INLICHTINGEN AAN DEN FISCUS.
82
DE RAIFFEISEN-BODE.
Een ander hulpmiddel bij de beoordeeling van de solidi
teit van een borg is het borgenregister. Dit is een alfabetisch
register, waarbij achter den naam van eiken borg al zijn
borgstellingen bij de Boerenleenbank, voor welke het regis
ter dient, vermeid staan. Men kan dus met dat register in
één oogopslag zien of iemand, die als borg wordt aange
boden, bij de Boerenleenbank reeds een of meer borg
stellingen heeft loopen, en zoo ja, tot welk(e) bedrag(en).
Wij aarzelen niet om het borgenregister bij alle Boeren
leenbanken, behalve de bepaald kleine, onmisbaar te
noemen. Het aanleggen er van levert eenige moeite op, maar
het is een moeite, die wel besteed is. Wij kennen wel bank-
besturen, die wenschen, dat de moeite wat eerder was
gedaan
Het borgenregister geeft natuurlijk alleen licht ten aan
zien van de borgstellingen bij de eigen Bank. Wanneer men
wil weten, of een borg ook bij andere Banken of particu
lieren borgtochten heeft loopen, is het eenige dat men hem
dit vraagt. Naar onze meening zullen de meeste borgen
weinig bezwaar hebben om hieromtrent inlichtingen te ver
schaffen (ten minste wanneer zij de namen van de betrokken
schuldeischers en schuldenaren niet behoeven te vermelden)
Daarom is de gedachte wel eens bij ons gerezen of het niet
mogelijk zou zijn bij het beoordeelen van door een aan
vrager aangeboden borgen nog een ander hulpmiddel te baat
te nemen, en wel een formuliertje, in te vullen en te onder
teekenen door de aanstaande borgen, waarbij deze ver
klaren, dat zij geen andere borgtochten hebben loopen dan
tot de volgende bedragen: Men kan natuur
lijk moeilijk controleeren of de borgen zulk een formulier
juist invullen, maar wij gelooven, dat de meesten het wel
naar waarheid zouden doen, en dan kan het formulier o.i.
zeer nuttig zijn.
De soliditeit van de borgen moet natuurlijk niet alleen
worden beoordeeld bij de aanvrage, maar ook later, tijdens
den loop van het voorschot of crediet. Het is noodzakelijk,
dat dit minstens éénmaal per jaar geschiedt. Is er een
borgenregister, dan doe men het aan de hand hiervan.
Natuurlijk kan men bij de periodieke controle van de solidi
teit der borgen wederom, of voor de eerste maal, een onder
zoek instellen naar de bezwaardheid van hun onroerende
goederen.
2. Het teekenen der borgen.
Als een voorschot of crediet onder borgtocht is toegestaan,
moeten de borgen natuurlijk teekenen op het desbetreffende
formulier. Zij moeten teekenen voor of op zijn laatst tege
lijk met de uitbetaling van het geld aan den voorschot- of
credietnemer. Zij moeten teekenen in tegenwoordigheid van
den Kassier of een bestuurslid; wanneer de onderteeke-
ning elders plaats grijpt, moet zij geschieden in tegen
woordigheid van een ander betrouwbaar persoon. In de
nieuwste uitgave van onze formulieren is een verklaring
opgenomen, te onderteekenen door dengene in wiens tegen
woordigheid is geteekend. „Handteekeningen en goed-
schriften in mijn tegenwoordigheid gesteld", luidt deze
verklaring. Wanneer één der handteekeningen in tegen
woordigheid van A is gesteld en de andere twee in tegen
woordigheid van B, moet deze verklaring natuurlijk iets
gewijzigd worden. A behoort de gedrukte verklaring te
veranderen in: „Handteekening en goedschrift van
in mijn tegenwoordigheid gesteld". B schrijve hierbij een
eigen verklaring, luidende „Handteekeningen en goed-
schriften vanenin mijn tegen
woordigheid gesteld".
De borgen moeten, zooals algemeen bekend is, boven
hun handteekening het zoogenaamde goedschrift plaatsen:
„Goed voor (bedrag in letters) met rente en
kosten". Teekent een borg in twee kwaliteiten, b.v. privé
als borg en als bestuurslid van een voorschot- of crediet-
ontvangende Vereeniging, dan is het gewenscht hem toch
boven beide handteekeningen het goedschrift te laten
plaatsen.
Wanneer een Vereeniging borg wordt, moet in haar
statuten worden nagezien, wie gerechtigd zijn namens de
Vereeniging te teekenen en of het bestuur nog toestem
ming noodig heeft van een hooger orgaan om de borgtocht
aan te gaan. Men zende hiertoe de statuten op aan de
Centrale Bank. Degenen, die namens de Vereeniging tee
kenen, moeten allen eigenhandig het goedschrift boven
hun handteekening zetten.
Het komt een hoogst enkele maal voor, dat een borg zijn
handteekening niet kan zetten. Men wil dan wel eens vol
staan met een kruisje. Een kruisje is echter onvoldoende.
Kan een borg zijn handteekening niet zetten, dan is de
eenige veilige oplossing: een notarieele acte van borgtocht.
De kosten hiervan zijn niet zoo hoog, dat zij een beletsel
behoeven te vormen.
iets minder zeldzaam is het geval, dat een borg wel zijn
handteekening, maar niet het goedschrift kan zetten. Voor
zulke gevallen is een mogelijke oplossing, dat hij een ander
machtigt om hem als borg te verbinden; de volmacht im
mers behoeft slechts van een handteekening, en niet van
het goedschrift te zijn voorzien. De gemachtigde moet op
de schuldbekentenis of crediet-acte teekenen als volgt
Namens (naam van borg)
Goed voorenz.
Handteekening gemachtigde.
Als borg moet in de daarvoor bestemde ruimte natuurlijk
niet de gemachtigde, doch de werkelijke borg worden
ingevuld.
Formulieren van volmachten als zoo juist bedoeld, zijn
bij de Centrale Bank verkrijgbaar.
Het komt wel eens voor, dat de fiscus van zijn slacht
offers verlangt, dat deze aan de Boerenleenbank, waar
mede zij in financieele relatie staan, verzoeken om hem
(den fiscus) een verklaring hieromtrent te doen toekomen.
De slachtoffers weigeren dit gemeenlijk niet; de Boeren
leenbanken ontvangen dus wel eens dergelijke verzoeken
van haar cliënten.
Welk standpunt behooren de besturen hiertegenover in
te nemen?
Op het eerste gezicht zou men zeggen: Als de betrok
kene zelf aan de Bank verzoekt om den fiscus inlichtingen
te verstrekken, is er geen enkel bezwaar tegen; integen
deel, want door de inlichtingen niet te verstrekken zou men
den betrokken belastingplichtige in ongelegenheid brengen.
En de geheimhoudingsplicht geldt in zulk een geval ook
niet, want de belanghebbende heft deze zelf op.
Op grond van deze voor de hand liggende overwegingen
plegen verschillende Boerenleenbanken, naar ons werd
medegedeeld, aan dergelijke verzoeken tot het verstrekken
van inlichtingen aan de belasting-ambtenaren gevolg te
geven.
Wanneer men de zaak dieper doordenkt, komt men
echter tot de conclusie, dat dit standpunt niet juist is.
Immers wat is het gevolg van de gewoonte om op verzoek
van de betrokkenen inlichtingen te geven? Dit is, naar onze
meening, dat het bankgeheim tegenover den fiscus practisch
wordt opgeheven.
Als de belasting-ambtenaren weten, dat de Boerenleen
banken inlichtingen geven, zullen zij daarvan hoe langer