te worden geroyeerd (door
gehaald). Het royement kan alleen geschieden op verzoek
van een notaris de Bank moet dus aan een notaris vol
macht geven om de hypotheek te doen royeeren. De
kosten komen uit den aard der zaak ten laste van den
schuldenaar.
Royement komt ook wel eens voor buiten het geval van
algeheele afdoening. Wanneer een schuldenaar zijn eerste
hypotheekschuld wil aflossen en wil vervangen door een
andere eerste hypotheek (b.v. omdat hij tegen lagere
rente kan leenen), dan zou de tweede hypotheekhouder
bij het royement van de oorspronkelijk eerste hypotheek,
eerste worden (immers bij het royement van de eerste
hypotheek schuiven de volgende hypotheken automatisch
in rang op). Dit is natuurlijk niet de bedoeling, en daarom
pleegt in zulk een geval de tweede hypotheekhouder even
„op te staan", d.w.z. hij laat zijn tweede hypotheek
royeeren, en nadat de nieuwe eerste hypotheek is inge
schreven, wordt ook zijn tweede hypotheek weer inge
schreven (een en ander geschiedt natuurlijk ten koste van
den schuldenaar).
15. Model-hypotheekacte.
De Centrale Bank heeft eenige model-hypotheekactes
uitgegeven en algemeene voorwaarden vastgesteld, waar
naar de actes verwijzen. Men vrage den notaris bij nieuwe
hypotheken van het toepasselijke model gebruik te maken
(de notaris bezit de modellen ook). De modellen en de
algemeene voorwaarden voldoen uit den aard der zaak
geheel aan de bijzondere behoeften der Boerenleenban
ken beter, naar wij meenen, dan de modellen, die ver
schillende notarissen plegen te gebruiken.
16. Crisiswetgeving ten opzichte van hypotheken.
Tot besluit worde vermeld, dat de hypotheken der
Boerenleenbanken op landelijke eigendommen nog altijd
onderworpen zijn aan het z.g. hypotheek-commissiebesluit.
Volgens dit besluit kan een hypothecaire debiteur een
beroep doen op de hypotheek-commissie te 's-Graven-
hage. Is deze van oordeel, dat de executie onredelijk is,
dan kan zij bepalen, dat de kooper van het onroerend
goed wordt uitgesloten van den landbouwsteun; hierdoor
wordt de kooplust natuurlijk alles behalve bevorderd en
wordt executie practisch zelfs onmogelijk gemaakt.
Het hypotheek-commissiebesluit geldt niet alleen voor
hypotheken, afgesloten vóór de afkondiging ervan, maar
voor alle hypotheken. In zoover is het van ruimer strek
king dan de tweede crisismaatregel ten aanzien van hypo
theken, de crisishypotheekaflossingswet deze geldt niet
voor hypotheken, tot stand gekomen na de in werking
treding der Wet (9 Febr. 1936). Anderzijds is de crisis
hypotheekaflossingswet weer van ruimer strekking dan
het hypotheek-commissie-besluit immers zij geldt ook
voor hypotheken op andere dan landelijke eigendommen.
Zij geldt echter niet voor crediethypotheken.
Volgens de crisishypotheekaflossingswet kan de debi
teur, die met executie wordt bedreigd, zich in bepaalde
gevallen tot den kantonrechter wenden om uitstel van af
lossing te bekomen.
voor Uw administratie
Centrale Bank
Materiaal-afdeeling