WEDEROM EEN NIEUW WETSONTWERP. 5 regeering stelt ten behoeve van andere debiteuren dan de z.g. potheekboeren, maatregelen tegen onredelijke executies voor. DE RAIFFEISEN-BODE 35 rteeds moet voldoende zekerheid gesteld worden. De eggingstermijn ook bij hypotheken mag nooit ler dan drie maanden zijn. |Lan de Centrale Bank moet toestemming worden ge- agd bij verleening van voorschotten, credieten of jantie's (ook wanneer zij zijn gedekt door hypotheek) aan niet-leden i. aan vereenigingen aan bestuursleden, leden van Raad van Toezicht of kassier (toestemming van de Centrale Bank is ook noodig voor het aannemen als borg van deze per sonen) t. wanneer de grenzen, bedoeld in de dispensatie-rege ling, zijn bereikt, en het aangevraagde voorschot of crediet niet gemiddeld met 10 per jaar door aflos sing of inperking vermindert ingeval het onderpand bestaat uit incourante fondsen. )e banken, die vanwege de Centrale Bank zijn ver and om terwille van het behoud of ter verbetering van ir liquiditeit ook geen voorschotten of credieten op ■ten termijn te verleenen, doen goed om bij aanvragen 1 dergelijke credieten met de Centrale Bank overleg plegen. Jitvoeriger zal een en ander nog worden behandeld in hoofdstuk „Verleenen van voorschotten en credieten". 23. Invordering van gelden. iet bestuur is belast met de invordering van aan de ik verschuldigde gelden. Ook hiervoor verwijzen wij ir het komende hoofdstuk „Verleenen van voorschotten credieten. 24. Opnemen van gelden. iet bestuur beslist over het opnemen van geld (spaar geld, deposito's in loopende rekening, crediet bij de Cen trale Bank) binnen de grenzen, bij huishoudelijk reglement bepaald. Wij zullen hierop uitvoeriger terug komen in het hoofd stuk „Opnemen van gelden". 25. Belegging van gelden. Het bestuur beslist over de belegging van gelden, die niet zijn geplaatst bij voorschot- en credietnemers en bij de Centrale Bank. Het moet echter op zoodanige beslissing de goedkeuring der Centrale Bank vragen. Het bestuur is echter vrij om zonder goedkeuring der Centrale Bank een bedrag, gelijk aan de reserve der Boerenleenbank, te beleggen in goede effecten. Zie hieromtrent uitvoeriger het hoofdstuk „Belegging van gelden". 26. Vaststelling rentevoet en provisie. Een belangrijk deel van de bestuurstaak is ook de vast stelling van rentevoet, provisie en verdere voorwaarden, waarop geld mag worden uitgeleend of in depót genomen, zoomede de provisie voor garantie's. Deze vaststelling behoeft de goedkeuring van den Raad van Toezicht. Dieper zal op dit onderwerp worden ingegaan in het hoofdstuk „Rente-politiek". 27. Aankoop enz. van onroerend goed. Het bestuur is bevoegd tot het aankoopen, verkoopen en bezwaren van onroerend goed, doch alleen na ver kregen toestemming van den Raad van Toezicht. Die toestemming is volgens de statuten niet noodig voor het doen bouwen van een bankgebouw al is het natuur lijk wel zeer gewenscht om den Raad van Toezicht in zulk een belangrijke beslissing te kennen. )e hypothecaire debiteuren kunnen niet klagen over ge- k aan belangstelling vanwege de regeering. In de liffeisen-Bode" van Augustus j.1. bespraken wij twee tsontwerpen, strekkende tot verlichting van hun lasten t ontwerp landbouwcrisishypotheekwet en het ontwerp wet tot verlaging van vaste lasten), en thans reeds weer een nieuw ontwerp voor ons, dat zich hun nooden itrekt. Het bedoelt hen te beschermen tegen onredelijke ;cutie's. Iet nieuwe ontwerp geldt niet voor de z.g. hypotheek- :ren. Deze worden reeds beschermd door het bekende >otheek-commissie-besluit. Het nieuwe ontwerp geldt >r alle andere hypothecaire debiteuren. Het is dus voor- nelijk van belang voor de stedelijke hypotheken. Maar het platteland heeft er mede te maken. Niet alleen dat het geldt voor debiteuren als den smid, den timmer- n, enz., van het dorp, maar ook omdat het geldt voor :rderijen, die verpacht zijn. Deze vallen niet onder het >otheek-commissie-besluit, daar dit alleen geldt voor uderijen, bij den eigenaar in gebruik. )e Boerenleenbanken kunnen derhalve als hypothecaire uldeischers wel eens te maken krijgen met dit ontwerp, het tot wet verheven zal zijn. Iet schijnt de bedoeling der regeering te zijn om een edige aanneming en inwerkingtreding van het ontwerp oevorderen anders zouden crediteuren te lang gelegen- d hebben om nog vrijelijk te executeeren. Vat is de inhoud van het ontwerp Iet beoogt de bescherming tegen onredelijke executie i die debiteuren, die voldoen aan de volgende voor arden zij moeten bij zijn met betaling der verschuldigde rente j 2. hun onroerend goed moet vrij zijn van beslag, ge legd door andere („losse") schuldeischers 3. zij moeten niet in staat van faillissement verkeeren 4. zij moeten op de eerste hypotheek ten minste 1 per jaar hebben afgelost. Een schuldenaar, die aan deze voorwaarden voldoet, kan, indien hij met executie wordt bedreigd, aan den Kantonrechter uitstel verzoeken voor betaling van de hoofdsom, als deze opeischbaar is geworden, voor be taling van aflossing op tweede en volgende hypotheken en voor betaling van aflossingen boven 1 op de eerste hypotheek. De schuldeischer, die wegens nist-betaling hiervan wenscht te gaan executeeren, zal eerst een sommatie moe ten laten uitbrengen de schuldenaar krijgt dan nog veer tien dagen tijd om aan zijn verplichtingen te voldoen. De rechter kan trachten om een minnelijke regeling tot stand te brengen. Bij zijn beslissing moet hij ook met de belangen van den schuldeischer rekening houden. Hij moet dus het belang van den schuldenaar bij uitstel en het belang van den schuldeischer bij het ontvangen van betaling tegen elkaar afwegen. Tegen de beslissing van den Kantonrechter is hooger be roep mogelijk. De wet geldt niet voor hypothecaire vorderingen, ont staan na 1 September 1935. Aldus, in een notedop, de inhoud van het ontwerp. Vermoedelijk zullen de Staten-Generaal hun goed keuring niet eraan onhouden, zoodat te verwachten valt, dat het over eenigen tijd wet zal worden. Wij zullen dan nader erop terug komen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1935 | | pagina 3