REGELS VOOR CREDIETVERLEENING. DE RAIFFEISEN-BODE 5 Specificatie der diverse ontvangsten en uitgaven. Genoemd boek is nog niet gedrukt bij de Centrale Bank verkrijgbaar. Hiervoor kan dienen een boek in tabelvorm met blanco of genummerde hoofden, wat wèl verkrijgbaar wordt gesteld. Het boek wordt uitsluitend aangewend om de kolom men diverse ontvangsten en uitgaven in het dagboek (resp. 9 en 14) nader te specificeeren. In het boek zullen, voor specificatie van kolom 9 van het dagboek o.a. de navolgende kolommen voorkomen le. Totaal diverse ontvangsten. 2e. Rente Grootboek II. 3e. Provisie en kosten Grootboek II. 4e. Rente Grootboek III. 5e. Provisie en kosten Grootboek III. 6e. Toetreding lidmaatschap (en kosten van uit treding). 7e. Provisie crisiscentrales. 8e. Rente van effecten etc. Ter specificatie van kolom 14 van het dagboek zullen o.a. voorkomen le. Totaal diverse uitgaven. 2e. Rente spaargelden. 3e. Rente Grootboek III. 4e. Salaris kassier. 5e. Materiaal. 6e. Onderhoud kantoor etc. Zooals bekend wordt het dagboek maandelijks opge teld en de eindtotalen in inkt in dit boek aangebracht. Het is gewenscht het specificatieboek voor diverse ont vangsten en uitgaven geregeld maandelijks bij te houden waarbij in het oog gehouden zal moeten worden, dat het totaalsaldo ontvangsten en uitgaven van het specificatie- boek steeds in overeenstemming zal moeten zijn met de overeenkomstige kolommen 9 en 14 uit het dagboek. Wanneer het specificatieboek na het einde van het boekjaar geheel is bijgewerkt, dan hebben we hiermede de navolgende controle op de rente en provisiekolommen der uittreksels le. Het eindsaldo der kolom rente Grootboek II uit het specificatieboek moet in overeenstemming zijn met kolom 7 van het uittreksel Grootboek II. 2e. Het eindsaldo kolom provisie en kosten Grootboek II uit het specificatieboek moet in overeenstemming zijn met kolom 10 van het uittreksel van Groot boek II. 3e. Het eindsaldo kolom rente III uit het specificatie boek zal in overeenstemming moeten zijn met de som van het eindsaldo van kolom 8 en kolom 11 van uittreksel Grootboek III voor zoover de ko lom 11 op rente betrekking heeft. 4e. Het eindsaldo kolom provisie en kosten Groot boek III uit het specificatieboek zal in overeen stemming moeten zijn met het totaalbedrag der kolommen 10 en 11 van uittreksel Grootboek III voor zoover de kolom 11 op provisie en kosten betrekking heeft. Ook de uitgavenzijde wordt op gelijke wijze gecon troleerd. Zoo bijv. rente Grootboek I uit het specificatieboek met de kolom 9 van het uittreksel van Grootboek I enz. Zijn ten slotte de eindsaldi der rente- en provisie kolommen op de uittreksels in overeenstemming met de kolommen uit het specificatieboek, dan kan worden over gegaan tot het opmaken der rekening en balans. In de Zwitsersche Raiffeisen-Bode troffen wij een inte ressant artikel aan over „Regels voor credietverleening bij kantonale banken" (de Zwitsersche kantons zijn te vergelijken met onze provinciën; in elk kanton bestaat een, veelal vrij belangrijke, kantonale bank). Dit artikel is ook voor ons van belang het is belang wekkend om kennis te nemen van de richtlijnen, die elders worden gevolgd bij het verleenen van credieten, en er is wellicht iets van te leeren. Wij laten nu verder het artikel in vertaling volgen met hier en daar een aanteekening van ons er tusschen. De waarde-verschuivingen, die in verband staan met de veranderde economische situatie, hebben in het Zwit sersche bankwezen gevoerd tot een zekere herziening van beleid. Hoewel het keurslijf van een strakke reglemen teering het bankwezen niet past, kan het den leiders van bankinstellingen toch niet anders dan aangenaam zijn zich aan bepaalde richtlijnen te kunnen houden. Over het algemeen hebben de regels, -aan Bestuur en Raad van Toezicht der Raiffeisen-kassen in statuten, reglementen en handleiding gesteld, de proef goed door staan, en zijn geen ingrijpende wijzigingen ervan noodig gebleken. Toch is het wetenswaardig, welke beginselen bij het verleenen van hypothecaire leeningen, voorschotten en credieten in loopende-rekening bij andere banken thans worden toegejast. Wij geven derhalve hier een uittreksel uit de handleiding voor het verleenen van voorschotten en credieten bij een aanzienlijke kantonale bank, die haar richtlijnen heeft aangepast bij de tegenwoordige ver houdingen en die daarbij een belangrijk strengere maat staf toepast dan vroeger. 1. Hypotheken aan landbouwers. Het toestaan van hypothecaire leeningen aan land bouwers moet geschieden op basis van de opbrengst- waarde en niet op basis van de verkoopswaarde. Hypotheken zonder aanvullende zekerheid mogen in den regel slechts worden verleend tot 70 der op- brengstwaarde mét aanvullende zekerheid mag men gaan tot 90 der opbrengstwaarde. Bovendien mag men tot deze percentage's alleen gaan, wanneer de verkoops waarde tenminste 25 hooger is dan de opbrengst- waarde. Noot redactie Raiffeisen-Bode. Deze regel is klaar blijkelijk gebaseerd op het ook in ons land bekende verschijnsel, dat de verkoopwaarde van landelijk eigendom dikwijls buiten verhouding staat tot de werkelijke opbrengsten ervan. Als men de gemiddelde netto-opbrengst van een boederij over de laatste jaren kapitaliseert tegen b.v. 4% ('t percentage, dat de boer op zijn minst zal moeten betalen voor zijn hypotheek), zal men over het algemeen tot een veel lagere waar de komen dan de verkoopwaarde. Deze laatste is ten

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1936 | | pagina 5