t ONORGANISATORISCH OPTREDEN DE RAIFFEISEN-BODE. 75 dracht. Zooals reeds opgemerkt, deze is als uitsluitende zekerheid nimmer aanvaardbaar. Zij kan echter goede dien sten bewijzen als gedeeltelijke dekking. Hieromtrent volgen hieronder nog eenige nadere opmerkingen. Een derde punt, waaromtrent eenige opmerkingen op haar plaats zijn, betreft de mogelijkheid van het verstrekken van zakelijke zekerheid door voorschot- of credietnemers. Zij, die een boerderij aankoopen en daarvoor geld noodig heb ben, kunnen gemakkelijk dekking geven in den vorm van hypotheek op de boerderij. Aan zakelijke dekking van het z.g. bezitscrediet (zie vorig artikel) zal in den regel dus niets in den weg staan. Het z.g. verbeteringscrediet (waar mede het onroerend bezit wordt verbeterd) zal veelal kunnen worden gedekt door tweede hypotheek plus ver panding van eenig ander bezit van den voorschotnemer, of als deze geen ander bezit heeft dat voor verpanding in aanmerking komt plus aanvullende borgtocht (de be zwaren tegen borgtocht gelden niet, wanneer deze slechts een aanvullend karakter heeft). Het vaste bedrijfscrediet is veelal niet zoo gemakkelijk van zakelijke zekerheid te voorzien. Het wordt besteed tot aanschaffing van de inventaris. Deze is zelf als zekerheid niet erg geschikt. De Bank kan haar in zekerheidsover dracht nemen. Maar beter is het wanneer zij den voor schotnemer verzoekt om andere zakelijke zekerheid er voor te stellen. Misschien heeft de voorschotnemer een goede hypothecaire vordering, en soliede polis van levensverzeke ring, e.d., die als zekerheid kan dienen. Zoo niet, dan kan de Bank de veestapel in zekerheidsoverdracht nemen, maar niet zonder borgstelling erbij. De borgstelling moet op zichzelf soliede genoeg zijn, en wanneer het vaste bedrijfs crediet tamelijk groot is, verdient het aanbeveling om ook van een of meer der borgen zakelijke zekerheid te ver langen. De zekerheidsoverdracht van den veestapel is een weinig soliede dekking. Men heeft er weinig houvast op, want de veestapel berust onder den schuldenaar zelf. Het vee kan in waarde sterk achteruit gaan, of door een besmet telijke ziekte sterven. Wanneer de voorschotnemer pachter is, is de verpachter bevoorrecht op het vee voor achter stallige pacht, ook al is het vee eigendom van de Bank. Dit alles neemt echter niet weg, dat de zekerheidsover dracht toch wel eenige waarde heeft; zoowel voor meer dere zekerheid voor de Bank als ter ontlasting van de borgen is het dus gewenscht haar te nemen. Het losse bedrijfscrediet is ook niet altijd even gemak kelijk zakelijk te dekken. Is het klein, dan kan echter zonder meer met borgstelling genoegen worden genomen (zie boven). Is het grooter, dan kan, als de voorschot- of credietnemer geen effecten, vorderingen, polissen, e.d., ter beschikking kan stellen, wellicht de oplossing worden ge vonden in een combinatie van een tweederangs zekerheid als tweede hypotheek of zekerheidsoverdracht en borg stelling. Voor de practijk met al zijn schakeeringen zijn natuur lijk geen algemeen geldende regels, waarvan niet afge weken mag worden, vast te stellen. Maar dat is ook niet noodig. Als men het algemeene beginsel zoo mogelijk zakelijke zekerheid maar vast houdt en als men bij afwijkingen van dit beginsel maar de noodige voorzichtig heid betracht. Wanneer bij grootere posten geen zakelijke zekerheid van den debiteur kan worden verkregen, kan deze voorzichtigheid worden betracht in dien vorm, dat men de borgen (of één van hen) zakelijke zekerheid laat geven. Dan heft men althans het bezwaar tegen borgtocht, hierboven genoemd onder 1, op. Voor de borgen is het ver- leenen van zakelijke zekerheid minder aangenaam, maar daar staat tegenover, dat zij zich daardoor beter realiseeren, Wij merken hierbij op, dat wij voor de zekerheidsoverdracht van vee, die plaats heeft tegelijk met de verleening van voorschot of crediet, acte's verkrijgbaar stellen, volgens welke het omschrijven of merken der dieren overbodig is. Deze acte's zijn dus gemakkelijk in het gebruik. Behandel de borgen zooals gij zelf aIs borg behan deld zoudt willen worden! Stel hen op de hoogte, wanneer het minder goed gaat met den schuldenaar wanneer hij nalatig is met rente-betaling, of wanneer zijn crediet „bevroren" raakt. En laat de borgen uitstelformulieren teekenen bij uitstel van de in de schuldbekentenis bepaalde aflossing. Hierdoor voorkomt gij moeilijkheden waartoe zij zich verbinden en dat de teleurstelling minder groot zal zijn, als zij moeten betalen. Wij sluiten deze „algemeene beschouwingen over de zekerheid met de wellicht overbodige opmerking, dat men te allen tijde bij de Centrale Bank advies kan bekomen over de dekking, welke in een bepaald geval mogelijk en ge wenscht is. Ergens in ons land wij zullen maar niet zeggen waar heeft de algemeene vergadering eener Boerenleenbank een Commissie benoemd „om de Bank te behouden en zaken te regelen", zooals in een ons toegezonden kranten verslag staat. Wij willen hier niet ingaan op de bijzonderheden van dit speciale geval, maar wij meenen niet te kunnen nalaten op te merken, dat de benoeming van een dergelijke commissie in hooge mate onorganisatorisch is. De leden vertrouwen het bestuur, of zij vertrouwen het bestuur niet. Is het eer ste het geval, dan dienen zij het regelen van de zaken der Bank ook aan het Bestuur over te laten. Het is dan geheel overbodig om naast het Bestuur nog een commissie te zetten. En in het tweede geval de leden stellen geen vertrouwen in het Bestuur is de eenige juiste oplossing, dat zij het Bestuur tot aftreden nopen en een nieuw Bestuur kiezen. Een Bestuur, dat het vertrouwen niet meer heeft, dient niet gehandhaafd te blijven, ook niet met een commissie naast zich, die eens eventjes de zaken zal opknappen. Daar komt nog bij en deze overweging geldt voor beide gevallen dat het verkeerd is om twee kapiteins op één schip te zetten. Het schijnt ons derhalve gewenscht, dat, wanneer in een andere algemeene vergadering een streven tot uiting mocht komen om een commissie naast het Bestuur te benoemen met een taak, die geheel of gedeeltelijk ligt op het terrein van het Bestuur, het Bestuur hieraan weerstand biedt. Het Bestuur heeft zeer zeker de macht om de benoeming van een dergelijke commisie te voorkomen, want deze benoe ming is natuurlijk geen agenda-punt. Goed beschouwd mag het Bestuur om deze reden de benoeming niet eens toelaten.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1937 | | pagina 3