DË RAIËFEISEN-BODE.
Zulke bepalingen komen in het Huishoudelijk Reglement
van verscheidene Boerenleenbanken voor. Meestal wordt
verkiesbaarheid tot en met den derden graad van bloed- of
aanverwantschap uitgesloten.
Hoe berekent men de graden? Bij bloedverwantschap
door het aantal geboorten te tellen, dat twee personen
van elkander scheidt bij aanverwantschap rekent men
het aantal geboorten tusschen de(n) echtgenoot(e) van den
aangetrouwden persoon en den anderen persoon.
In eersten graad bestaan elkaar dus vader en zoon,
schoonvader en schoonzoon.
In tweeden graad grootvader en kleinzoon broeders
een broeder en de echtgenoot zijner zuster.
In derden graad oom en neef.
Eenig misverstand heerscht omtrent het begrip aanver
wantschap (of zwagerschap). Art. 350 Burg. Wetboek zegt,
dat t is ,,de betrekking, welke door aanhuwelijking wordt
geboren tusschen den eenen der echtgenooten en de
bloedverwanten van den anderen". Er bestaat dus zwager
schap tusschen den man en de bloedverwanten van zijn
vrouw. Niet echter tusschen deze laatsten en de bloed
verwanten van den man. De broer van den man en de
broer van de vrouw zijn dus niet elkanders zwagers.
Evenmin de echtgenooten van twee zusters. Dat zij in het
dagelijksch leven wel zwagers genoemd worden, is dus
onjuist.
Natuurlijk moet men met eventueele bepalingen in het
Huishoudelijk Reglement omtrent bindende voordracht of
bloed- en aanverwantschap goed rekening houden.
3. Samenstelling.
Het Bestuur bestaat uit een oneven aantal (ten minste
drie) personen. Het juiste getal wordt bepaald bij Huis
houdelijk Reglement.
Het meest aanbevelenswaardige is o.i. over het alge
meen drie. Hoe kleiner het college, des te gemakkelijker
kan het werken. Er kunnen echter redenen zijn, die een
grooter college gewenscht maken (b.v. vertegenwoordiging
van bepaalde groepen van leden).
De functie's van voorzitter, ondervoorzitter en secre
taris (en diens plaatsvervanger) worden in de eerste be
stuursvergadering na elke verkiezing verdeeld.
4. Aftreding.
De periodieke aftreding der leden van het Bestuur is
geregeld in art. 13 der Statuten. Elk jaar treedt ten minste
één lid en ten hoogste een derde deel der leden af. Bij
een aantal leden van 3 of 5 treedt dus elk jaar één lid af;
bij een aantal van 7 kunnen er elk jaar twee aftreden.
Een aftredend bestuurslid is terstond herkiesbaar.
Er moet een rooster van aftreding zijn, die nauwkeurig
worde bijgehouden.
Een tusschentijds gekozen bestuurslid neemt op den
rooster van aftreding de plaats van zijn voorganger in.
Plaatsvervangende bestuursleden worden slechts voor
één jaar benoemd. Zij treden dus elk jaar af. Zij zijn echter
terstond herkiesbaar.
5. Schorsing en ontslag.
Wanneer een bestuurslid naar de meening van den
Raad van Toezicht zijn taak niet naar behooren vervult, is
dit college bevoegd en in het belang der Bank zelfs
verplicht om dit bestuurslid te schorsen. De Raad van
Toezicht roept in dit geval zoo spoedig mogelijk een Alge-
meene Vergadering bijeen, welke zal hebben te beslissen
of het betrokken bestuurslid al of niet in zijn functie zal
worden gehandhaafd.
De Algemeene Vergadering heeft te allen tijde het recht
een bestuurslid te ontslaan. Echter niet zonder dat het
onderwerp „ontslag" behoorlijk op de agenda is vermeld
(art. 3 lid 2). Wanneer het Bestuur weigert om gevolg IS
geven aan het verzoek van een groep leden om dat ondoo
werp op de agenda te brengen, kunnen die leden tracht-s
gebruik te maken van art. 30 (waarop wij later nog terisi
komen.) j
sr
6. Vacatie-geldtui
De bestuursleden genieten volgens artikel 16 der ste
tuten geen bezoldiging. Aan hen kan echter een vacati1'
geld toegekend worden bijv. voor tijdverlies wegens hv'
bijwonen van vergaderingen, voor tijd aan controle b'a
steed, enz. Een besluit der Algemeene Vergadering, waa°
bij tevens het bedrag per vergadering, per contróle-zittin
enz. wordt bepaald, is hiervoor noodig. 'c
7. Vergaderinge
Het Bestuur heeft de verplichting tenminste éénmaal i.°
de maand te vergaderen. 1)
Een buitengewone vergadering kan te allen tijde wow
den bijeengeroepen door den voorzitter of de meerderhei
der bestuursleden.
Schriftelijke oproeping is ten aanzien van het Bestua
niet voorgeschreven. Ook behoeft te voren geen agend11
te worden rondgezonden.
Bij sommige Boerenleenbanken bestaat de gewoontii'
dat Bestuur en Raad van Toezicht samen vergadere;
Deze gewoonte is principieel onjuist te achten. Bestuu.'
en Raad van Toezicht zijn twee afzonderlijke college'?
die ieder een verschillende taak hebben. De gewoonte vai.
het samen vergaderen veroorzaakt, dat zij feitelijk tot éér
college worden. En wel één college van bestuur. Het af.
zonderlijke en van het Bestuur onafhankelijke toezicht'
orgaan verdwijnt eigenlijk, komt althans niet behoorlij
tot zijn recht. De Raad van Toezicht zal niet zoo licb
critiek op het bestuursbeleid kunnen uitoefenen.
Al is de gewoonte principieel onjuist, zij is bij sommigt
banken een vrijwel onverwoestbare traditie geworden.
Bij het samen vergaderen houde men in ieder geval goed
rekening met het in de laatste alinea van Nr. 8 opge
merkte.
8. Het nemen van besluiten.
De besluiten worden genomen bij meerderheid van
stemmen. Bij staking van stemmen is een voorstel ver
worpen.
Het Bestuur is slechts bevoegd tot het nemen van be
sluiten indien ten minste de helft der leden aanwezig is.
Het is een goed gebruik dat een bestuurslid, over wiens
persoonlijke handelingen, rechten of verplichtingen ge
stemd wordt, niet aan de stemming deelneemt. Voorge
schreven is dit echter niet.
Wanneer het Bestuur te zamen met den Raad van Toe
zicht vergadert en besluiten moeten worden genomen,
denke men eraan, dat eerst door het Bestuur een beslis
sing moet worden genomen en dat pas daarna de Raad
van Toezicht kan beslissen over de goedkeuring. Nimmer
moeten de leden van het Bestuur en van den Raad van
Toezicht te zamen, als één college, besluiten nemen.
9. Notulen.
Het in de bestuursvergaderingen verhandelde moet
worden genotuleerd. Ook kas-opnamen moeten worden ge
notuleerd. De secretaris is degene, die de notulen
behoort bij te houden. Hij schrijve de notulen in een
daarvoor bestemd notulenboek, voor welks bewaring goed
moet worden zorg gedragen.
Heeft men het bijhouden der notulen aan den kassier
opgedragen hetgeen eigenlijk minder juist is dan be
hoort althans de secretaris van het Bestuur voorlezing
van de notulen te doen.