DE RAIFFEISEN-BODE (de dekking) wordt gegeven door den schuldenaar. De schuldenaar wordt in de wandeling dikwijls genoemd de hypotheeknemermaar ook dit is verkeerd hij is de geldnemer, en de schuldeischer neemt als dekking de hypotheek. Het betitelen van den schuldenaar als hypotheeknemer en van den schuldeischer als hypotheekgever is zóó inge roest, dat wij in het navolgende het gebruik van deze woorden zooveel mogelijk zullen vermijden. Maar als wij ze toch eens gebruiken, zal het zijn men denke hier aan in hun juiste beteekenis. 2. Soorten van hypotheken. Men onderscheidt verschillende soorten van hypo theken de gewone hypotheken (tot zekerheid voor een bepaalde schuld, die tegelijk met de hypotheekverleening ontstaat), de crediethypotheken (tot zekerheid voor toe komstige schulden) en de z.g. waarborghypotheken (tot zekerheid voor reeds vroeger ontstane schulden). De naam „waarborghypotheek" is eigenlijk ongelukkig, want alle hypotheken dienen tot waarborg, maar zij is nu eenmaal ingeburgerd, en daarom nemen wij hem maar over. De hypotheken tot zekerheid voor beheer zijn een onder deel van de crediethypotheken zij dienen immers tot zekerheid voor mogelijke toekomstige schuld. De onderscheiding is voor de praktijk van weinig belang, behalve in dit opzicht, dat de waarborghypotheken door de notarissen mogen worden verleden tegen een vermin derd tarief van het gewone tarief, met een minimum van 20.zulks echter met deze restrictie, dat de schuld of verplichting, waarvoor de hypotheek wordt ge vestigd, moet hebben bestaan op 17 Maart 1934. 3. De vestiging der hypotheek. De vereischten voor vestiging eener hypotheek zijn a. een notariëele akte b. inschrijving der hypotheek ten hypotheekkantore. De hypotheek onstaat eerst met de inschrijving van daar, dat het van belang is, dat de notaris de hypotheek terstond na het verlijden der akte laat inschrijven. Anders loopt men het risico, dat een schuldenaar, wiens geweten niet al te nauw is, vóór de inschrijving nog gauw even elders geld op hypotheek opneemt wordt die hypotheek eerder ingeschreven, dan wordt hij, die dacht eerste hypotheekhouder te worden, tweede Over den inhoud der notariëele akte kunnen wij kort zijn. Het Bestuur of den Kassier behoeven zich hier omtrent niet te bekommeren. Zij kunnen den inhoud aan den notaris overlaten, zooveel te meer nu de Centrale Bank model-akten met algemeene voorwaarden heeft in gevoerd (zie het hierover handelende artikel elders in dit nummer). Dit neemt natuurlijk niet weg, dat het ge- wenscht is, dat degene, die voor de Boerenleenbank ver schijnt bij het passeeren der akte, goed luistert of de perceelen, die onder de hypotheek vallen, goed in de akte staan. Al behoeven wij over den inhoud der hypotheekakte dus niet veel te zeggen, toch mogen wij niet nalaten mel ding te maken van de vier bekende bedingen, die in geen enkele hypotheekakte mogen ontbreken. Het zijn a. het veilingsbeding het beding, dat de schuld eischer bij nalatigheid van den schuldenaar overeen komstig art. 1223 lid 2 Burgerlijk Wetboek mag ver- koopen b. het beding van niet zuivering het beding, dat de kooper bij executie geen „zuivering" ontlasting) van het onroerend goed mag vorderen van dat gedeelte der hypotheek, dat er eventueel niet „uit" komt c. het huurbeding het beding, waarbij de eigenaar wordt beperkt in zijn bevoegdheid om het onroerend goed te verhuren of te verpachten d. het assurantiebeding het beding, dat de ver zekeringspenningen, ingeval van schade aan het onroe rend goed en uitkeering daarvoor, in de plaats der hypo theek zullen treden. De twee eerstgenoemde bedingen kunnen slechts gel den voor eerste hypotheken. Aan de vestiging eener hypotheek zijn, gelijk bekend, kosten verbonden. Soms wil men te voren wel weten, hoeveel de kosten van de meest voorkomende hypothe ken ongeveer bedragen. Volgens het door de Broeder schap voor notarissen opgestelde tarief wordt voor hypotheken van 1000,tot 15.000,berekend 15,plus 1 °/o over het bedrag met een minimum van 30,(voor hypotheken tot 1000,is er geen be paald tarief). Behalve de kosten der notariëele akte zijn in dit tarief begrepen alle onkosten, aan de hypotheekverleening ver bonden, behalve bijzondere onkosten (b.v. een dure recherche deze is duur o.m. wanneer zij betrekking heeft op een groot aantal perceelen). Het boven vermelde tarief draagt het karakter van een advies maar over het algemeen komen afwijkingen ervan echter slechts zelden voor. Wat de z.g. waarborghypotheken betreft, verwijzen wij naar wat hieromtrent werd opgemerkt onder 2. 4. Hypotheek op erfpacht. Hypotheek kan niet alleen worden gevestigd op grond en gebouwen (onroerend goed in den gewonen zin van het woord), maar ook op z.g. onroerende rechten. Het onroerende recht, dat in de practijk vrijwel uitsluitend voorwerp van hypotheekverleening is, is het recht van erfpacht. Ook bij de Boerenleenbanken komt wel eens een aanvrage tot het verstrekken van een voorschot of crediet tegen hypotheek op erfpacht in. Tegenover zulk een aanvrage zij men zeer voorzichtig. Alvorens zij wordt ingewilligd, moet de „titel" van de erfpacht (de akte, waarbij zij is gevestigd) nauwkeurig worden nagekeken. Het is immers mogelijk, dat bepalingen erin voorkomen, die de mogelijkheid openen, dat de erfpacht spoedig ein digt. En als de erfpacht eindigt, valt hiermede het voor werp der hypotheek en dus ook de hypotheek zelf. Men moet dus alleen geld geven tegen hypotheek op erfpacht, wanneer het menschelijkerwijs gesproken zeker is, dat de erfpacht zal blijven bestaan tijdens den geheelen duur van het voorschot of crediet, en wanneer ook vast staat, dat zij tijdens dien geheelen duur voldoende executie- waarde zal bezitten. Men zende voor het onderzoek hiervan de titel der erfpacht ter inzage aan het Juridisch Bureau, en eerst wanneer dit heeft verklaard, dat hypo theekverleening geen bezwaar ontmoet, ga men hiertoe over. 5. Stukken, die de Bank moet hebben. De stukken, welke de Bank in verband met een hypo theek moet hebben, zijn A. De grosse der hypotheekakte. De eigenlijke hypo theekakte blijft bij den notaris (dit is de z.g. minuut-akte). Deze geeft aan de Bank een grosse, zijnde een afschrift der akte, dat aan het hoofd voorzien is van de woorden „In naam der Koningin" en aan het slot „Voor eerste grosse uitgegeven aan de Coöperatieve Boerenleenbank teEen grosse heeft z.g. executoriale kracht. Men kan er niet alleen mee verkoopen overeenkomstig art. 1223, maar men kan er ook executoriaal beslag mee leggen op andere bezittingen van den schuldenaar, wanneer men dat mocht wenschen. Sommige notarissen geven aan hun cliënten voorloopig

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1937 | | pagina 2