2EIVVIFFEISEN-BODE
HET BEHEER EENER BOERENLEENBANK.
NOVEMBER 1935
OFFICIEEL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE
RAIFFEISEN-BANK TE UTRECHT
INHOUD:
REDACTIONEEL GEDEELTE.
bevoegdheden en verplichtingen van het Bestuur.
ZIE MEDEDEELINGEN OP BLZ. 36.
EEN EN TWINTIGSTE JAARGANG No. S
redactie en
administratie
KR. NIEUWE
GRACHT 29
U T R ECHT
TELEF. 15867
R
VERSCHIJNT DEN EERSTEN
VAN IEDERE MAAND
ABONNEMENT F 0.50 PER JAAR
LOSSE NUMMERS 10 CENT
FRANCO PER POST
Redactioneel Gedeelte. 1. Het beheer eener Boerenleen
bank. (Vervolg). 2. Wederom een nieuw wetsontwerp.
3. Geld- en Effectenmarkt.
Mededeelingen. 1Het Handboekje. 2. Circulaire Hagel-
verzekering. 3. Uitbetaling van varkensgelden. 4. Mede-
deeling van het „Hagelschade-Comité 1933 te Oost-
voorne. 5. Slotrekening en verantwoording van het Hagel
schade-Comité in de gemeente Zelhem. 6. Waarschuwing.
c. Uit onze Boerenleenbanken. 1Ingezonden door Ring
Utrecht. 2. Ingezonden door Lekkerkerk. 2. Ingezonden
door Warder.
d. Advertentiën.
(Vervolg van Hoofdstuk I, Organen der bank, A. Het Bestuur.)
11. Vertegenwoordiging der bank.
Het bestuur vertegenwoordigt de bank in en buiten
.rechte. (Art. 13 statuten).
„In rechte" beteekent „in procedure's", „voor den
rechter". Dat het bestuur de bank in rechte vertegen
woordigt, wil niet zeggen, dat het zeli in rechte moet
verschijnen. Bij kantongerechtsprcedure's kan het bestuur
een gemachtigde aanwijzen in andere procedure's moet
een procureur namens het bestuur optreden.
Gelijk bekend, wordt alles, wat bij een procedure te pas
komt, in orde gemaakt door het Juridisch Bureau der
Centrale Bank (zij het, uit den aard der zaak, in voort
durend overleg met het bestuur).
Vertegenwoordiging „buiten rechte" beteekent het
optreden voor eri namens de bank in het gewone rechts
verkeer. Het bestuur is orgaan, door middel waarvan de
bank aan het rechtsverkeer deelneemt door middel
waarvan de bank, met andere woorden, rechtshandelingen
verricht, zooals het uitleenen van gelden, het aankoopen
van een gebouw, enz. Dit brengt echter niet mee, dat het
bestuur al die handelingen zelf moet doen. Het kan een
groot deel ervan laten verrichten door den kassier, gelijk
"wij nog zullen zien.
12. Teekenen namens de bank.
tOp grond van het beginsel, dat het bestuur de bank
ertegenwoordigt, moeten stukken, die van de bank uit-
aan, worden geteekend door het bestuur. „Het bestuur"
_^s natuurlijk „het geheele bestuur". Daar het echter lastig
zou zijn om altijd de handteekeningen van alle bestuurs
leden te moeten hebben, bepaalt Art. 18 lid 2 der statuten,
dat, om de bank te verbinden, de handteekening van twee
bestuursleden voldoende is.
Uitgaande stukken kunnen dus worden geteekend door
twee bestuurders voorzoover zij niet door den kassier
kunnen worden geteekend.
I 13, Volmacht en instructie kassier.
Het zou belemmerend werken op den dagelijkschen
Wgang van zaken, wanneer alle uitgaande stukken (kwi-
tantie's enz.) moesten worden geteekend door twee be
stuurders. Daarom bepaalt Art. 18 lid 3, dat het bestuur
bevoegd is den kassier schriftelijk te machtigen tot het
teekenen voor ontvangst van gelden en hetgeen hem dit
verder mocht opdragen.
De volmacht zal zich in den regel niet verder uitstrek
ken dan tot die handelingen, welke dagelijks of ten minste
veelvuldig voorkomen en welke vlot moeten verloopen.
Uit den aard der zaak is het gewenscht, dat het bestuur
van Art. 18 lid 3 gebruik maakt en den kassier een schrif
telijke volmacht afgeeft. Model eener volmacht is verkrijg
baar bij de Centrale Bank (Inspectie).
Van het geven van volmacht aan den kassier moet op
gave worden gedaan aan het Handelsregister.
Wat hier is gezegd omtrent het geven van volmacht
aan den kassier, geldt ook voor den plaatsvervangenden
kassier.
Dikwijls zal het bestuur de werkzaamheden van den
kassier eenigszins nauwkeuriger willen regelen, en daartoe
een instructie willen vaststellen. Hiertoe plege het overleg
met de Centrale Bank (Inspectie), die gaarne een model
instructie ter beschikking zal stellen.
14. Benoeming, schorsing en ontslag
van den kassier.
Tot de bevoegdheid van het bestuur behooren benoe
ming, schorsing en ontslag van den kassier echter niet
tot de uitsluitende bevoegdheid van het bestuur, want de
goedkeuring van den Raad van Toezicht is vereischt.
De kassier heeft ingeval van ongevraagd ontslag beroep
op de algemeene vergadering. Zie verder onder Kassier.
Bij enkele banken zijn benoeming en ontslag in af
wijking van de model-statuten van 1925 opgedragen
aan de algemeene vergadering. Hierop dient dan natuur
lijk gelet te worden.