WAT DACHT RAIFFE1SEN ERVAN
Geld- en Effectenmarkt
gedurende de maand Maart 1937.
DE RAIFFEISEN-BODE
(Overgenomen uit de „Schweizerische Raiffeisen-Bote")
Als een inspecteur, die zich van zijn plicht bewust is,
bij zijn inspectie aandringt op een streng naleven van de
statuten en als hij op grond daarvan op strikte betaling
van aflossing en rente aandringt, zij het desnoods met
strenge maatregelen tot invordering hiervan over te gaan,
wordt hem wel eens door de bestuurders der Locale Banken
en meer nog door den schuldenaar, die zich verongelijkt
gevoelt, verweten: ,,De oude Raiffeisen-geest is met het
grooter worden der organisatie verloren gegaan en de Raif-
feisen-organisatie is verworden tot een handelszaak, waarbij
de materieele belangen den doorslag geven."
Zij, die met dergelijke argumenten aankomen zijn niet
groot in aantal, in hun woordenkeus niet al te geestig en
kunnen dikwijls vergeleken worden met diegenen, die hun
eigen geweten sussen om zich op gemakkelijke wijze aan
hun verplichtingen te kunnen onttrekken.
Zij geven echter hiermede het bewijs, dat zij het wezen
en het doel der Locale Banken en nog veel minder de
opvattingen van vader Raiffeisen, den grondlegger van het
landbouw-credietwezen, op wien zij zich met nadruk be
roepen, hebben begrepen.
Omdat af en toe ook verstandiger menschen onder den
indruk komen van dergelijke, met kracht der overtuiging
uitgesproken, onjuiste beweringen, is het goed af en toe
eens bij vader Raiffeisen zelf in de leer te gaan en te ver
nemen, wat hij zelf op grond van vele ervaringen leerde
in een tijd, welke minstens zoo zwaar door de crisis werd
geteisterd als de tegenwoordige.
Raiffeisen heeft weinig boeken geschreven. Hij had hier
voor geen tijd, daar hij overladen was met werkzaamheden,
die hij geheel belangeloos op zich nam. Zijn eenige boek,
dat tijdens zijn leven 5 herdrukken beleefde en dat de op
richting en het beheer der voorschotbanken behandelt, laat
aan duidelijkheid en klaarheid in de omschrijving der voor
naamste voorwaarden, welke voor een goede werking van
een Boerenleenbank gesteld moeten worden, niets te wen-
schen over. De reeds vóór 50 jaar vastgestelde principes,
speciaal betreffende de zekerheidsstelling en het beheer,
zijn nog even actueel als vroeger.
Hij die gelooft, dat Raiffeisen zijn vereenigingen als ge
wone liefdadigheidsinstellingen ziet, die overal, waar hier
aan gebrek is, geld gaan verdeelen, dat men van den Staat
of van beter gesitueerden heeft afgenomen, zal volkomen
ontgoocheld worden, wanneer hij kennis neemt van Raif-
feisen's gedachten, die gevormd zijn door jarenlange erva
ring en groote menschenkennis.
Telkenmale komen in zijn boek de woorden „eigen hulp"
of „help uzelf" voor en met diegenen, die deze woorden
niet kennen of niet kennen willen, heeft hoe vreemd het
op het eerste gezicht schijnt Raiffeisen geen medelijden
en is niet tot helpen bereid. Telkens weer is men verwon
derd over de gestrengheid en de ijzeren consequentie, waar
mede hij optreedt tegen hen, die zich, steeds steunend op
andermans krukken door het leven willen slepen, inplaats
van de hun door God gegeven krachten te ontwikkelen en
er mede te woekeren.
Laten wij Raiffeisen zelf aan het woord
„Het spreekt vanzelf en is trouwens reeds in ontel
bare gevallen bewezen, dat het uitleenen van geld niet
alleen niet nuttig doch zelfs schadelijk kan werken.
Is dit het geval bijv. met dronkaards, spelers, slor
dige huisvrouwen, verspillers, luiaards, enz. dan be
hoort de toestemming tot het verstrekken van een lee
ning, zelfs met een millionair als borg, geweigerd te
worden.
Helaas wordt dit beginsel door verscheidene be
sturen niet steeds toegepast. Het is maar al te waar,
dat, zooals overal bevestigd wordt, de nood zeer groot
is en hulp verleend moet worden.
Des te meer echter kan de nood ook als middel ge
bruikt worden om het volk bij te brengen, dat slechts
aan diegenen hulp geboden zal worden, die zich be
ijveren kunnen slechte gewoonten af te leggen en door
inspanning van al hun krachten daadwerkelijk het be
wijs te leveren, dat zij niet alleen er naar streven hun
economische toestand te ordenen en te verbeteren, maar
ook zich op hooger moreel peil te stellen."
Betreffende de stiptheid in rentebetaling en aflossing
zegt Raiffeisen
„In het belang van het bedrijf en van den schulde
naar zelf kan niet dringend genoeg aanbevolen wor
den, dat van den aanvang af streng vastgehouden wordt
aan de gestelde aflossingstermijnen.
Als niet van het begin af stiptheid en orde wordt
betracht, dan is het later zeer moeilijk daartoe over
te gaan.
De aflossingstermijnen der geleende gelden moeten
zoowel ter wille van de Vereeniging als in het belang
van den schuldenaar en om dezen aan stiptheid te ge
wennen worden vastgehouden; de afbetalingen met alle
gestrengheid geëischt en wanneer het noodig is gerech
telijk ingevorderd worden. Als algemeene maatregel is
het aan te bevelen om bij niet stipte betaling de geheele
achterstallige schuld in te vorderen en het betrokken
lid het lidmaatschap op te zeggen. Uitzonderingen op
dezen regel zullen slechts zelden geoorloofd zijn. Ik
kan een dergelijk optreden uit ervaring niet dringend
genoeg aanbevelen. De aanbevolen maatregel schijnt
hard, zij is het echter niet, als men bedenkt dat de ter
mijnen zoodanig kunnen worden gesteld, dat redelijker
wijze er aan voldaan kan worden en dat de schulde
naren een heel jaar den tijd hebben om voor het geld
te zorgen: zooals dit dan ook bij goed beheerde ver
eenigingen in werkelijkheid, op weinig uitzonderingen
na, geschiedt."
Zoo sprak Raiffeisen.
Wanneer de Besturen der Boerenleenbanken dus op over
eenkomstige wijze op orde en stiptheid aandringen, ver
dienen zij geen verwijten, en vooral niet het verwijt, dat ze
niet naar den geest van vader Raiffeisen handelen, die
steeds bereid de helpende hand te bieden, een onbuigzame
wil tot „eigen hulp" bij de credietzoekenden als voorwaarde
stelde en wilde, dat met de credietverleening ook in het
bijzonder paedagogisch werk werd gedaan.
De wisselmarkt bleef gedurende de geheele maand vrij
stabiel. Particulier disconto was terwijl de prolon
gatie-rente zich stelde op 1
De koersen waren
1 Maart
15 Maart
23 Maart
Londen
8.93
8.933/4
8.921/,,
Berlijn
73-42 V2
73-55
73-45
New-York
182.625
183.875
182.75
Parijs
8.49V4
8.40
8.39
Brussel (Belga)
30.75
30.82'/2
30.767,