DE BETEEKENIS VAN HET GEORGANISEERDE LANDBOUWCREDIET IN DE CRISIS. DE RAIFFEISEN-BODE 27 Nadat de notulen gelezen zijn, worden ze terstond door ioorzitter en secretaris onderteekend. De onderteekening tischiedt zoodanig, dat geen open ruimte wordt gelaten risschen notulen en onderteekening. Een goede gewoonte welker toepassing echter jnigszins lastig is is het, om de notulen te maken ge- EUrende de vergadering en om ze aan het slot daarvan [.eteen te lezen en te teekenen. Daardoor voorkomt men, at later, in de volgende vergadering, meeningsverschil ver het verhandelde ontstaat; zulk meeningsverschil kan, anneer inmiddels reeds uitvoering is gegeven aan ge- omen besluiten, tot moelijkheden leiden. Kasopnamen kunnen natuurlijk in ieder geval wel direct 'orden genotuleerd, terwijl het genotuleerde dan meteen rordt gelezen en geteekend. 1 Wat moet worden genotuleerd? In de eerste plaats be- oort te worden vermeld, welke bestuursleden aanwezig 'ijn. Voorts moeten de besluiten worden opgeschreven, [ierbij moet groote nauwkeurigheid worden betracht. Vordt een besluit in een bepaalde formuleering genomen, an is letterlijke weergave ervan noodig. Het is niet noodig ellenlange beschouwingen in de no- ulen op te nemen. De notulen dienen alleen om vast te eggen, wat voor de toekomst van belang kan zijn, en dat ijn de discussie s over het algemeen niet. Men kan deze lus zeer beknopt weergeven. Alleen wanneer zij de be- eekenis van éen besluit verduidelijken, behoort de weer- jave ervan iets uitvoeriger te zijn. Voorts moet worden genotuleerd hoe een besluit wordt ienomen (dus zonder hoofdelijke stemming, na mondelinge stemming, of na schriftelijke stemmig). Wordt een besluit genomen na stemming, worde tevens genotuleerd hoeveel stemmen voor en hoeveel tegen zijn uitgebracht. Verlangt een bestuurslid, dat wordt genotuleerd, dat hij tegen een besluit is, dan worde aan dit verlangen voldaan. 10. Geheimhouding. De leden en plaatsvervangende leden van het Bestuur zijn verplicht tot geheimhouding der behandelde onder werpen, inlagen, voorschotten, credieten en verleende garantie's, zulks op straffe van een geldboete, bij Huis houdelijk Reglement bepaald. Over de behandeling van een overtreding der geheim houdingsplicht (welke overtreding zoo goed als nooit voor komt) raadplege men het desbetreffende artikel van het Huishoudelijk Reglement. De verplichting tot geheimhouding moet worden opge vat naar den geest, niet naar de letter. Naar de letter zou het Bestuur ook tot geheimhouding verplicht zijn tegen over de inspectie der Centrale Bank. Dit is natuurlijk niet de bedoeling. Ook behoeft het Bestuur geen geheimhou ding te betrachten tegenover een borg, die komt vragen hoe de stand is van een onder zijn borgstelling verleend voorschot of crediet. Evenmin geldt de geheimhoudings plicht tegenover een erfgenaam van een overleden spaar der, die komt vragen welk bedrag zijn erflater op zijn boekje had staan. Wanneer de fiscus gegevens of inzage wenscht, raad plege men steeds het Juridisch Bureau der Centrale Bank. (Wordt vervolgd.) Dit onderwerp is aan de orde geweest op het kort ge- eden te Apeldoorn gehouden landhuishoudkundig congres. Dr. G. W. Huijsmans, directeur van de Coöp. Centrale Boerenleenbank te Eindhoven heeft een lezenswaard prae- idvies erover uitgebracht, dat wij hieronder laten volgen. 1. Het georganiseerde landbouwcrediet waaronder wij hier verstaan de in Centrales georganiseerde plaatse lijke boerenleenbanken, vervult onafgebroken gedu rende meer dan 35 jaren eene belangrijke sociaal-eco nomische functie, daar het de land- en tuinbouwende bevolking van Nederland op geëigende en voordeelige wijze bedrijfscrediet verstrekt en hierdoor in eene be hoefte voorziet, welker verzorging niet of niet vol doende de belangstelling van het gewone particuliere bankwezen heeft. 2. Deze functie blijft het georganiseerde landbouwcrediet uiteraard onder de huidige crisisomstandigheden ver vullen, daarbij in aanmerking nemende dat juist onder deze omstandigheden meer dan ooit te voren eene nauwkeurig uitgestippelde algemeene gedragslijn bij het verstrekken van geldleeningen een vereischte is. 3a. Daarnaast heeft het georganiseerde landbouwcrediet thans de meer speciale taak om het aanpassingsproces van de Nederlandsche land- en tuinbouwbedrijven aan de gewijzigde economische structuur te helpen bevorde ren, in welk verband wij onder aanpassingsproces een constructieve aanpassing verstaan, die erop gericht dient te zijn den boeren- en tuindersstand als vrije maatschappelijke groep met individueele economische verantwoordelijkheid te laten voortbestaan, b. De prijsverschuivingen waarmede deze structuurwijzi ging'gepaard ging hebben eensdeels een vrijkomen van middelen wegens inkrimping der behoefte aan bedrijfs kapitaal en afnemende vraag naar nieuw crediet ten gevolge gehad; aldus daalde het totaal bedrag der uit staande leeningen van de bij Centrales georganiseerde boerenleenbanken niet onbelangrijk. Hiernaast dient in het oog te worden gehouden, dat dezelfde productie- en prijsverschuivingen ook verstarringsVerschijnselen hebben uitgelokt, daar tengevolge van de plotselinge en scherpe waardedaling van nog in een stadium van productie zijnde goederen, van de bedrijfsinventaris- sen en van de vaste goederen, welke tezamen t actief van een land- of tuinbouwbedrijf uitmaken eene ver mindering van vlottende bedrijfsmiddelen en eene da ling van de onderpandswaarde der bedrijfsgoederen zijn ingetreden. Wat tengevolge hiervan aan uitleenin- gen geheel of ten deele bevroren is, zal onder voort gezette inkrimping van het totaal der uitgeleende gel den met voorzichtigheid en takt, zij het dan over een langeren termijn, worden afgewikkeld, zóó dat zulks niet tot een afbraak van gezonde land- en tuin bouwbedrijven doch veeleer tot een constructieve aan passing leidt. 4. Het georganiseerde landbouwcrediet zal het onder 3a aangegeven onderdeel van zijn taak, zonder dat zulks met groote schokken gepaard gaat, kunnen vervullen

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1935 | | pagina 3