AIFFEISEN-BODE HET BEHEER EENER BOERENLEENBANK. OFFICIËEL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT INHOUD: REDACTIONEEL GEDEELTE. ZIE MEDEDEELINGEN OP BLZ. 30 REDACTIE EN ADMINISTRATIE KR NIEUWE GRACHT 29 UTRECHT TELEF. 15867 DRIE EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 4 OCTOBER 1937 VERSCHIJNT DEN EERSTEN VAN IEDERE MAAND ABONNEMENT F 0.50 PER JAAR LOSSE NUMMERS 10 CENT FRANCO PER POST a. Redactioneel Gedeelte. 1. Het Beheer eener Boerenleen bank (vervolg). 2. De inwerkingtreding der Pachtwet. 3. Onteigening. 4. Het maximum der spaargelden. 5. Or ganisatie van het landbouwcredietwezen in den vreemde. 6. Geld- en Effectenmarkt. b. Mededeelingen. 1. Handboekje. 2. Spreekuur Juridisch Bureau. c. Advertentiën. Hoofdstuk III. Voorschot- en Credietverleening. (Vervolg). Hypotheek. 7. Tweede hypotheek. Een tweede hypotheek is niet alleen van geringere waarde dan de eerste, omdat zij slechts aanspraak geeft op het restant van de opbrengst, dat overblijft na voldoe ning van den eersten hypotheekhouder, maar zij is ook minder goed, omdat verschillende rechten, die een eerste hypotheek verschaft, niet aan haar verbonden zijn. De eerste hypotheekhouder kan verkoopen overeenkomstig Art. 1223 Burgerlijk Wetboek de tweede kan zulks niet. De eerste hypotheekhouder kan het beding van niet- zuivering maken de tweede niet (zie het vorige nummer onder 3). De eerste hypotheekhouder kan buiten het fail lissement van den schuldenaar blijven en blijft zoodoende verschoond van een bijdrage in de faillissementskosten de tweede zal de opbrengst, voor zoover aan hem toeko mende, van de faillissementscurator moeten ontvangen, en deze zal er een bijdrage in de faillissementskosten van afhouden, als deze bijdrage niet op de opbrengst boven de tweede hypotheek te verhalen is. Dit alles beteekent echter niet, dat de tweede hypo theekhouder vrijwel rechteloos is. Wanneer hij verkoop gewenscht acht, kan hij beslag leggen, en in 99 van de 100 gevallen gaat dan de eerste hypotheekhouder tot verkoop over, en anders is de tweede zelf tot verkoop bevoegd. Voor het gemis van het beding van nxet-zuivering heeft hij in de praktijk zeer weinig last. En wat de bijdrage in de faillissementskosten betreft, als de tweede hypotheek houder bij het tot stand komen der hypotheek er maar voor heeft gezorgd, dat de overwaarde te allen tijde vol doende zou zijn, zal de bijdrage kunnen worden verhaald op de opbrengst boven de tweede hypotheek, zoodat de tweede hypotheekhouder ook hiervan geen last heeft. Toch heeft tweede hypotheek een slechten naam. Dit wordt echter, naar onze meening, niet zoozeer veroorzaakt door haar juridische gebreken als wel door het feit, dat zij in de eerste plaats, althans eerder dan de eerste hypo theek, de waardedaling van het onderpand opvangt. In doorsnee is dus het risico van een tweede hypotheek groo- ter dan het risico van een eerste. De waarde van een tweede hypotheek kan gehéél verdwijnen, de waarde van een eerste niet. Dit wil echter niet zeggen, dat een tweede hypotheek niet soliede kan zijn. Zij kan zelfs beter zijn dan een eerste. Wij zouden liever in de schoenen staan van een schuld- eischer, die een tweede hypotheek van 4000.boven een eerste van 6000.heeft op een onderpand ter waarde van 20.000.dan in de schoenen van een schuldeischer, die een eerste hypotheek van 25.000. heeft op hetzelfde onderpand. Maar het feit, dat de tweede hypotheek eerder den stoot van waardedaling opvangt, wil wel zeggen, dat bijzondere voorzichtigheid te haren opzichte geboden is. Vooral in de onzekere tijden, die wij tegenwoordig beleven en die groote schommelingen in de waarde der onroerende goe deren te zien geven, moet men zich hiervan rekenschap geven. Het verleenen van voorschot of crediet op tweede hypotheek zij dus slechts uitzondering en uitzondering, die eerst wordt gemaakt na rijp beraad. Opmerking verdient nog, dat het eerste en het derde van de hierboven genoemde juridische bezwaren tegen tweede hypotheek niet bestaan, wanneer de tweede hypo theekhouder tegelijk eerste is. 8. Verkoop van het onroerend goed door de Bank. Wanneer de schuldenaar niet aan zijn verplichtingen voldoet, of wanneer zich bepaalde, in de hypotheek-akte vermelde feiten voordoen (zooals beslaglegging, failliet verklaring), is de eerste hypotheekhouder gerechtigd om tot verkoop over te gaan. Het is gewenscht dat de Bank zich hiervoor in verbinding stelt met het Juridisch Bureau der Centrale Bank. In den regel wordt den schuldenaar een deurwaardersexploit uitgebracht, dat door het Juri-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1937 | | pagina 1