84 DE RA1FFEISEN-B0DE (en desgewenscht een verlies- en winstrekening) te kunnen opmaken, worden staten uit de grootboeken getrokken, welke genoemd worden uittreksel I, II en lil. Overige boeken. Naast deze boeken en uittreksels zijn bij de Banken nog meerdere boeken en registers in gebruik, die bij de eigen lijke hoofdadministratie aansluiten en dienen om een beter overzicht te krijgen. Gebruikt worden o.m. Contróleregister der spaar(bank)boekjes, waarin de uit gifte en intrekking der door de Centrale Bank geregistreer de spaar (bank) boekjes wordt aangeteekend Contróleregister der loopende-rekeningboekjes, waarin de uitgifte en intrekking der door de Centrale Bank ge registreerde loopende-rekeningboekjes wordt vermeld; Incassoboek voor de administratie der ter incasso ge zonden kwitanties; Effectenboek voor de administratie der eigen effecten en van de efecten, welke in onderpand voor voorschotten en credieten en die, welke in open bewaargeving worden genomen Balansboek waarin de balansen worden ingeschreven; Borgenregister, waarin de finantiëele verplichtingen (als schuldenaar, credietnemer en borg) van ieder, die als zoo danig met de Bank in relatie staat, zijn opgeteekend; Specificatieboek der diverse ontvangsten en uitgaven, waarin de diverse ontvangsten en uitgaven, welke respec tievelijk in de kolommen 9 en 14 van het dagboek zijn ge boekt, nader worden gespecificeerd. Stichting Spaarbank. In verband met de desbetreffende bepalingen in de Zegel wet, dat bewijzen van storting en uitbetaling bij Spaar banken zegelvrij zijn, werd destijds in de Statuten der Boerenleenbanken de mogelijkheid geopend een afzonder lijke Stichting Spaarbank op te richten. De Boerenleenbank is voor de terugbetaling der in die Spaarbank gestorte gelden volledig garant. De gelden der Spaarbank worden bij de Boerenleenbank gedeponeerd, die aan haar dezelfde rente vergoedt als de Spaarbank uitkeert aan hare inleggers. De Stichting maakt dus geen winst, noch verlies. Vrijwel alle Boerenleenbanken gingen reeds tot oprichting van de afzonderlijke Spaarbank over. Deze Spaarbank is een afzonderlijke rechtspersoon en heeft dus een zelfstan dige boekhouding. Voor de administratie der Spaarbank zijn de volgende boeken noodig 1. Dagboek der Spaarbank, waarin alle stortingen en terugbetalingen in de Spaarbank en de uitbetaalde rente worden geboekt 2. Grootboek I, waarin elke spaarder een rekening heeft; 3. Contróleregister der spaarbankboekjes. De boekhouding wordt gecompleteerd door 4. Uittreksel Grootboek I. 5. Balans der Stichting Spaarbank. Voor zoover deze boeken bij de Stichting Spaarbank wor den bijgehouden, vervallen zij bij de Boerenleenbank. Bespreking der boeken, bij de Boeren leenbank in gebruik. Dagboek. Het dagboek der Leenbank kan als het belangrijkste boek der administratie worden beschouwd. Het bevat de geheele finantiëele verantwoording der Bank. De veranderingen in de spaargelden (of stortingen en opnamen van de stichting Spaarbank) de verleende voor schotten en de terugbetalingen daarop; de geldelijke trans acties in loopende-rekening met rekeninghouders, de Cen trale Bank en Postcheque- en Girodienst; de aan- en ver koop van effecten; de bij- (eventueel afschrijvingen) schrijvingen op de reserve; de rentebetalingen, en alle ver dere ontvangsten en uitgaven worden in dit dagboek aan geteekend. Het dagboek, dat dus dient tot grondslag voor de geheele verdere administratie, behoort in de eerste plaats met de grootste nauwgezetheid te worden bijgehouden. Deze eisch moet trouwens ook aan de andere boeken worden gesteld, daar in een mogelijk rechtsgeding aan de boekhouding door den rechter een zoodanige bewijskracht kan worden toe gekend ten voordeele van ieder die ze heeft gehouden, als deze in ieder bijzonder geval zal vermeenen te behooren. Is een dagboek niet met groote zorg en nauwgezetheid bijgehouden, dan kan zulks de bewijskracht ten zeerste schaden. Het niet boeken in de juiste tijdsvolgorde, het doen van radeeringen en het gebruik van radeerwater dienen daarom te worden vermeden. Het ligt niet in onze bedoeling de indeeling van het dag boek, evenmin als van de andere boeken, tot in bijzonder heden in „De Raiffeisen-Bode" te beschrijven. Wellicht be staat de gelegenheid dit in een later uit te geven hand leiding te doen. Hier vermelden wij slechts dat het dagboek tabellarisch is ingericht. De ontvangstzijde is gesplitst in verschillende kolommen. De ontvangsten worden uitgeworpen in de kolommen voor ontvangen spaargelden, terugbetaalde voorschotten, ont vangsten in loopende-rekening en de ontvangsten aan rente, provisie, enz.. De uitgaven worden uitgeworpen in de kolommen voor uitbetaalde spaargelden, gegeven voorschotten, uitgaven in loopende-rekening en diverse uitgaven (uitgegeven rente, salaris, enz.). Overigens zijn er o.a. kolommen voor de nummering, dateering en valuteering der ingeschreven posten en de omschrijving daarvan. In het bijzonder voor die Banken, die een druk verkeer met de Centrale Bank en den Postcheque- en Girodienst onderhouden, is een dagboek ontworpen, waarin behalve de bovenbedoelde kolommen, nog twee kolommen zijn inge voegd, waarin de handelingen met deze instellingen worden uitgeworpen. In het dagboek der leenbank worden op geregelde tijd stippen (tenminste elke halve maand) de totalen van het dagboek der Spaarbank en eventueel die van het giroboek geboekt. Deze boeken kunnen dus als hulpboeken van het dagboek der leenbank of beter nog, als sub-dagboeken wor den beschouwd; hoewel we er ons steeds rekenschap van moeten geven, dat het dagboek der Spaarbank tot de admini stratie van de afzonderlijke Stichting Spaarbank behoort. Het dagboek der leenbank, wordt geregeld geteld, terwijl ook bij de maandelijksche kasopname en de jaarlijksche afsluiting de totaaltellingen worden verricht. Omdat in het dagboek ook de balanssaldi der spaargelden (cq. Spaarbank), der voorschotten en die van de rekening courant worden vermeld en daarin ook alle desbetreffende ontvangsten en uitgaven worden geboekt, moet de telling der kolommen van het dagboek te eeniger tijd steeds den stand der spaargelden (Spaarbank), dien der voorschotten en het verschil der debet- en creditsaldi der loopende-reke- ningen weergeven. Het verschil van het bedrag der totale ontvangsten en dat der totale uitgaven geeft steeds aan, welk bedrag in kas moet zijn. De totaalcijfers van het dagboek, die elke maand op het saldobiljet van de Centrale Bank moeten worden vermeld, zijn niet alleen uit controle-oogpunt van bijzonder belang, maar zijn tevens van groot nut voor de Centrale, die elke

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1936 | | pagina 2