DE ALGEMEENE RENTEDALING EN DE RENTE VOOR SPAARGELDEN. 66 DE RAIFFEISEN-BODE. 3e. Ter verkrijging van het benoodigde bedrijfskapitaal (vast en los bedrijfscrediet). Het bezitscrediet verhoogt niet de opbrengst van den grond. Rente en hoofdsom zullen echter uit de netto- opbrengst terugbetaald moeten worden. De schuldenlast mag niet te hoog worden en de terug betaling zal slechts met jaarlijksche zeer kleine bedragen kunnen geschieden. Het verbeteringscrediet wordt besteed tot het aanbren gen van verbeteringen aan den grond met het doel de opbrengst te vermeerderen. Het doel zal slechts na verloop van meerdere jaren worden bereikt, zoodat het geleende geld langzamerhand, na verloop van jaren, kan worden terugbetaald. Het losse bedrijfscrediet dient o.a. voor den aankoop van kunstmest, voerartikelen, zaai-, poot- en plantgoed, betaling van werkloonen enz. Dit crediet is in den regel noodig gedurende het pro ductie-proces en kan dus in betrekkelijk korten tijd, althans binnen het jaar, worden afgelost. Het vaste bedrijfscrediet kan dienen om den landbouwer in staat te stellen tot de aanschaffing van werkdieren, landbouw-inventaris en vee, om den veestapel uit te brei den voor de mekwinning of om fokdieren te koopen. Deze uitleeningen loopen uit den aard der zaak eenige jaren. Wat hier gezegd is over het crediet, dat verleend wordt aan den landbouw, is van overeenkomstige toepassing voor den tuinbouw. De boerenleenbanken hebben niet den taak om in de behoeften aan grond- en bezitscrediet te voorzien. Voor het verleenen van voorschotten op langen termijn be- hooren immers middelen op langen termijn ter beschikking te staan. Of het verantwoord is een gedeelte van de be schikbare gelden uit te zetten op langen termijn hangt af van den aard der bij haar gedeponeerde gelden. Bij de be spreking van de liquiditeit der banken komen wij hierop nader terug. De boerenleenbanken hebben wel ten doel te voorzien in het bedrijfscrediet zoowel het losse als het z.g. vaste, waarvan hierboven sprake was, terwijl ook het verstrek ken van het verbeteringscrediet tot haar taak kan ge rekend worden. Zekerheid. In artikel 38 der Statuten der boerenleenbanken wordt o.a. het volgende bepaald „Bij het toestaan van voorschotten, van credieten in loopende rekening, van garanties, moet altijd zonder uitzondering, de terugbetaling verzekerd zijn door het stellen van persoonlijke of zakelijke zekerheid." De basis voor een crediet is het vertrouwen, dat de Bank stelt in den aanvrager, dat deze zijn verplichtingen tot terugbetaling en rentebetaling zal nakomen. Er kunnen zich omstandigheden voordoen, waardoor het den credietnemer niet mogelijk blijkt aan zijn verplichtin gen te kunnen voldoen. Om deze reden wordt door de Bank zekerheid ge vraagd. Immers de boerenleenbank behoort geen schade te lijden door de credietverleening. Zij is niet in staat hooge winsten te maken, omdat de credieten tegen zeer billijke voorwaarden ter beschikking gesteld worden. Zij wordt niet beloond voor risico's welke zij zou loopen bij z.g. blanco of ongedekte credietverleening. Zij heeft ten slotte te waken voor de belangen van haar leden, welke aansprakelijk zouden zijn voor tekorten, voortspruitende uit de credietverleening. De gestelde zekerheid moet dan ook dienen om de risico's bij onverhoopten slechten gang van zaken van den debiteur, uit te sluiten. Na de depreciatie van den gulden op 26 September j.1. is er een geldruimte gekomen, welke zooals bekend is, een zeer belangrijke rentedaling op de geld- en de fondsen- markt tot gevolg had. In de eerste dagen na de depreciatie was het publiek wel even wat zenuwachtig. De radiorede van den minister president Colijn, die maande tot rust, bracht echter reeds eenige entspanning. Toen ook bij opvragingen van gelden van banken bleek, dat men zijn geld volledig terug kreeg (en voor elke gul den nog 100 centen ontving terwijl men voor het geld ongeveer hetzelfde kon koopen als vóór de depreciatie, was de onrust spoedig weg. Hoewel er in de eerste dagen eenig geld bij de banken werd opgevraagd, niet alleen uit onrust, maar ook om noodige en vooral niet direct noodige inkoopen te doen, of om te hamsteren, bleven de opvragingen verre beneden de verwachtingen, welke vooral door de tegenstanders der devaluatie waren gewekt. In de week van 26 September3 October werd door de banken aan de Centrale Bank niet méér onttrokken dan gedeponeerd. Van groote onrust dit blijkt ook uit het verloop der gelden bij andere banken is geen sprake geweest. Het vertrouwen is niet geschokt; integendeel er is, bij wijze van spreken, meer vertrouwen dan ons lief is in deze omstandigheden. Want er vloeit meer geld toe, dan loonend kan worden uitgezet. Eén van de gevolgen is n.1. geweest, dat kapitalen, welk vroeger uit angst voor komende devaluatie gevlucht waren in of of andere valuta's, wederom werden om gezet in guldens. Speculanten, die in de hoop op deva luatie hun guldens hadden omgezet in buitenlandsche be leggingen of deviezen, verkochten deze waarden om er guldens voor terug te krijgen. Ook de geldbeleggers uit het buitenland stellen nu de bestaande onrust op mone tair gebied voor een groot deel verdween hun kapitalen wederom ter beschikking van de Nederlandsche geld- en effectenmarkt. Deze toestrooming van kapitalen zonder dat er kapitaalexport plaats vindt door leeningen te verstrekken aan het buitenland beteekent een steun voor den guldenkoers. Het is waarschijnlijk een tijdelijk verschijnsel en de politiek van het egalisatiefonds is er op gericht om onnoodige, voor den handel zeer schadelijke, fluctuaties te voorkomen. Het egalisatiefonds kocht reeds voor belangrijke be dragen aan vreemde valuta via Nederlandsche Bank en andere banken. Door die omzettingen van vreemde valuta's in guldens, stijgen de saldi in guldens bij die banken; er ontstaat een groote verruiming van de geld markt. Deze ruime geldmarkt bezorgt echter moeilijkheden. Want bij veel aanbod van geld is de prijs laag en we zien dan ook, dat het korte geld bijna niets meer waard is. Het z.g. „daggeld", dagelijks opzegbaar geld, „doet" on geveer yA en is zelfs niet eens altijd te plaatsen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1937 | | pagina 2