CONTROLE OP VEREENIGINGEN. DE RAIFFEISEN-BODE. 43 moet van dit besluit onder opgave van redenen schriftelijk worden kennis gegeven aan het betrokken lid. Men denke er aan deze formaliteiten in acht te nemen en de gronden der ontzetting ook in de bestuursnotulen op te nemen. De ontzetting wordt geacht te zijn ingegaan met den dag, waarop het besluit ertoe is genomen, tenzij het besluit een anderen (lateren) datum aanwijst. Het ontzette lid heeft beroep op den Raad van Toezicht. Leden van Bestuur en Raad van Toezicht kunnen in voor melde gevallen slechts door de Algemeene Vergadering worden ontzet. Van de ontzetting wordt door het Bestuur aanteekening gedaan in het ledenregister. Het is gewenscht, dat deze aanteekening door twee be stuursleden wordt onderteekend. Betaling bij toe- en uittreding. Bij huishoudelijk reglement kan worden bepaald aldus art. 10 der statuten dat bij toetreding, bij uittreding door opzegging door het lid en bij ontzetting een bedrag in de kas der Bank wordt gestort. Men moet hieromtrent dus het huishoudelijk reglement raadplegen. In de reglementen van vrijwel alle Boerenleenbanken, die een uittreegeld heffen, komt de bepaling voor berus tende op art. 10 lid 2 der statuten dat een uittredend lid van de verplichting tot betaling van uittreegeld kan wor den ontheven door het Bestuur onder goedkeuring van den Raad van Toezicht, ingeval hij binnen 3 maanden na zijn uittreding lid wordt van een andere Boerenleenbank aan gesloten bij de Centrale Bank te Utrecht. Wanneer een lid uittreedt (op welke wijze ook) en de balans der Bank mocht onverhoopt met een verlies sluiten, dan spreekt het vanzelf (en dit is ook bepaald in art. 10 en 11 der statuten) dat hij eveneens, dus boven zijn uittreegeld, zijn aandeel volgens art. 11 tweede lid, op eerste aanmaning van het Bestuur in de kas der Bank moet storten. Bijhouden van het ledenregister. Art. 16 der Wet op de Coöperatieve Vereenigingen be paalt: „door het Bestuur wordt nauwkeurig boek gehouden van de toe- en uittreding der leden. Is deze laatste het gevolg van het overlijden van een lid, dan wordt daarvan aanteekening gedaan, zoodra het overlijden aan het Bestuur bekend wordt." Hoewel de Wet ook' een anderen vorm van ledenboek houding toelaat, zijn bij onze Boerenleenbanken de leden- registers in gebruik gebleven. Het ledenregister bevat de volgende afdeelingen Ia. leden van het Bestuur; b. leden van den Raad van Toezicht. II. Toetreding en beëindiging van het lidmaatschap. III. Bijbehoorende stukken. De invulling van afdeeling Ia en b vereischt geen nadere toelichting. Wat afdeeling II betreft, ook de invulling hiervan be hoeft, na alles wat hierboven reeds is opgemerkt, weinig uitleg. Men denke er aan in kolom 2 den juisten naam (bij voorkeur voornamen voluit; is het een weduwe dan haar eigen naam, met toevoeging: weduwe vanin te vullen. In kolom 6 vindt men eenige ruimte voor eventueele opmerkingen. Afdeeling III dient voor het opbergen van: 1. afschriften van notariëele acten van toetreding en opzegging (zie boven onder: „Toelating als lid" en „Opzegging door het lid") 2. voor exploiten, uitgebracht bij verzuim van de ver- eischte erkentenis der opzegging (zie boven onder „Opzegging door het lid") 3. volmachten tot toetreding of opzegging. Omtrent dit laatste merken wij nog op, dat het mogelijk is om toe te treden of op te zeggen bij gemachtigde. Het is noodzakelijk, dat de gemachtigde een schriftelijke volmacht (zegel 0,30) overlegt, waaruit zijn bevoegdheid blijkt. Slechts bij hooge uitzondering late men toetreding bij ge machtigde toe. Verplichting tot bijhouden van het ledenregister. Wij hebben de bijhouding van het ledenregister en wat daarmee in verband staat nogal uitvoerig behandeld, omdat het voor de Bank van groot belang kan zijn, dat goed vast staat, wie leden zijn en wie hebben opgehouden lid te zijn. Daarom moet het ledenregister zeer nauwkeurig worden bijgehouden. Niet voor niets wijden de statuten een speciale bepaling hieraan (art. 19 letter a: het bestuur moet er voor zorgen, dat het ledenregister geregeld wordt bijgehouden en gedurende 30 jaar wordt bewaard; deze 30 jaar moeten worden gerekend vanaf de laatste daarin voorgekomen aanteekening) Artikel 39 b en c der Wet op de Coöperatieve Ver eenigingen bepaalt nog: Met een geldboete van ten hoogste duizend gulden worden gestraft de bestuurders eener Coöperatieve Vereeniging, die niet voldoen b. aan hunne verplichting tot het nauwkeurig bijhou den van de toe- en uittreding der leden van de Ver eeniging; c. aan hunne verplichting binnen een maand na het einde van ieder boekjaar een schriftelijke opgaaf van de wijzigingen, die de ledenlijst in den loop van dat boekjaar heeft ondergaan aan de ten kantore van het Handelsregister neergelegde lijst toe te voegen, of op verlangen van de Kamer van Koophandel en Fabrieken een nieuwe lijst neer te leggen. Nog steeds blijkt ons uit de praktijk, dat de wijze, waarop de door de Algemeene Vergadering der Centrale Bank aan genomen voorschriften met betrekking tot de credietverlee- ning aan Vereenigingen behooren te worden uitgevoerd, niet aan allen duidelijk is. Door ons is aan de Boerenleenbanken opgegeven, welke Vereenigingen e.d. volgens de ons ten dienste staande ge gevens in aanmerking komen voor genoemde voorschriften. Tevens werd door ons aan die Boerenleenbanken, bij welke Aankoopvereenigingen crediet genieten, een model- verslag toegezonden. Deze model-verslagen hebben dus uitsluitend betrekking op Aankoopvereenigingen (en eventueel ook op de afdeeling Malerij van verschillende Zuivelfabrieken, die we hoofd zakelijk in de provincie Drenthe aantreffen). Aangezien ons bekend is, dat verschillende Boerenleen banken deze model-verslagen aan de Aankoopvereenigingen toezenden met verzoek deze te willen invullen, laten wij hieronder nogmaals volgen wat eigenlijk de bedoeling hier van is. De bedoeling van de toezending dezer model-verslagen is nu geen andere, dan dat een exemplaar daarvan door de Bank wordt doorgegeven aan de Aankoopvereeniging, opdat deze er aldus mede bekend gemaakt wordt, welke gegevens betreffende den gang van zaken in de accountantsrapporten dier Vereenigingen worden verwacht. Het is dus niet de bedoeling, dat deze model-verslagen door de Aankoopvereenigingen worden ingevuld. Een exemplaar van het accountantsrapport, waarin be doelde gegevens zijn verwerkt, dient te worden gezonden aan de Centrale Bank. Stelt de Boerenleenbank er geen prijs op een dergelijk rapport te ontvangen, dan behoeft haar geen afschrift daar van te worden toegezonden. Van de Aankoopvereenigingen, die geen lid zijn van het Centraal Bureau behoeven de rapporten dus alleen aan de Centrale Bank te worden gezonden (al of niet door tus- schenkomst van de Boerenleenbank)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1936 | | pagina 3