HET BEHEER EENER BOERENLEENBANK. 34 DE RAIFFEISEN-BODE Hoofdstuk II. De Boekhouding der Bank (vervolg). Maandelijksche controle. Het handboekje vermeldt hierover op blz. 234 o.a. het volgende Bij de verplichte maandelijksche controle moet het Be stuur zijn aandacht wijden aan lo. de boeken der Spaarbank a. dagboek, b. grootboek I, c. contröleregister der uitgegeven spaarbankboekjes 2o. de boeken der Boerenleenbank a. dagboek, b. grootboek II en III, c. contröleregister der uitgegeven rekeningcourant- boekjes 3o. de kas. Voorts verwijzen wij naar de maandrooster (handboekje blz. 230). De maandelijksche controle is van groot belang. Het is noodzakelijk daarbij nauwgezet te werk te gaan, zoodat mogelijk gemaakte vergissingen niet in de boeken blijven bestaan. Hier geldt ook het parool „wat men doet, doe men goed." Vele maandelijksche bestuursvergaderingen zijn in de huidige omstandigheden reeds geheel bezet met het behan delen van uitstaande posten, zoodat voor de controle der administratie niet voldoende tijd beschikbaar blijft. Alsdan zal het aanbeveling verdienen op een anderen avond door één of meer bestuursleden de voorgeschreven controle te doen verrichten. Degene, die het meest administratief onderlegd is, neemt de leiding. Het spreekt vanzelf, dat assistentie van den Kassier zeer op prijs wordt gesteld; zijn deelname in die mate, dat men van zijn gegevens geheel afhankelijk zou zijn, doet de controle echter niet tot haar recht komen. In het algemeen lijkt het ons gewenscht, dat één bestuurs lid de stortingsbewijzen, kwitanties en andere bewijs stukken, een ander de dagboeken, terwijl een derde de grootboeken voor zijn rekening neemt, daarbij geassisteerd door den Kassier. Controle op de inlagen in de Spaarbank. Allereerst komt het dagboek van de Spaarbank aan de beurt. Voor de controle der in dat dagboek ingeboekte stortingen, dienen de door inleggers geteekende stortings bewijzen (form. 052 of 053). Controle op de uitbetalingen door de Spaarbank. De in het dagboek der Spaarbank geboekte uitbetalingen worden gecontroleerd met de kwitanties der Spaarbank (form. 056 of 057) en met de afgeteekende boekjes. Het is noodzakelijk, bij het geheel terugbetalen van een spaarboekje, behalve op de gebruikelijke kwitantie, ook op de laatste bladzijde van het spaarboekje den betrokken per soon te laten teekenen, zulks ten bewijze, dat het spaar boekje geheel is terugbetaald. In het boekje behoort dan ver meld te worden, dat voor het laatste bedrag ook een kwitan tie is geteekend. Controle op de overboekingen uit het Dag boek der Spaarbank naar Grootboek I. Bij het aflezen der stortingsbewijzen en kwitanties wordt tegelijkertijd in het grootboek I de rekening van den betref- fenden spaarder opgezocht en nagegaan of het juiste be drag op den juisten datum en aan de juiste zijde van de rekening is geboekt. Controle op de Spaarbankboekjes. Aan de hand van contröleregister voor spaar (bank)- boekjes wordt nagegaan of voor de spaarders die na de vorige controle nieuwe boekjes ontvingen, rekeningen zijn geopend in het grootboek I. Geheel afbetaalde boekjes worden in het contröleregister afgeschreven (datum van intrekking). Controle op de door de Boerenleenbank ontvangen gelden. Voor alle contante stortingen bij de Boerenleenbank, n.1. terugbetalingen en rentebetalingen op voorschotten, stor tingen in loopende rekening dienen de gewone (witte) stor tingsbewijzen (form. 050 of 051). De geboekte contante uitbetalingen in loopende rekening worden vergeleken met de (blauwe) kwitanties (form. 054g of 055g) of met cheques die voor voldaan geteekend moeten zijn. De schuldbekentenissen, hypotheekgrossen of andere bijzondere voorschotacten dienen als bewijs voor de ge boekte uitbetalingen van voorschotten. Wanneer kwitanties door rekeninghouders op de Bank betaalbaar zijn gesteld, dienen deze gekwiteerde kwitanties als bewijs voor de ingeboekte bedragen. Mocht bij de controle blijken, dat deze betaalbaar ge stelde kwitanties reeds aan de betrokken personen ter hand zijn gesteld, dan kunnen deze posten vergeleken worden met de geteekende verzamelkwitantie (form. 070). Voor de posten, welke betrekking hebben op het geld verkeer met de Centrale Bank zijn weer andere bewijzen beschikbaar. Wanneer na inzending van het bekende orderbriefje (form. 066, door tenminste 2 bestuursleden te teekenen) gelden van de Centrale Bank zijn ontvangen, zal het linker gedeelte van het begeleidend schrijven van de Centrale Bank als bewijs voor de boeking dienen; de rechter-helft behoort opgezonden te worden naar de Centrale Bank en dient als kwitantie voor de Centrale Bank. Zooals bekend ontvangt de directeur van elke geldzending boven de 3.000,bovendien direct na toezending bericht, zoodat deze berichtkaarten tevens als contrölemateriaal dienst kunnen doen. Van de geldzendingen naar de Centrale Bank per aan- geteekenden brief of door storting op haar postrekening, zal in het eerste geval, dat weinig meer voorkomt, het repu van den aangeteekenden brief met het depötbewijs der Centrale Bank, in het tweede geval het door den postambtenaar ge dateerde en geparafeerde strookje als bewijsstuk dienen. Ook kunnen er dan nog posten openstaan, welke door derden zijn gestort met verzoek deze naar elders te willen overmaken. Hiervoor dient als bewijs de linker-helft van form. 059g en het bewijs van uitvoering door de Centrale Bank. Bij het controleeren van de contante ontvangsten en uit gaven behoort men vooral ook steeds den datum van stor ting en uitbetaling van het bewijsstuk te vergelijken met dien van de inboeking in het dagboek en de grootboeken. Bekend is, dat voor de uitbetaling van crisisgelden voor varkens, tarwe, gerst, rogge, veldboonen, aardappelen enz., bijzondere maatregelen zijn getroffen. Er heeft nog wel eens eenige wijziging plaats in de uitvoering, zoodat we hierop niet nader zullen ingaan. Genoeg zij, dat voor alle uitbetalin gen ook kwitanties (of kwitantielijsten) aanwezig moeten zijn, dus daarmede kunnen gecontroleerd worden. Heeft een Boerenleenbank een eigen rekening bij den Postcheque- en Girodienst, dan dienen de door dezen dienst na elke handeling afgegeven bewijsstukken en de aanslui tende saldo-opgaven als bewijs voor de juiste boeking.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1936 | | pagina 2