DE RAIFFEISEN-BODE. Het is duidelijk dat wij, met alle waardeering voor de goede bedoeling ten opzichte van hypotheekhouders, moeten constateeren, dat deze regeling niet geheel vol doende is. Hypotheekverstrekking door de Boerenleenbanken. 7i voldoende opweegt. Betreft het een teeltvergunning voor tuinbouw, dan moeten de bezwaren worden ingebracht binnen één maand na indiening der aanvrage ten aan zien van de vergunning voor teelt van bloemen en bollen is zulk een termijn niet gesteld, maar het zal wel de be doeling zijn, dat eventueele bezwaren binnen korten tijd worden ingediend. Hypotheekhouders kunnen dus bezwaren inbrengen tegen overdracht der teeltvergunning van hun schuldenaar, en wanneer de betrokken Centrale deze bezwaren voor hen van meer gewicht acht dan het belang van den tuinder bij overdracht, zal de Centrale goedkeuring der over dracht weigeren. Bij de Groenten- en Fruitcentrale is een speciale com missie ingesteld, die over dergelijke bezwaren te oordeelen krijgt, wanneer de betrokkenen zich bij de beslissing der Centrale niet kunnen neerleggen. Maar hoe, zal de lezer zich afvragen, komt de hypotheek houder te weten dat de tuinder een aanvrage tot goed keuring van overdracht heeft ingediend? Als hij niet ervan op de hoogte is, kan hij natuurlijk geen bezwaren indienen. De desbetreffende ministeriëele beschikkingen laten ons hieromtrent in het duister. Wij hebben ons derhalve om inlichtingen gewend tot den Regeeringscommissaris voor de groenten-, fruit- en sierteelt. Deze schreef ons ,,De aanvrage tot overdracht gaat vergezeld van een formulier, waarop door den overdrager eenige vragen moeten worden ingevuld. Onder die vragen is er een, welke ongeveer luidt als volgt Wie is de eigenaar van het perceel, waarop de door U over te dragen vergunning wordt uitgeoefend en wie is daarvan de hypotheekhouder? alsmede de vraag zijn deze met de overdracht accoord?" Immers wie garandeert, dat de tuinder de gestelde vragen juist zal beantwoorden? Als hij dit niet doet, zal de hypotheekhouder vermoedelijk niet in staat zijn om bzwaren in te brengen, tenzij hij langs anderen weg ver neemt, dat de tuinder een aanvrage tot goedkeuring van overdracht heeft ingediend. Intusschen, de meeste menschen zijn gelukkig nog eerlijk, zoodat de meeste tuinders de vragen wel juist zullen beantwoorden en degenen, die er geen been in zien om hun hypothecaire crediteuren te benadeelen, zullen wellicht nog worden teruggehouden dcor de vrees voor mogelijke slechte ge volgen van onjuiste beantwoording der vragen. Ons definitief oordeel over de werking der regeling schorten wij op totdat wij haar werking in de practijk hebben kunnen zien. Wellicht zal zij blijken in de practijk te voldoen. Dit neemt echter niet weg, dat wij aan de be trokken autoriteiten aanbevelen de regeling voor 1937 aan te vullen in dien geest, dat de hypotheekhouder niet geheel komt af te hangen van de betrouwbaarheid van den tuinder. Men zou b.v. kunnen voorschrijven oublicatie van aanvragen tot goedkeuring van overdracht in de Staatscourant; dan kunnen hypotheekhouders hierin zelf standig nagaan of hun debiteuren een aanvrage hebben ingediend. De nieuwe regeling voor vertrek naar een ander perceel. Wat de sierteelt betreft, is deze regeling gelijk aan de regeling betreffende de overdracht. Als de teler zijn be drijf naar een ander perceel wil verleggen, moet hij hierop de goedkeuring der Sierteeltcentrale vragen immers de vergunning luidt op een bepaald perceel. De Centrale zal bij de beoordeeling der aanvrage cm overschrijving der vergunning op een ander perceel eveneens rekening kun nen houden met bezwaren van hypotheekhouders. Tegen deze regeling valt dezelfde bedenking in te brengen, die reeds hierboven is te berde gebracht. Meer afdoende is de regeling, getroffen voor den tuin bouw. Art. 10 van de Crisis-Tuinbouwbeschikking 1936 I bepaalt „Het telen op een perceel, waarop door den teler gedurende het vorige teeltjaar niet werd geteeld, is toegestaan, tenzij door belanghebbenden een bezwaar schrift binnen één maand na het verlaten van 't perceel, in het vorig teeltjaar beteeld, is ingediend bij de Centrale en deze de bezwaren gegrond heeft verkaard". Wanneer dus een tuinder zijn bedrijf verlegt naar een ander perceel, kan de hypotheekhouder van het oorspronkelijke perceel binnen één maand na het verlaten ervan een bezwaar schrift bij de Centrale indienen wordt dit gegrond be vonden, dan zal de tuinder weer naar het oorspronkelijke perceel terug moeten. Deze regeling zal wel hoofdzakelijk preventieve werking hebben de tuinder zal wel zoo verstandig zijn om zich, alvorens zijn voornemen om te vertrekken ten uitvoer te leggen, met zijn hypotheek houder te verstaan. Voor hypotheekhouders, die veraf wonen, bestaat ook het bezwaar, dat zij dikwijls niet tijdig bemerken zullen, dat hun debiteur vertrokken is. Voor de Boerenlenbanken, wier bestuur, raad van toezicht en kassier plaatselijk zeer goed op de hoogte van alles zijn, bestaat dit bezwaar o.i. niet of slechts in zeer geringe mate. Nog een leemte in de nieuwe regeling. Tot onze spijt moeten wij besluiten met het consta teeren van nog een leemte in de nieuwe regelingen betref fende de teeltvergunning. Wij hadden gehoopt dat de nieuwe regelingen een voorziening zouden bevatten voor het geval, dat de hypotheekhouder, die genoopt is om te executeeren, den kooper op de een of andere manier aan een teeltvergunning kan helpen. Zulk een voorziening is niet getroffen, zoodat executie (ook al is deze volkomen gemotiveerd) van tuin- of bollenland een o.i. onredelijke hinder bliift ondervinden. Wij vertrouwen echter, dat dit bezwaar bij een volgende herziening der regelingen be treffende de teeltvergunnnig zal worden ondervangen. Tot slot wijzen wij onze lezers erop, dat de Boerenleen banken, die een bezwaarschrift tegen overdracht of over schrijving van een teeltvergunning of tegen vertrek van een tuinder naar een ander perceel wenschen in te dienen, zich kunnen doen bijstaan door het Juridisch Bureau der Centrale Bank dit zelfde is het geval, wanneer zij moei lijkheden mochten ondervinden bij executie van een perceel tuin- of bollenland in verband met de teelt vergunning. In den laatsten tijd komen er bij de Centrale Bank wederom meer aanvragen binnen van de plaatselijke Boerenleenbanken om goedkeuring voor het verleenen van geldleeningen onder hypothecair verband. De oorzaken, welke tot deze vraag leiden, willen wij in het midden laten, doch wij meenen verplicht te zijn er op te wijzen, dat ook thans nog met het verleenen van hypotheken de uiterste voorzichtigheid betracht behoort te worden. De besturen van de plaatseliike banken moeten toch vooral niet vergeten, dat de huidige productenprijzen grootendeels afhankelijk zijn van den verleenden steun. En onafscheidelijk verbonden aan de prijzen van de pro ducten zijn de prijzen der landelijke eigendommen. Men is zoo licht geneigd om te zeggen alles is zoo in waarde gedaald, lager zullen de prijzen toch wel niet worden. Doch dit is een standpunt, waarop men niet mag blijven staan. Zoolang de producten kunstmatig op een bepaald

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1936 | | pagina 5