2
DE RAIFFEISEN-BODE.
T.w. 2 modellen in scontrovorm en een model in staffel-
vorm.
Verder worden de boeken gebonden of losbladig be
schikbaar gesteld.
Het meest bij de Boerenleenbanken voorkomend model
is het Grootboek I in scontrovorm (model 005).
Aan het hoofd der rekening wordt aangeteekend
a. Naam en woonplaats van den spaarder
b. No. en Serienummer van het spaarboekje.
De rekening is verdeeld in 2 deelen
Rechts worden de inlagen, links de terugbetalingen aan
geteekend.
Deze posten worden overgebracht uit het dagboek van
de Spaarbank.
Bij de scontrovorm wordt de rente berekend volgens de
z.g. progressieve methode.
Grootboek I in staffelvorm gehouden bevat eveneens
kolommen, waarin de inlagen en terugbetalingen worden
aangeteekend daarnaast evenwel nog een derde kolom,
waarin na elke handeling, het saldo tegoed van den spaar
der wordt aangeteekend.
De renteberekening geschiedt bij den staffelvorm vol
gens de z.g. staffelmethode.
Meermalen wordt de vraag gesteld, welke methode,
scontro of staffel, de meest aanbevelenswaardige is.
Voor kleine banken is de scontromethode zeer zeker
voldoende.
Voor banken met vele spaarrekeningen, welke een
grooten omzet hebben ,is o.i. de staffelmethode, mits ac
curaat bijgehouden, de meest geschikte.
Zonder voorafgaande berekeningen kan het saldo tegoed
van een spaarder op zeker moment, direct afgelezen
worden.
Afsluiten Grootboek I.
Het boekjaar loopt bij onze Boerenleenbanken van
1 Januari tot 31 December.
De rekeningen worden geopend met het beginsaldo.
De in den loop van het jaar gestorte en opgenomen be
dragen, worden op de rekening overgebracht.
Aan het einde van het jaar, wordt de rente berekend
en bijgeschreven, de rekening afgesloten en heropend.
Een uitbetaling van het geheele saldo-tegoed met rente
wordt als volgt aangeteekend in het dagboek van de
Spaarbank
De hoofdsom wordt geboekt in de kolom „terugbetaalde
spaargelden",
de rente in de kolom „betaalde rente" en het totaal
bedrag in „totaal uitgaven".
In Grootboek I wordt het kapitaal geboekt in de kolom
van dien naam en de rente in de kolom „rentebedrag".
Na afsluiting van alle rekeningen kan worden overge
gaan tot het opmaken van het uittreksel van Grootboek I,
waarover hieronder meer.
Grootboek II.
De aan leden verstrekte voorschotten worden in dit
boek aangeteekend.
Van dit boek zijn twee modellen, z.g. oud en nieuw
model verkrijgbaar.
O.i. verdient het laatste de voorkeur boven het eerste.
De Grootboeken II zijn gebonden en losbladig ver
krijgbaar.
De rekeningen van Grootboek II hebben een hoofd,
waarop wordt aangeteekend
le. Het nummer van het voorschotboekje.
2e. Naam en woonplaats van den schuldenaar.
Bij debiteering of creditecring van Spaarbank- of loo-
pende rekeningen, voortvloeiende uit een opdracht tot
overschrijving, hetzij van een lid van de Centrale Bank
of den Postgirodienst, behoort geen kwitantie te worden
geteekend.
Het doen teekenen hiervan in die gevallen is onjuist en
werkt verwarrend.
Het bewijs voor deze boekingen wordt geleverd door het
betref feilde girobewijs. (De boeking in het rekening-
courantboekje (credit) is zegelvrij).
3e. Volgnummer van dezen in het ledenregister.
4e. Naam en woonplaats van de borgen of aanduiding
van andere gestelde zekerheid.
5e. Oorsponkelijke grootte van het verstrekte kapitaal.
6e. Datum van verstrekking.
7e. Aflcssingsvoorwaarden.
8e. De datum van de vergadering van het bestuur en
zoo noodig den raad van toezicht, waarin het voor
schot is goedgekeurd.
Elke rekening bestaat uit 2 deelen.
Links worden de nieuw verstrekte kapitalen (of het
saldo) aangeteekend, rechts de aflossingen.
In het dagboek worden de nieuw verstrekte voorschot
ten geboekt in de kolom „uitgaven totaal" en „voorschot
ten, gegeven door de Bank" (resp. 10 en 12) en de aflos
singen in de kolom „ontvangsten totaal" en „terugbe
taalde voorschotten" (kolom 5 en 7).
De renteberekening geschiedt volgens de progressieve
methode.
De indeeling der kolommen voor renteberekening in
Grootboek II is zoodanig, dat gelegenheid bestaat de te
vorderen rente te berekenen.
Grootboek II wordt evenals Grootboek I jaarlijks afge
sloten en heropend.
Grootboek III.
Voor personen, die in hun bedrijf afwisselend geldbe
hoefte of overschotten hebben, is een rekeningcourant,
al of niet met credietopening, wel het meest aanbevelens
waardig.
Grootboek III is in één model, zoowel gebonden als
losbladig verkrijgbaar.
De rekeningcourant wordt uitsluitend in staffelvorm
gehouden.
Aan het hoofd der rekening wordt aangeteekend
le. Naam en woonplaats van den rekeninghouder.
2e. Aanduiding der gestelde zekerheid.
3e. Grootte van het verstrekte crediet.
4e. De datum van de vergadering van het bestuur en
zoo noodig den raad van toezicht, waarin het cre
diet is goedgekeurd.
5e. No., serieletter en serienummer van het rekening-
courantboekje.
6e. De rentevoet voor debet- en creditstand benevens
de provisie, zoo deze berekend wordt.
Alhoewel hiervoor geen speciale ruimte beschik
baar is gesteld, achten wij het noodzakelijk, wan
neer er een credietinperking heeft plaats gehad, dit
ook aan het hoofd der rekening aan te teekenen.
Het grootboek bevat verder behalve kolommen voor
den datum, vervaldag van den te boeken post, No. van het
dagboek en omschrijving