AIFFEISEN-BODE
HET BEHEER EENER BOERENLEENBANK.
COÖPERATIEVE CENTRALE
RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT
REDACTIE EN
ADMINISTRATIE
KR. NIEUWE
GRACHT 29
UTRECHT
TELEF. 15867
TWEE EN TWINTIGSTE JAARGANG No. 6
DECEMBER 1936
OFFICIEEL ORGAAN VAN DE
VERSCHIJNT DEN EERSTEN
VAN IEDERE MAAND
ABONNEMENT F 0.50 PER JAAR
LOSSE NUMMERS 10 CENT
FRANCO PER POST
INHOUD
Redactioneel Gedeelte. 1Het Beheer eener Boerenleen
bank (vervolg)2. Controle op Vereenigingen. 3. Model
hypotheekacte. 4. Geld- en Effectenmarkt.
Mededeelingen. I. Rentewijziging en jaardeposito s. c. Advertentiën.
2. Huwelijk H.K.H. Prinses Juliana. 3. Coupons Depo
sito-Obligaties. 4. Uitloting Deposito-Obligaties.
Hoofdstuk II. De Boekhouding der Bank (vervolg).
Controle door den Raad van Toezicht.
Jaarlijksche controle. Tusschentijdsche
controle en onverwachte kasopnamen.
Wat deze punten betreft meenen wij te kunnen volstaan
met een verwijzing naar het Handboekje. Niet omdat zij
van minder belang zijn, maar omdat zij in het Handboekje,
(zie blz. 235239 van den vierden druk) voldoende uitvoerig
zijn behandeld. Wij raden onze lezers aan de desbetreffende
bladzijden in het Handboekje nog eens door te kijken.
Hoofdstuk III. Lidmaatschap en ledenregister.
Aanneming van leden.
Wie kunnen als lid der Boerenleenbank worden aange
nomen?
Het antwoord hierop geeft ons art. 3 der statuten
Dit zijn dan
I. Personen, die aan de in art. 3 nader omschreven
eischen voldoen;
II. Rechtspersoonlijkheid hebbende Vereenigingen, die
aan zekere vereischten voldoen;
III. Wettelijk gereglementeerde waterschappen.
Eischen voor het lidmaatschap van personen.
De eischen, welke art. 3 stelt voor het lidmaatschap van
personen, zijn
a. Men moet te goeder naam en faam bekend staan. Hier
over zal het Bestuur in den regel voldoende kunnen
oordeelen.
b. Men moet bekwaam zijn om overeenkomsten aan te
gaan. Niet in aanmerking komen dus minderjarige per
sonen, onder curateele gestelden, zij die in staat van
faillissement zijn, en gehuwde vrouwen.
c. Men mag geen lid zijn van een andere Boerenleenbank.
Dubbel lidmaatschap moet voorkomen worden, ten
einde te vermijden, dat gelden worden geleend bij
meerdere Boerenleenbanken, waardoor inzicht in den
financiëelen toestand van den geldnemer wordt be
moeilijkt.
d. Men moet binnen het bij Huishoudelijk Reglement
bepaalde werkgebied der Bank wonen.
Een beperkte vereenigingskring is een der grond
beginselen van het Raiffeisen-systeem en brengt mede
bekendheid met soliditeit, moraliteit en capaciteiten
van den aanvrager.
Het kan voorkomen, dat de grenzen niet nauwkeurig
kunnen worden vastgesteld, waardoor het mogelijk is,
dat naburige Banken voor een gedeelte hetzelfde
werkgebied hebben.
Meldt zich nu een persoon, wonende in dit gezamenlijk
werkgebied, als lid aan, zoo doet men goed en
verstandig overleg te plegen met de naburige Bank (en)
om het dubbele lidmaatschap te voorkomen.
Rechtspersoonlijkheid hebbende Vereenigingen.
Rechtspersoonlijkheid hebbende Vereenigingen als be
doeld onder II zijn
a. De Vereeniging volgens de wet van 1855, die op hare
statuten de Koninklijke goedkeuring heeft verkregen
(Vereenigingen, die zijn opgericht vóór 1855, zijn
rechtspersoon zonder dat zij Koninklijk zijn goedge
keurd)
b. Coöp. Vereenigingen, wanneer hare Statuten notarieel,
volgens de vereischten, welke de Wet op de Coöpe
ratieve Vereenigingen daaraan stelt, zijn verleden.
c. Onderlinge Waarborg- of Verzekering-maatschappijen
(deze behoeven niet bij notariëele akte te zijn opge
richt; ook behoeven haar statuten geen Koninklijke
goedkeuring)
d. Naamlooze Vennootschappen. In de praktijk worden
deze meestal niet als Vereenigingen beschouwd, maar
volgens de wet zijn zij wel degelijk Vereenigingen,
zoodat zij in beginsel ook onder II vallen.
De Vennootschap onder firma bezit, volgens de heer-
schende meening, geen rechtspersoonlijkheid. Zij is
wel een Vereeniging, al zijn haar leden (de vennooten
of firmanten) meestal gering in getal. Het is dus, wan
neer een Vennootschap onder firma het lidmaatschap
aanvraagt, niet mogelijk om haar toe te laten als Ver
eeniging. De firmanten persoonlijk zullen moeten
toetreden.
De vereischten, waaraan de rechtspersoonlijkheid hebben
de Vereenigingen moeten voldoen, zijn
ZIE MEDEDEELINGEN OP BLZ. 45.