AIFFEISEN-BODE HET BEHEER EENER BOERENLEENBANK. OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT INHOUD: REDACTIONEEL GEDEELTE. ZIE MEDEDEELINGEN OP BLZ. 23 REDACTIE EN ADMINISTRATIE KR NIEUWE GRACHT 29 UTRECHT TELEF. 15867 DRIE EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 3 SEPTEMBER 1937 VERSCHIJNT DEN EERSTEN VAN IEDERE MAAND ABONNEMENT F 0.50 PER JAAR LOSSE NUMMERS 10 CENT FRANCO PER POST a. Redactioneel Gedeelte. IHet Beheer eener Boerenleen bank. 2. Hypotheken en de prijsstijging van landerijen. 3. De modelhypotheekakten met Algemeene Voor waarden. 4. Nogmaals de wijziging der Zegelwet. 5. Aangiftebiljet doodehandsbelasting. 6. Vraag en Antwoord. 7. Geld- en Effectenmarkt. b. Mededeelingen. 1. Stenografisch Verslag. 2. Circulaire. 3. Handboekje. 4. Spreekuren Juridisch Bureau. c. Advertentiën. Hoofdstuk III Voorschot- en Credietverleening. (Vervolg). Hypotheek. 1. Omschrijving en omvang. Hypotheek is een zakelijk recht op onroerende goederen, strekkende om daarop een schuld te verhalen. Hypotheek op roerende goederen is derhalve niet be staanbaar. Het is echter mogelijk, dat goederen, die oor spronkelijk roerend waren, toch onder de hypotheek vallen, omdat zij aard- of nagelvast met het bezwaarde onroerend goed verbonden zijn geworden. Een bollenkraam, die in een schuur ligt, is roerend, maar worden de bollen uitgepoot, dan komen zij wortelvast in den grond te zitten, zoodat zij onroerend worden, met den grond één geheel gaan uitmaken en eventueel onder de hypotheek vallen, waarmee die grond is belast. Een machine is oorspronkelijk roerend, maar wordt zij nagelvast in een fabriek opgesteld, dan wordt zij onroerend, en valt zij onder de hypotheek, waarmee de fabriek is belast. Wat aard- of nagelvast is, kan over het algemeen vrij gemakkelijk worden vastgesteld, maar moeilijker is het uit te maken, wat door bestemming onroerend wordt. De wet noemt een paar voorbeelden (waaronder de mesthoop, die zich op een boerderij bevindt; volgens een rechterlijke uitspraak valt hieronder ook de kunstmest), en volstaat verder met te zeggen, dat onroerend door bestem ming zijn alle voorwerpen, die de eigenaar tot blijvend gebruik aan zijn onroerend goed heeft verbonden. Er is herhaaldelijk over geprocedeerd, of bepaalde voor werpen of goederen al dan niet als zoodanig beschouwd moesten worden. Uitgemaakt is b.v., dat plat glas (losse broeiramen) op tuingrond niet als onroerend door bestemming is te be schouwen. Daartegen is beslist, dat een z.g. warenhuis wèl door bestemming onroerend is (o.i. is het ook reeds onroe rend, omdat het een gebouw is). Kassen zijn ook onroerend. Roerende goederen kunnen dus, doordat zij aard- of nagelvast of door bestemming met het onroerend goed verbonden worden, het karakter van onroerend goed ver krijgen. Maar ook het omgekeerde kan het geval zijn, wanneer aan de bestemming, waardoor het roerend goed onroerend is geworden, wordt beëindigd, dan herkrijgen deze goederen hun roerend karakter. Dat brengt mede, dat zij buiten het bereik van den hypotheekhouder ge raken. Dit kan voor den hypotheekhouder nog wel eens een onaangename verrassing opleveren. Dit is trouwens niet de eenige onaangename verrassing wat betreft den omvang van zijn recht, waaraan hij bloot staat. Het kan gebeuren, dat oogenschijnlijk goederen, die aan het onroerend goed zijn verbonden, onder de hypo theek vallen, terwijl later blijkt, dat dit niet het geval is. Wanneer de eigenaar van een fabriek hypotheek verleent op die fabriek met al wat daartoe behoort, en wanneer daartoe b.v. ook behoort een bepaalde machine, zal de hypotheekhouder meenen, dat ook die machine aan hem verbonden is. Maar dit is niet het geval, wanneer die machine niet het eigendom van den fabrikant is, wanneer hij haar b.v. in huurkoop heeft en nog niet de volle huur koopsom heeft betaald. Dan dus staat de hypotheekhouder bloot aan de verrassing, dat hij zich het verhaal op de machine ziet ontglippen. Alleen wanneer zoo heeft de Hooge Raad beslist de machine een wezenlijk (onmis baar) bestanddeel van de fabriek mocht zijn, zou dit niet het geval zijn. Een motor dus in een motorschip (hierop had de beslissing van den Hoogen Raad betrekking) valt onder de hypotheek, ook al heeft de schipper den motor nog slechts in huurkoop. Hypotheek wordt ook wel genoemd „onderzetting" (het onroerend goed wordt als het ware onder de schuld gezet). Degene die zijn onroerend goed met hypotheek bezwaart, die zijn schuldeischer dus hypotheekrecht geeft, is de hypotheekgever (onderzetter). In de wandeling noemt men den schuldeischer dikwijls de hypotheekgever, maar dit is onjuist de schuldeischer is de geldgever de hypotheek

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1937 | | pagina 1