CONTROLE OP DE AANKOOP-
VEREENIGINGEN.
DE RA1FFEISEN-B0DE
27
door controle uitgroeit tot meerdere kennis van zaken, blijft
de waardeering van dien kant ook niet uit.
Door deze wisselwerking ontstaat de goede verstand
houding tusschen bestuurders en kassier; de goede ver
standhouding, welke zoo noodzakelijk is voor de rustige
ontwikkeling van de Boerenleenbank.
Een goed kassier zal prijs stellen op scherp toezicht in
gepasten vorm. Het spreekt vanzelf, dat men zich bij de
controle niet moet laten leiden door spitsvondigheden en
vitterige kleingeestigheid. Dit prikkelt en geeft onaange
naamheden; maar een weldoordachte en goed uitgevoerde
controle zal den kassier niet anders dan aangenaam zijn.
Immers, wie zijn plicht doet als kassier, heeft het recht
te eischen, dat dit erkend wordt. Hij behoeft geen genoegen
te nemen met een niet op controle gebaseerde, eenvoudige
verklaring van vertrouwen, welke hoe vereerend deze ook
schijnt steeds de mogelijkheid openlaat voor twijfel aan
zijn eerlijkheid.
Niet alléén tot bevestigen van vertrouwen is controle
noodig. Het nalaten ervan zou ook oorzaak kunnen zijn,
dat een kassier, die door omstandigheden door of buiten
z-n schuld in finantiëele moeilijkheden geraakt, in de ver
zoeking zou worden gebracht, zich te vergrijpen aan de
gelden der Bank.
In die omstandigheden zal de wetenschap, dat de controle
scherp is en een vergrijp spoedig aan het licht komt, hem
weerhouden van een daad, welke voor hem en zijn gezin
noodlottig zou worden.
De controle moet ook fouten, welke te goeder trouw zijn
begaan, aan het licht brengen om ze tijdig te kunnen her
stellen. Immers ook gemaakte vergissingen en fouten kun
nen oorzaak zijn, dat de goede naam van de Bank wordt
geschaad.
Zij, die geroepen zijn om te controleeren, behooren zich
van hunne groote verantwoordelijkheid wel terdege bewust
te zijn.
Wanneer de bestuurders der Banken dit doen en daarbij
in aanmerking nemen, dat een goed kassier een goede en
scherpe controle mag verlangen, houden we ons overtuigd,
dat zijn naar beste vermogen de controle zullen verrichten
en met de Inspectie der Centrale Bank ook op dit gebied
zullen samenwerken.
Samenwerking met de inspectie der
Centrale Bank.
Het feit, dat de Inspectie der Centrale Bank hare werk
zaamheden meer en meer uitbreidt, zulks in het belang van
de organisatie, mag voor de plaatselijke bestuurders geen
aanleiding zijn hun contröleplicht niet op de juiste wijze en
volgens de statutaire en andere voorschriften te verrichten.
Niet vergeten mag worden, dat elke Boerenleenbank een
zelfstandige coöperatieve vereeniging is met eigen beheer
en eigen administratie. De verantwoordelijkheid voor den
goeden gang van zaken berust dus in de eerste plaats bij
de beheerders, aan wie door de leden in het volle vertrouwen
dat ze hun plichten zullen waarnemen, de leiding is toe
vertrouwd.
Verwacht mag worden, dat deze een hooge opvatting van
hun taak hebben en dat ze de plichten, die ze als ver
trouwensmannen der leden op zich hebben genomen, correct
zullen uitvoeren.
De controle op de administratie door de Inspectie bedoelt
te zijn een aanvulling van de bestuurscontröle en zij is er
voornamelijk om de bestuurders bij te staan, vooral daar
waar de krachten te kort schieten en vakkennis wordt
vereischt.
De Inspectie heeft te waken voor een goede technische
verzorging. Ze moet nagaan of statuten, reglementen (van
de Centrale zoowel als van de plaatselijke Banken), de ver
schillende wetten waarmede de Banken te doen hebben,
worden nageleefd, of aan de voorschriften der Centrale
Bank wordt voldaan en aan rechtsgeldige besluiten uit
voering wordt gegeven.
Zij heeft tot taak te waarschuwen als door verwaarloozing
van aflossing of het dulden van bevroren credieten of door
overmatige verleening van lang crediet, de liquiditeit der
Bank gevaar dreigt te loopen. Ze moet alle schuldbekente
nissen, credietformulieren en andere zekerheidsstukken aan
een onderzoek onderwerpen.
Door zijn aanvullende taak ten aanzien van de controle
der administratie en om andere technische redenen kan de
Inspectie geen afdoend toezicht houden, wanneer zij zich
niet kan baseeren op en niet kan uitgaan van een nauw
gezette bestuurscontröle.
Daarbij komt, dat de Inspectie, wegens het groot aantal
Boerenleenbanken, niet in staat is, 't contrölemateriaal bij
uitnemendheid, n.1. de boekjes der cliënten, te raadplegen.
Jaarlijksche controle der boekjes is echter van buiten
gewoon groot gewicht en ligt in handen der bestuurders.
Een goede uitvoering vooral ook van die controle, overeen
komstig de wenken, is dus een dure plicht van de be
stuurders.
Zooals bekend mag worden verondersteld, is de Inspectie
echter te allen tijde bereid die besturen, die om welke
redenen dan ook, zich niet geheel in staat achten de con
trole (vooral de jaarlijksche in December of Januari) zelf
volkomen doeltreffend uit te voeren, in alle opzichten te
steunen en van advies te dienen.
Bestaat bij de besturen de juiste opvatting omtrent hun
contröleplicht en de samenwerking met de Inspectie, dan
kan de controle bij en op onze Boerenleenbanken krachtig
ertoe medewerken, het vertrouwen in den kassier te be
vestigen, de goede verstandhouding tusschen bestuurders
en kassier te bevestigen en de Banken zuiver en gezond
te houden.
Door de Algemeene Vergadering der Centrale Bank, ge
houden op 27 Mei 1936, werden verschillende voorschriften
vastgesteld met betrekking tot de credietverleening aan
Vereenigingen.
Ter uitvoering dezer voorschriften wordt thans door ons
aan de Boerenleenbanken opgave gedaan van die voor
schotten en credieten van Vereenigingen, waarvoor opnieuw
dispensatie moet worden aangevraagd.
Deze kennisgevingen worden provincie-gewijs verzonden,
zoodat de Banken successievelijk in het bezit daarvan
komen.
Tegelijkertijd wordt door ons aan die Banken, welke
credieten enz. hebben verstrekt aan Aankoopvereenigingen,
een model van een verslag toegezonden.
De bedoeling hiervan is, dat de Banken deze model-ver
slagen zullen doorgeven aan de bij hen aangesloten Aan
koopvereenigingen, onder mededeeling, dat een dergelijk
verslag voortaan wordt ingewacht naast de uit te brengen
accountantsrapporten.
De Aankoopvereenigingen weten zoodoende welke ge
gevens van de provinciale controle-instituten worden ver
langd.
De door ons gezonden model-verslagen behoeven dus niet
te worden ingevuld; ze dienen alleen als model voor den
controleur, die de Vereeniging komt controleeren.
In het door ons bij de bedoelde model-verslagen te ver
zenden begeleidende schrijven is een en ander nog nader
uiteengezet.
Wij vestigen hierop echter de aandacht, omdat ons
is gebleken, dat sommige Banken deze model-verslagen
zelf gaan invullen of de Vereeniging verzoeken zulks
te doen.
Als boven gezegd is dit niet de bedoeling, doch dienen de
door ons gezonden verslagen enkel en alleen als model.