Geld- en Effecten markt gedurende de maand Juni 1936. 6 DE RAIFFE1SEN-B0DE gevolge van verschillende oorzaken (waaronder b.v. devaluatievrees) abnormaal hoog hooger dan ge rechtvaardigd wordt door de opbrengst. Toch is het uit de opbrengst, dat de boer rente en periodieke af lossing moet voldoen, en daarom zit er o.i. iets goeds in de gedachte om bij het verleenen van hypotheken niet te rekenen met de verkoopwaarde, doch met opbrengst-waarde (dat is dus 25 X de gemiddelde op brengst van de laatste jaren). Iets dergelijks is het rekenen met de gebruikswaarde, aanbevolen in de inleiding, gehouden in de laatste Algemeene Verga dering. Al zal de landbouwcrisishypotheekwet, die het begrip gebruikswaarde heeft ingevoerd, wel niet worden aangenomen, dit neemt niet weg, dat het ver standig schijnt om de vingerwijzing, welke de wet gever ons hiermede heeft gegeven, in acht te nemen. Het laatste woord omtrent een nieuwe basis voor het verleenen van hypotheken is overigens hiermede nog niet gesproken. 2. Hypotheken op één-gezins-woningen. De hypotheekschuld mag over het algemeen niet meer bedragen dan 2tot 3 maal het jaarlijksch inkomen van den eigenaar-bewoner. Deze regel staat in verband met de andere regel, dat men over het algemeen niet meer dan 20 van zijn inkomen voor woon-doeleinden behoort uit te geven. Noot redactie Raiffeisen-Bode. Ook hier dus is niet de basis de verkoopwaarde, maar de draagkracht van den eigenaar, zijn capaciteit om rente en perio dieke aflossing op te brengen (welke capaciteit af hangt van zijn inkomen). (De richtlijnen, welke worden genoemd onder 3, 4, 5 en 6, zijn voor ons niet van belang, zoodat wij deze overslaan.) 7, Credieten en voorschotten, gedekt door hypotheek grossen of borgstellingen. Credieten en voorschotten, gedekt door hypotheek grossen, mogen 75 van de verk.oopwaade, resp. 90 van de opbrengstwaarde van de verbonden perceelen niet overschrijden, en moeten bovendien worden verzekerd door aanvullende borgstelling, wanneer zij meer bedragen dan 50 der verkoopwaarde of 70 der opbrengst- waarde. Credieten en voorschotten, uitsluitend gedekt door borgtocht, mogen over het algemeen niet hooger zijn dan 10.000 franken 5.000 gulden). Voorschotten, uit sluitend gedekt door borgstelling, moeten in 2 tot 4 jaar worden gedelgd. 8. Oude hypotheken. Voor reeds loopende hypothecaire leeningen, die 50 van de verkoopwaarde overschrijden, moeten annuïteiten worden vastgesteld, evenals bij nieuwe hypothecaire leeningen. Noot redactie Raiffeisen-Bode. Men weet, wat annuïteiten zijn jaarlijksche betalingen (elk jaar ge lijk), bevattend zoowel rente als periodieke aflossing. Daar de rente elk jaar iets minder wordt, zal het af lossingsbedrag, dat in de annuïteit zit, elk jaar iets grooter werden. Delging van een hypothecaire leening door annuïteiten is een gezond beginsel. Daar het bij onze Boerenleenbanken echter geen gewoonte is om met annuïteiten te rekenen en daar het ook wel niet zoo gemakkelijk gewoonte zal worden, gaan wij hier op niet verder in, en vermelden wij ook niet de richt lijnen voor bepaling der annuïteiten, welke door Alvorens tot aanschaffing van een schrtjf- of telmachine over te gaan, vrage men in lichtingen aan de Centrale Bank, Materiaal- afdeeling. Zij geeft U de meest volledige inlichtingen, en wijst U de machines aan welke speciaal voor het gebruik bij Uwe Boerenleenbank geschikt zijn. Zij noemt U betrouwbare en coulante firma's waarmede U zich in ver binding kunt stellen of belast zich desge- wensciit zelf met de levering, terwijl zoo- noodig iemand van het personeel der Centrale Bank U bezoekt om U met het gebruik van de aan te schaffen machine vertrouwd te maken. de kantonale bank zijn vastgesteld voor nieuwe leeningen. 9. Verdere bepalingen. a. Borgtochten voor credieten in loopende rekening moeten worden vernieuwd, als zij tien jaar oud zijn. De credietnemer zelf moet hiervoor zorgen b. Levensverzekeringen overal, waar deze in onder pand worden genomen (voorschotten, credieten, aanvullende zekerheid bij hypotheken) zal er niet meer dan 90 van de afkoopwaarde op worden gegeven. Tot zoover het Zwitersche artikel. Men zal het met ons eens zijn, dat het eenige stof voor overdenking geeft. Aanvankelijk heerschte een zeer onrustige stemming op de geldmarkt en zag men nog hooge koersen. Langzamer hand keerde de rust echter weer en kon ook de Neder- landsche Bank tweemaal tot verlaging van hare tarieven overgegaan, telkens met )4 Prolongatie liep terug van 4)4 tot 234 %i particulier-disconto van 4)4 tot 2% Ook op de wisselmarkt kwam ontspanning. De wissel koersen, welke nogal fluctueerden en tegenover den gul den hoog waren geweest, gaven een daling te zien. De noteeringen waren te Amsterdam voor 2 Juni 15 Juni 29 Juni Londen 7.39V2 7.43V2 7.3874 Berlijn 59-55 59.5272 59.227-, New-York 147-875 147.875 146.875 9-74 9.7372 9-7372 Brussel (Belga) 25.01 25 24.82 De effecten-markt ondervond mede den invloed van den onrust over den gulden en verschillende obligaties daal den aanvankelijk. Spoorweg-obligaties gaven een rijzing te zien onder den invloed van de voorgestelde regeling. De noteeringen waren te Amsterdam

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1936 | | pagina 6