DE RAIFFEISEN-BODE
9i
Rekening en verantwoording van het
Onderling Waarborgfonds over 1936,
De vergadering thans optredende als Algemeene Ver
gadering van het Onderling Waarborgfonds keurde ver
volgens zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming
de rekening en verantwoording van genoemd Fonds over
1936 goed.
Verkiezingen,
De Voorzitter bepaalde, dat de verkiezingen van een lid
van het Bestuur (punt 5 der agenda), van een lid van den
Raad van Toezicht wegens overlijden van den heer Com
mandeur (punt 6 der agenda), van drie leden van den
Raad van Toezicht wegens periodiek aftreden van drie
leden (punt 7 der agenda) en van twee plaatsvervangende
bestuursleden (punt 8 der agenda) zouden plaats hebben
in de pauze en wees stembureaux hiervoor aan.
Voorstel tot wijziging van Art. 8 van het
Reglement op het Kapitaal voor Bij
zondere Doeleinden.
De Voorzitter stelde vervolgens aan de orde het voorstel
in art. 8 van 't Reglement op het Kapitaal voor Bijzondere
Doeleinden het jaartal ,,1938'' te wijzigen in ,,1940 Hij
verwees naar de schriftelijke toelichting hierop en vroeg
of iemand het woord of stemming verlangde. Dit bleek
niet het geval te zijn, zoodat het voorstel zonder hoofde
lijke stemming werd aangenomen.
Voorstel tot amendeering van art. 3 van
het Reglement op het Kapitaal voor
Bijzondere Doeleinden.
Aan de orde kwam vervolgens het voorstel om aan
art. 3 van het Reglement op het Kapitaal voor Bijzondere
Doeleinden toe te voegen de woorden
,,en met dien verstande, dat een aangesloten Bank
slechts dan uitkeering zal ontvangen, indien en voor
zoover 75 °/o van het totaalbedrag harer in dit Regle
ment bedoelde verliezen op voorschotten en credieten
zal blijken grooter te zijn dan 30 °/o van het bedrag
harer reserves."
Verschillende afgevaardigden verlangden omtrent dit
voorstel het woord.
De afgevaardigde van Ooltgensplaat zeide, dat de bedoe
ling van het voorstel hem niet recht duidelijk was. Hij
wenschte precies te weten, wat het voorstel in de toe
komst aan de Banken zou brengen.
De Voorzitter, hierop antwoordende, legde in de eerste
plaats den nadruk erop, dat het geenszins de bedoeling is
om de vergadering als het ware ertoe te dwingen het
voorstel aan te nemen. De vergadering zal in volle vrijheid
kunnen en moeten beslissen.
De Voorzitter stelde vervolgens de bedoeling van het
voorstel in het licht.
Toen het Kapitaal voor Bijzondere Doeleinden werd in
gesteld, kon niet worden voorzien, hoe de toestand zich
zou ontwikkelen. De bedoeling was om de zwakkere ban
ken te helpen, niet alleen om deze het voortbestaan mo
gelijk te maken, doch ook om de geheele organisatie in
haar geheel ongerept te handhavend Deze bedoeling kan
niet worden verwezenlijkt, als het Reglement niet wordt
gewijzigd. Volgens de bestaande regeling worden de
zwakke banken onvoldoende geholpen. Deze moeten dus
een hoogere uitkeering ontvangen, hetgeen uit den aard
der zaak moet geschieden ten koste van haar meer ge
lukkige zusterbanken.
De Voorzitter van het Bestuur legde uit, welke concessie
van de sterkere banken wordt gevraagd. (Applaus.)
De afgevaardigde van Ameide wees op practische be
zwaren, die z.i. aan het voorstel kleven. Hij vindt het moei
lijk om zonder meer afstand te doen van wat rechtens aan
zijn bank toekomt en wenscht voorloopig intrekking van
het voorstel, opdat het eerst beter besproken kan worden.
De Voorzitter sprak de meening uit, dat het voorstel vol
doende is voorbereid het is besproken op de Centrale
Ringvergadering en op de Ringvergaderingen. Uitstel is
ongewenscht, want wij moeten nu weten, waar wij aan
toe zijn.
De Voorzitter van het Bestuur voegde hieraan toe, dat het
niet juist zou zijn om de namen der Boerenleenbanken,
ten wier behoeve het voorstel wordt gedaan, te noemen,
(hetgeen de afgevaardigde van Ameide scheen te willen)
hij memoreerde voorts de berekeningen van de inspectie,
waarop het voorstel was gegrond.
De afgevaardigde van den Ring Overijssel deelde mede,
dat de vergadering van zijn Ring het als een natuurlijke
zaak beschouwde, dat de sterkere banken voor de zwak
kere een offer zouden brengen. De Ring Overijssel staat
dan ook als één man achter het voorstel.
De Voorzitter dankte voor dezen steun. Hij deelde
mede, dat er een verzoek van den Ring Amsterdam was
ingekomen om art. 10 aan te vullen in dezen geest, dat
het Bestuur der Centrale Bank in staat zal zijn om op het
beheer van locale banken, die van het voorstel zullen
profiteeren, een bijzonder toezicht uit te oefenen. De
Voorzitter meende echter, dat hierin reeds voldoende
voorzien is door art. 2 van het Reglement, dat het moge
lijk maakt om voorwaarden aan de uitkeeringen te ver
binden.
De afgevaardigde van den Ring Amsterdam nam hierva.i
met genoegen nota. Hij maakte melding van de in zijn Ring
uitgesproken meening, dat de verliezen bij de zwakkere
banken wellicht niet alle zijn veroorzaakt door de
depressie en dat deze reserve-vorming eenigszins
hebben verwaarloosd. Napraten heeft echter geen zin,
maar voor de toekomst moeten wij leering uit onze erva
ringen trekken. De Ring wil 't voorstel aanvaarden, maar
wenschte daarbij waarborgen voor een voorzichtig beleid
en versterking der reserves in de toekomst. Hij stelt dus
voor om aan de voorgestelde bepaling een amendement
in dien geest toe te voegen.
Autonomie is goed, maar als er geen goed gebruik van
wordt gemaakt, moet zij worden beknot.
De Voorzitter wees er op, dat weliswaar niet alle critiek
op het beleid der zwakkere banken ongegrond zou zijn,
maar dat haar verliezen toch voor het overgroote deel
door de crisis zijn veroorzaakt.
Aan een amendement, als voorgesteld door den Ring
Amsterdam, heeft het Bestuur geen behoefte, want art. 2
voorziet reeds in de mogelijkheid van controle, en het
Bestuur zal hiervan gebruik maken
De afgevaardigde van den Ring Amsterdam trok hierop
zijn amendement in.
De Voorzitter van het Bestuur sprak als zijn overtuiging
uit, dat het beheer der Boerenleenbanken over het alge
meen aan hooge eischen voldoet en dat het niet recht
vaardig zou zijn om sommige Boerenleenbanken te straffen
voor een beleid, dat toch altijd met goede bedoelingen is
gevoerd.
Uitslag verkiezingen.
Na afloop der pauze maakte de Voorzitter den uitslag der
verkiezingen bekend.
In de vacature in het Bestuur wegens periodiek aftreden
van den heer Baron van Ittersum, is deze herkozen. De
heer van Ittersum verklaarde zich bereid om de herkiezing
te aanvaarden (applaus), waarop de Voorzitter hem op
waardeerende wijze toesprak.
In de vacature in den Raad van Toezicht wegens over
lijden van den heer Commandeur is gekozen de heer
N. J. H. Raat. In de vacature's in den Raad van Toezicht
wegens periodiek aftreden van de heeren Eriks, Linden-
bergh en Bierema, zijn de heeren herkozen. Tot plaats-