BOEKBESPREKING. Ouderdoms- Weduwe- Weezen-verzorging het Collectief-Contract DE RAIFFEISEN-BODE 13 Bij debiteering of crediteering van Spaarbank- of ho pende rekeningen, voortvloeiende uit een opdracht tot overschrijving, hetzij van een lid van de Centrale Bank of den Post giro dienst, behoort geen kwitantie te worden geteekend. Het doen teekenen hiervan in die gevallen is onjuist en werkt verwarrend. Het bewijs voor deze boekingen wordt geleverd door het betreffende girobewijs. De boeking in het rekening- courantboekje (credit) is zegelvrij). d. Voorschotten (rubriek 2) naar kolom 12 van het dag boek. e. Loop. rekening debet-saldi (rubriek 3) naar kolom 13 van het dagboek. f Nog te vorderen rente (rubriek 4, 5 en 6) naar kolom 14 van het dagboek. Het totaal der onder d, e en 1 genoemde bedragen wordt in kolom 10 geplaatst. Het verschil tusschen de bedragen, in kolom 5 en 10 van het dagboek geboekt, moet juist het kassaldo per 1 Januari vormen. Wij ontvingen ter recensie een brochure van den heer A, van Wijnen, Crisisbeleid op een keerpunt, alsmede een Duitsche publicatie, getiteld Das deutsche Genossen- schaltswezen der Gegenwart. De brochure van den heer van Wijnen (voorzitter van den bond van kaasproducenten te Gouda) behandelt een zeer actueel onderwerp Het crisisbeleid. De heer van Wijnen is van oordeel, dat het tegenwoordige crisisbeleid bezig is vast te loopen. En hij weet dit oordeel, dat door velen gedeeld wordt, op heldere en overtuigende wijze te staven. Hij trekt de conclusie eruit, dat een grondige her ziening een vereenvoudiging der steunregelingen nood zakelijk is. Hij adviseert een geheel nieuw stelsel: om den landbouwers steun te verleenen naar de oppervlakte grond, die zij bebouwen. Dat is eenvoudig, zegt hij, weinig kostbaar in uitvoering en fraude is daarbij uitgesloten. Het idee is in ieder geval de moeite waard. Wij veroor loven ons echter de opmerking, dat het ons niet billijk lijkt, dat duurdere gronden dan even veel steun ontvangen als goedkoopere gronden. De heer van Wijnen wil alleen een onderscheid maken in de hoogte van den steun tus schen tuinbouw, grove akkerbouw en veehouderij. Hij wil dus als het ware drie klassen van land maken, voor welke drie verschillende steun-normen zullen gelden. Maar in die drie klassen bestaat nog zoo veel verschil, dat het o.i. verkeerd is om het land in één klasse over één kam te scheren. Het lijkt ons onbillijk om voor land, dat 1000.— de H.A. waard is, evenveel steun te verleenen als voor land, dat een waarde van 2000.— per H A. heeft (zoowel in de klassen veehouderij en akkerbouw zal men beide waarden ontmoeten). De loopende verplichtingen (hypotheekrente, pacht) van den boer, die op duur land zit, zijn uit den aard der zaak veel zwaarder dan de verplich tingen van hem, die op goedkoop land zit. Door den laatste evenveel steun te verleenen als den eerste, trekt men den laatste dus boven den eerste voor. Dat wil er bij ons niet in. Wij achten het opbouwende gedeelte van de overigens zeer lezenswaardige brochure des heeren van Wijnen dus zwakker dan het critische gedeelte. La critique est aisée, 1'art est difficile (de critiek is ge makkelijk, de kunst is moeilijk), zooals het Fransche spreekwoord zegt Het boek ,,Das Deutsche Genossenschaftswesen der Gegenwart" (De Duitsche coöperatie in den tegenwoor- digen tijd) is uit den aard der zaak niet zoo zeer van direct practisch belang voor ons. Dit wil niet zeggen, dat het boek voor hem, die kennis wil nemen van den huidigen stand van zaken in de Duitsche coöperatie, niet interessant is. Het begint met een hoofdstuk over de veranderingen van de rol der coöperatie in de maatschappij gedurende de 19e en de 20e eeuw. Hierin wordt o.m. erop gewezen, dat de coöperatie in Duitschland thans is ingeschakeld in de al-omvattende organisatie van het economisch leven. De coöperatie is geen vrije vereeniging meer, die voor zich zelf uitmaakt, wat zij doen en laten wil, zij is onder deel van het groote geheel, waarin zij een bepaalde, haar van boven af opgelegde taak te vervullen heeft. Het volgende hoofdstuk behandelt de landbouwcoöpe ratie^ als organen van de „Reichsnahrstand" (de al-omvat tende instantie voor de voedselvoorziening). Hierin hoort men duidelijk klanken van het nationaal-socialistische regime en van het autarkisch streven. Er wordt gesproken van straffe discipline, van de productie-veldslag, van doel bewuste leiding en voldoende zelfvoorziening. De organi satie van den Reichsnahrstand en de plaats, welke de coöperaties daarin innemen, worden in dit hoofdstuk uiteengezet. Daarna volgen zes hoofdstukken over verschillende be langrijke soorten van coöperatie de coöperaties voor landbouwcrediet, de coöperaties van handwerkslieden, de coöperaties voor middenstandscerdiet, de inkoopcoöpe raties van den kleinhandel, de bouwcoóperaties en de ver bruikscoöperaties. Al deze hoofdstukken zijn geschreven door vooraanstaande personen op het desbetreffende ge bied. Men mag dus vertrouwen, dat men in het boek een juiste en volledige voorlichting omtrent de tegenwoordige situatie van het Duitsche coöperatiewezen aantreft. De prijs van de brochure van den heer van Wijnen is f 0.25 van Das deutsche Genossenschaftswesen in der Gegenwart R.M. 4,13. Uitgeefster van het eerste is Druk kerij Joh. Mulder te Gouda, van het tweede Hans Buske Verlag, Leipzig. Voor (óók met premie-staking bij invaliditeit) op de voorwaarden van geeft de Centrale Bank gaarne inlichtingen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1936 | | pagina 5