HYPOTHEEK OP RECHT VAN ERFPACHT. SPAARBANKBELEGGINGEN.1' Men zij voorzichtig! Wisselende meeningen. DE RAIFFEISEN-BODE 37 Het is bekend, dat tot meerdere zekerheid voor de betaling van schulden op alle onroerende rechten door den eigenaar recht van hypotheek kan worden gegeven, o.a. ook op recht van erfpacht. Hypotheek op recht van erfpacht is echter een verre van ideale zekerheid. In de eerste plaats bestaat de mogelijkheid, dat het recht van erfpacht op verzoek van den blooten eigenaar van den grond wordt vervallen verklaard lo. wegens werkelijke aan het goed toegebrachte schade; 2o. wegens het grovelijk misbruiken van het onroerend goed; 3o. wegens wanbetaling der erfpacht gedurende vijf op eenvolgende jaren (art. 780 B.W.) Vervallenverklaring op de eerste 2 gronden kan door den erfpachter worden voorkomen door het goed in den oor- spronkelijken staat te herstellen en voldoende zekerheid te geven voor de toekomst. Wanneer de bloote eigenaar van den grond van dit recht tot vervallen-verklaring gebruik maakt, dan zal in negen van de tien gevallen de erfpachter wel niet in staat of ge negen zijn het onroerend goed in den oorspronkelijken staat te herstellen. De eisch tot vervallen-verklaring wordt dan ingewilligd en dit heeft dan tevens tot gevolg, dat daardoor ook het hypotheekrecht komt te vervallen. Wordt vervallen-verklaring van het erfpacht gevorderd wegens wanbetaling van de pacht, dan is het niet onwaar schijnlijk, dat de bloote eigenaar zich wendt tot den hypo theekhouder, welke dan door te betalen, vervallen-ver klaring kan voorkomen. Een en ander neemt niet weg, dat dit den hypotheekhouder aardig op kosten kan brengen. Voorts is van groot belang na te gaan voor welken termijn het erfpachtsrecht is verleend. Is dit verleend voor een be paald aantal jaren, dan is de hypotheekhouder, afgezien van het bovenstaande, voor dien termijn veilig. Is het erf pachtsrecht echter verleend voor een onbepaald aantal jaren, dan heeft de bloote eigenaar het recht om de erfpacht per deurwaarders-exploit op te zeggen met een termijn van een jaar, zoodra het erfpachtsrecht 30 jaar heeft geduurd. Deze opzegging heeft tengevolge dat het recht van erfpacht eindigt en tevens daarmede het recht van hypotheek. Men zij dus gewaarschuwd. In voorkomende gevallen geven wij in overweging onze juridische af deeling te raadplegen. L'histoire se répète. De geschiedenis van de Spaarbank beleggingen herhaalt zich, aldus schrijft de heer Bossinga te Groningen in het Vakblad voor Nederlandsche Spaarbanken. Meer dan bij andere banken zal dit bij spaarbanken het ge val zijn, omdat weinig financieele instellingen kunnen terugzien op een geschiedenis van meer dan een eeuw. Spaarbanken hebben daardoor vaker oeconomische en staatkundige verwikkelingen meegemaakt. De belegging bij spaarbanken heeft hoofdzakelijk uit twee groepen bestaan en bestaat hieruit tegenwoordig nog, n.1. uit effecten en hypothecaire leeningen. Over het percen tage, dat in deze beide groepen moet worden belegd, kun nen de meeningen verschillen, maar eenzijdige belegging in een dezer groepen zal thans wel niet meer voorkomen. Wel eischt de samenstelling van het inleggerskapitaal voor de eene spaarbank een veel grooter percentage effecten belegging dan voor de andere, daar de liquiditeits-eischen belangrijk kunnen verschillen. Runs van landelijken aard, onder gelijke omstandigheden, hebben bewezen, dat bij spaarbanken van gelijken omvang de opvragingen op korten termijn van 5 tot 33 variëeren. De beoordeeling van de soliditeit van beide soorten belegging staat evenwel in het nauwste verband met de op een bepaald tijdstip bestaande omstandigheden en kan daarom nimmer als een axioma gelden bij het geven van eenige voorkeur. Van deze wisselende meeningen vond ik bij het door bladeren van het archief enkele opgeteekend. In 1817 werd b.v. in de algemeene regelen ter oprichting van spaarbanken in Nederland, uitgegeven door de Maat schappij tot Nut van 't Algemeen ten dienste van de depar tementen, belegging in hypotheken niet wenschelijk geacht. „De gelden zullen aldus deze algemeene regelen, „zoo min immer mogelijk is, renteloos blijven, maar ten spoe- Overgenomen uit het vakblad der Nederlandsche Spaarbanken. digste moeten belegd worden, waarbij men, bij gebreke van betere gelegenheid, het beste oordeelt, het aankoopen van Syndicaat le Serie, welke 5 interest geeft en maandelijks uitloot, waarvan de bewaring op dezelfde wijze, als van het geld gezegd is, zal geschieden. Dat de gelden spoedig belegd moeten worden, spreekt als vanzelve, omdat daarin het voordeel der bank bestaat en daar men geen belegging kent, die minder vatbaar is voor daling dan het opgegevene syn- dikaat en welke bij kleine sommen kan worden gerealiseerd en dan ook bij uitloting nog eenige percenten voordeel geeft, zoo is dit het verkieslijkst voorgekomen, want hypotheken, die meestal voor meer dan één jaar vastliggen, kunnen vol strekt niet dienen Tengevolge van den Belgischen opstand in 1830 bleek deze eenzijdige belegging tot gevolg te hebben, dat de ver liezen meer dan de gevormde reserve bedroegen, zoodat bestuurders geen anderen uitweg zagen dan de bank tijde lijk te sluiten. De koers der 2\'-2 Werkelijke Schuld daal de tot 34%. De samensteller van het jaarverslag vertelt in mineurtoon den toestand, waarin men is geraakt door de staatkundige gebeurtenissen en wijt dit mede voor een deel aan de eenzijdige belegging in effecten, waartoe commis sarissen ingevolge het reglement verplicht waren geweest. Het grootste deel was tot hooge prijzen aangekocht. Pas in 1836 begonnen de koersen weer zoodanig te stijgen, dat de balans sloot met eenige reserve. Na het herstel werd de aandacht gevestigd op de beleg ging in hypotheken. Het geringe inleggerskapitaal was voor- loopig nog niet voor deze belegging in aanmerking ge komen. Het zou nog tot 1844 duren vóór de eerste hypo thecaire leening werd afgesloten. De rapporteur over 1843 geeft hierover reeds bij voorbaat zijn voldoening te kennen. Aan het slot van zijn overzicht bericht hij„En wanneer het voorgestelde voorschot op hypotheek ad 8000 mocht doorgaan, dan verkrijgt onze administratie de zoo ge- wenschte stevigheid van geldbelegging". De toekomst zou echter ook voor dit besluit een groote desillusie brengen. Omstreeks 1880 was de waarde van lan-

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1936 | | pagina 5