DE RAIFFEISEN-BODE
Spaargelden van werkloozen
en steun.
Ook voor gelden, bestemd voor z.g.n. afhaaldiensten in
verband met betaling van belasting enz. en gelden door
kinderen bijeengebracht als deelnemers aan het school-
sparen, behoort geen wachttijd te worden voorgeschreven,
dan wel aftrek op den steun plaats te hebben.
Borgstelling gedekt door Hypotheek.
Beter de hypotheek aan de
bank dan aan den borg!
56
Eerst thans komt ons onder het oog den inhoud eener
circulaire, door den Minister van Sociale Zaken in Decem
ber 1934 tot de gemeentebesturen gericht, en betrekking
hebbende op steun aan werkloozen, die spaargelden of
huizen bezitten. Al is het wat laat, toch achten wij het
gewenscht om de circulaire onder de aandacht van onze
Boerenleenbanken te brengen, daar zij nu en dan met de
kwestie „spaargeld en werkloozensteun" in aanraking
komen.
De circulaire houdt, voorzoover spaargelden betreft, het
volgende in
„In overleg met den directeur van de rijkspostspaarbank
en het bestuur van den Ned. Spaarbankbond heeft de
minister besloten het reeds in de meeste gemeenten in ge
bruik zijnde z.g. machtigingsformulier, waarbij de onder
steunde de bankinstellingen machtigt alle gevraagde in
lichtingen omtrent een eventueel tegoed aan B. en W. zijner
gemeente, in te trekken.
In de plaats daarvan kan worden volstaan met een ver
klaring en slechts in zeer bijzondere gevallen is nader onder
zoek noodig.
De spaargelden, etc.
Vervolgens heeft de Minister besloten, de regeling voor
den wachttijd voor bezitters van spaargelden en huizen
eenigermate te wijzigen. In de eerste plaats merkt hij op,
dat in den vervolge in het algemeen kunnen worden vrij
gelaten de spaargelden tot een maximum van 200.
Voorts kunnen buiten beschouwing worden gelaten be
dragen, die door ongehuwden zijn gespaard met het oog op
een uitzet voor een komend huwelijk, indien redelijkerwijs
kan worden aangenomen, dat het huwelijk binnen afzien-
baren tijd zal worden voltrokken.
Wat den wachttijd betreft, zij het volgende medegedeeld:
Tot dusverre vond de regeling, dat het aantal wacht-
weken werd verkregen, door het spaargeld te deelen door
anderhalf maal het steunbedrag, toepassing. Deze regeling
blijft gelden, wanneer de betrokken werklooze meer dan
500.spaargeld bezit en wel voor het bedrag boven de
500.Voor bedragen van 200.tot 500.(zooals
hier werd opgemerkt, kan een bedrag van 200.buiten
beschouwing blijven), wordt de volgende regeling toegepast:
De betrokkene kan, indien hij daarvoor overigens in aan
merking komt, terstond in ondersteuning worden opge
nomen. Hem worden echter niet het volle, doch het halve
steunbedrag uitgekeerd. Het aantal weken, gedurende welke
halve steun wordt verstrekt, wordt verkregen door 2/3 van
het bedrag boven 200.te deelen door de helft van het
steunbedrag, dat de betrokkene zou ontvangen, indien hij
geen spaargeld had."
Gedrukte Jaarverslagen en
Balansen, Convocaties enz.
Centrale Bank
Materiaal-afdeeling
Herhaaldelijk komt het voor, dat borgen voor de onder
hun borgstelling verleend crediet of voorschot van den
schuldenaar hypotheek verkrijgen tot meerdere zekerheid
voor de terugbetaling van hetgeen zij mogelijkerwijs als borg
voor den hoofdschuldenaar zullen betalen.
Hiertegen bestaan, van het standpunt van de Bank uit
gaande, ernstige bezwaren.
Al zeer voor de hand ligt in de eerste plaats dat indien
de schuldenaar toch de kosten der hypotheek-akte moet
maken, de hypotheek aan de Bank wordt gegeven en niet
aan de borgen. De Bank moet zekerheid hebben, dat de
door haar uitgeleende gelden terug zullen worden betaald
en niet de borgen, dat zij, hetgeen zij als borg zullen betalen
op het vaste goed kunnen verhalen.
Wordt de hypotheek aan de Bank gegeven, dan zijn de
belangen van de borgen even goed gediend als in het geval
de hypotheek aan hen wordt verleend. Voor de borgen
maakt het dus geen verschil of de hypotheek aan hen, dan
wel aan de Bank wordt verleend. Immers öf zij worden uit
sluitend aangesproken voor het eventueel tekort na verkoop
der verbonden onroerende goederen, öf zij betalen als borg
de schuld en worden dientengevolge gesubrogeerd (gesteld)
in alle rechten dus ook de hypothecaire zekerheid, die de
Bank tegenover de schuldenaar had. Hoe de zaak door de
Bank wordt afgewikkeld is onverschillig, altijd profiteeren
de borgen in dezelfde mate van de verleende zekerheid als
in het geval, dat die zekerheid aan hen was verleend.
Hoe is nu echter de positie van de Bank, indien hypotheek
door den hoofdschuldenaar aan de borgen is verleend?
Zoolang de borgen de schuld kunnen betalen en ook
inderdaad betalen is er geen nood. Ook de borg is dan
veilig. Maar hoe komt de zaak te staan, indien de borgen
evenmin als de hoofdschuldenaar in staat zijn te betalen?
De op het onroerend goed van den hoofdschuldenaar lig
gende hypotheek is dan waardeloos. De Bank kan op grond
daarvan geen enkel recht uitoefenen. De borgen evenmin
Voor dezen krijgt de hypotheek praktisch eerst waarde,
nadat zij betaald hebben; eerst nadat de toekomstige vor
dering, die zij op de hoofdschuldenaar hadden, een wer
kelijke vordering is geworden
In den regel zal tegen den tijd, dat de Bank tot de ont
dekking komt. dat de borgen niet kunnen betalen, het al niet
meer mogelijk zijn in de hypotheekstelling wijziging te
brengen. Meestal is dat eerst het geval indien de hoofd
schuldenaar, de borgen, of beiden, reeds in staat van fail
lissement verkeeren. of als reeds vast staat, dat de hoofd
schuldenaar ook andere schuldeischers heeft. Royeeren var
de bestaande hypotheek en opnieuw vestigen ten behoeve
der Bank is dan niet meer mogelijk, daar deze handeling
zeer zeker vernietigbaar zal zijn; verder bestaat de moge
Iijkheid dat sedertdien andere hypotheken zijn gevestigd
zoodat de nieuw te vestigen hypotheek lager in rang zou zijn
Het resultaat van een en ander kan dus zijn, dat aan
gezien de borgen niets kunnen betalen, de hypotheek geheel
waardeloos wordt en de opbrengst van het onroerend goed
in plaats van aan de Bank ten goede te komen, als zuivere
winst in handen valt van een later ingeschreven hypotheek
of in het gunstigste geval pondspondsgewijs over alle
crediteuren zal worden verdeeld.
Men zij dus gewaarschuwd. Mochten bij een Bank derge
lijke hvpotheken bekend zijn, dan neme men zoo spoedic
mogelijk maatregelen, dat deze hypotheken aan de Bank
komen.