AIFFEISEN-BODE
HET BEHEER EENER BOERENLEENBANK.
OFFICIÉÉL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE
RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT
INHOUD:
IN MEMORIAM A. COMMANDEUR, f
REDACTIONEEL GEDEELTE.
ZIE MEDEDEELINGEN OP BLZ.70 EN 71
REDACTIE EN
ADMINISTRATIE
KR NIEUWE
GRACHT 29
UTRECHT
TELEF. 15867
TWEE EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 9
MAART 1937
VERSCHIJNT DEN EERSTEN
VAN IEDERE MAAND
ABONNEMENT F 0.50 PER JAAR
LOSSE NUMMERS 10 CENT
FRANCO PER POST
a. Redactioneel Gedeelte. IIn Memoriam A. Comman
deur f. 2. Het Beheer onzer Boerenleenbanken. (Ver
volg). 3. De algemeene rentedaling en de rente voor
spaargelden. 4. Het buiten werking stellen van goud-
clausule's. 5. Processen. 6. Borgstelling gedekt door hy
potheek. 7. Van onze Boekentafel. 8. Geld- en Effecten-
markt.
b. Mededeelingen. I. Vergaderingen. 2. Spreekuren Juridisch
Bureau. 3. De Kramer-akte. 4. Verzoek om opgave ka
pitaal. 5. Sluiting kantoor. 6. Bericht van uitloting.
Het is met diep leedwezen, dat wij het over
lijden, op 17 Februari j.1, van den Heer A.
Commandeur, in leven lid van den Raad van
Toezicht der Centrale Bank, moeten aankon
digen. De Heer Commandeur, die tot voor kort
tevens Burgemeester der gemeenten Spanbroek
en Opmeer was, heeft in den Raad van Toezicht
zitting gehad sedert 1921 en maakte 12 Februari
j.1. nog een vergadering ten kantore der Cen
trale Bank mede. Niet alleen in deze functie
heeft hij onze organisatie gediend; hij was ook
Voorzitter van het Bestuur der Coöperatieve
Boerenleenbank te Spanbroek.
Hij ruste in vrede.
Hoofdstuk III. Voorschot- en Credietverleening
Aard, gebruik en looptijd van het crediet.
In ons vorig artikel behandelden wij in het algemeen
de moeilijkheden welke zich bij de verleening van het be-
drijfscrediet in den landbouw voordoen, en noemden wij
als de grondslagen voor de credietverleening de persoon
lijke credietwaardigheid, de kunde, de arbeidzaamheid en
moraliteit van den credietnemer naast de verwachte mo
gelijkheid om uit de opbrengst van zijn bedrijf zijn ver
plichtingen te voldoen.
Wij wezen erop, dat een te gemakkelijk te verkrijgen
crediet, of een verkeerd en onoordeelkundig verleend cre
diet niet ten voordeele van den credietnemer kan zijn.
Het geld dat door de credietverleening ter beschikking
komt, kan door den credietnemer op verschillende wijze
worden aangewend.
Gebruikt hij het om ervan te leven, dan bestaat er
groote kans, dat het voor hem noodlottig wordt en voor
de bank en de borgen moeilijkheden zal opleveren, daar
hij zelf niet in staat zan zijn tot terugbetaling.
Gebruikt hij het geld om er mee te speculeeren, dan zijn
de gevallen zeer zeldzaam, dat er voordeel uit getrokken
wordt.
Crediet te verleenen voor beide doeleinden is in het
algemeen niet te verdedigen, daar het in strijd geacht kan
worden met het doel der boerenleenbank.
Gebruikt de credietnemer het geld in zijn bedrijf, dan
zal het voor hem al of niet voordeelig zijn, al naar gelang
van de resultaten.
Het gebruik, dat van het crediet wordt gemaakt is de
bron van terugbetaling.
Het crediet kan in den landbouw noodig zijn
le. voor verkrijging van boerderijen in eigendom, dus
voor het aankoopen van gronden of het bouwen van
boerderijen; of bij verdeeling van een erfenis, waarbij
de grond aan een erfgenaam wordt toebedeeld, terwijl
de mede-erfgenamen schadeloos gesteld worden met
door den erfgenaam geleend geld. Men spreekt hier
van grond- of bezitscrediet.
2e. Voor het aanbrengen van verbeteringen (verbeterings-
crediet).