50
DE RAIFFEISEN-BODE
crediet in haar vollen omvang. Daarbij denk ik in de
eerste plaats aan de Bestuursleden, de leden van de Raden
van Toezicht en zeker niet 't laatst aan de kassiers, met
hun in dezen tijd zeker niet gemakkelijke taak.
Rekent men het aantal van deze functionarissen ge
middeld op 8 per bank, dan komen wij tot een leger van
ruim 10.000 personen, die deze organisaties dragen, bijna
uitsluitend door liefde tot de zaak, in de overtuiging, daar
mede een zaak te dienen van groot algemeen belang.
Daarbij is geen rekening gehouden met het groot aantal
personen dat bij de vele land- en tuinbouworganisaties
werkzaam is, welke in de meeste gevallen door de Cen
trale of de Locale Banken worden gefinancieerd. Het
cijfer van de verleende voorschotten der bij onze Bank
aangesloten banken van ruim 159.000.000.moge dit
nader illustreeren.
Dat deze financiering niet geschiedt om winsten te
maken, behoeft geen nadere vermelding, doch dat de ge
zamenlijke reserves der aangesloten banken bijna
19.000.000.bedragen, is zeker niet zonder beteekenis.
Met deze enkele cijfers meen ik te mogen volstaan. Er
blijkt voldoende uit, welke plaats onze organisatie in den
land- en tuinbouw inneemt en van welke beteekenis zij is
voor het behoorlijk functioneeren als spaar- en crediet-
instelling voor den in benarde omstandigheden verkeerende
land- en tuinbouw.
En het merkwaardige van ons werk is wel dit, dat dit
alles geschiedt op rustige, kalme wijze, zonder dat er veel
van tot de buitenwereld doordringt.
Ook hier geldt het „rustig temidden van woedende
baren".
Is het niet een groot voorrecht hier nog eens te mogen
constateeren, dat tot dusverre nog geen enkele spaarder,
die zijn spaarpenningen aan onze instellingen toever
trouwde, ooit ook maar een enkele cent is te kort ge
komen?
Dat brengt mij als vanzelf op een punt, dat de aandacht
van ons bestuur heeft, n.1. dat wij ook in dit opzicht voor
zichtig moeten blijven en er niet naar moeten streven, die
spaargelden naar ons toe te trekken, welke bij onze organi
satie niet thuis behooren, waartoe bij de groote geldruimte
van thans wel eenig gevaar bestaat.
Bij de groote geldruimte van thans moeten ook de locale
banken zich beperkingen opleggen, geen spaargelden naar
zich toe trekken, welke bij onze organisatie niet thuis
behooren.
Verleidelijk is de vraag, of het uitnemende werk onzer
organisatie overal die waardeering heeft, welke het ver
dient. Zonder hierop diep in te gaan, komt het mij voor,
dat dit niet allerwege het geval is. Zelfs in de leidende
kringen van hooge colleges schijnt ons werk niet steeds
geheel begrepen en gewaardeerd te worden, terwijl het
van juister inzicht zou getuigen, indien ook van hooger
hand ons werk en altruïstisch streven met alle krachten
werd gesteund.
Gelukkig is desalniettemin onze organisatie krachtig
gegroeid en tot grooten bloei gekomen, gedragen als zij
wordt door de liefde en de toewijding van de talrijk velen,
die den vaderlandschen land- en tuinbouw, ook en vooral
in dezen uiterst moeilijken tijd, blijven beschouwen als een
der hechtste grondslagen voor onze samenleving. Moge dat
ook in de toekomst zoo blijven.
Het afgeloopen jaar kenmerkte zich door talrijke be
langrijke gebeurtenissen. In de eerste plaats moet dan
worden vermeld het heugelijk feit van de verloving van
onze geliefde Prinses Juliana, de hope des vaderlands, met
Prins Bernhard von Lippe-Biesterfeld, welke onverwachte
en blijde tijding, door de geheele bevolking met groote
vreugde werd vernomen. Zooals ons volk heeft deel
genomen in het leed, dat het Koninklijk Huis, in de laatste
jaren meermalen had getroffen, leeft het thans mede in het
geluk van het vorstelijk paar, waarbij onze gedachten
vooral ook uitgaan naar onze geëerbiedigde Koningin, die
Hare Kinderen gedragen ziet door de groote liefde, welke
ons volk het aloude Huis van Oranje toedraagt.
Moge het vorstelijk paar rijke zegen deelachtig worden
en moge deze hooge verbintenis strekken tot heil van volk
en vaderland.
Het loslaten van den gouden standaard heeft voor groote
groepen van landbouwers en met name voor de veehouders
niet die voordeelen gebracht welke velen ervan hoopten.
Wel schijnt het internationaal handelsverkeer eenigermate
te zijn toegenomen en bestaat er voor sommige groepen
onzer samenleving aanleiding voor een gematigd opti
misme. Overigens is de internationale politieke hemel nog
verre van helder. Toch zal het noodig zijn onze uiterste
krachten te blijven inspannen en niet bij de pakken te
gaan neerzitten. Wij moeten weer verder en het geloof in
een betere toekomst niet verliezen. Dat mogen ook vooral
de jongeren onder ons bedenken, die te bewaren en te
cultiveeren hebben, hetgeen de ouderen, eveneens onder
moeilijke omstandigheden, hebben tot stand gebracht.
Het is nog steeds de hoop, welke doet leven, het geloof
dat bergen verzet en de liefde die ons moet bezielen bij
onze niet steeds gemakkelijke taak.
Thans nog een persoonlijk woord. In de laatst gehouden
Algemeene Vergadering, heb ik mijn mandaat, dat toen
reeds 18 jaren liep, opnieuw met 3 jaren zien verlengd.
Ik heb gemeend dit groote vertrouwen te moeten aan
vaarden, zonder daarop in de Algemeene Vergadering
diep in te gaan.
Uit de vriendelijke woorden van den heer Stroink, den
voorzitter der vergadering tot mij gericht, heeft U kunnen
bemerken, dat het mij eenigen strijd heeft gekost dit groote
blijk van vertrouwen, dat door mij hoogelijk wordt gewaar
deerd, opnieuw te aanvaarden. De aanvankelijke aarzeling
is echter overwonnen door de groote tegemoetkomendheid
van het bestuur en van de plaatsvervangende bestuurs
leden, waarvoor ik hen hier gaarne een woord van harte-
lijken dank betuig, evenals voor de aangename wijze
waarop het bestuur samenwerkt. In niet mindere mate is
dit het geval met den Voorzitter en de leden van den
Raad van Toezicht, de directie en de hoofdambtenaren,
waarmede het bestuur uit den aard der zaak het meest in
aanraking komt. Ik heb daarvoor alle waardeering.
Een heugelijk feit was de Koninklijke onderscheiding,
welke den heer Jhr. Mr. Hooft Graafland in het afgeloopen
jaar te beurt viel, waardoor èn de directeur èn de organi
satie werden geëerd.