MEDEDEELINGEN.
UIT ONZE BOERENLEENBANKEN.
20
DE RAIFFEISEN-BODE
Het Handboekje.
Dat de tijd zeer snel gaat, moesten wij opnieuw con-
stateeren uit het feit, dat wederom zal moeten worden
overgegaan tot de samenstelling van een nieuw Hand
boekje.
De derde uitgave zag in December 1933 het licht.
Reeds de belangrijke mutatie's in de gegevens over de
Ringen en de Boerenleenbanken zouden een herdruk van
het boekje ten volle wettigen. Daar is echter nog veel
meer, dat ons heeft doen besluiten daartoe over te gaan.
Immers, uit de praktijk is ons gebleken, dat er talrijke
vragen gedaan worden, die achterwege zouden zijn geble
ven, indien men zelve daarop maar op gemakkelijke wijze
het antwoord had kunnen vinden. Wij willen trachten het
antwoord op die veelvuldig voorkomende vragen in een
afzonderlijke rubriek op te nemen.
In het algemeen zullen wij er op bedacht zijn, dat bij
den groei onzer Organisatie de inhoud van de vierde uit
gave van het boekje meer en meer tegemoet komt aan de
eischen, welke men redelijkerwijze zal mogen stellen aan
een Handboekje, dat niet alleen in naam, maar in de aller
eerste plaats inderdaad een boekje wil zijn, waartoe men
zijn toevlucht kan nemen bij de oplossing van vragen, die
een direct antwoord vereischen.
Binnengekomen bedragen Comité
Hagelschade 1936 Oostvoorne
tot en met 25 Augustus 1935.
Oostvoorne 100.Rockanje 25.Spijkenisse
10.Oudenhoorn 20.Hekelingen 5.Haren
25.Hummelo en Keppel 5.Leeuwarden 50.
Zwolle 2.50, Voorschoten 10.Ruurlo 10.
Binnengekomen bedragen Comité
Hagelschade 1935 Zelhem
tot en met 25 Augustus 1935.
Haren 25.Hummelo en Keppel 7.50, Leeuwarden
50.Zwolle 2.50, Ruurlo 10.Voorschoten ƒ10.
Aan de Redactie van „De Raiffeisen-Bode"
te Utrecht.
Mijnheer de Redacteur
Als afgevaardigde onzer Leenbank naar de laatstge
houden Algemeene Jaarvergadering, op 5 Juni j.1., had ik
het genoegen ondermeer te mogen luisteren naar de rede
van den heer M. P. van der Weijden, lid der 2e Kamer,
over het monotaire vraagstuk.
Was mij het aanhooren van deze rede een genoegen,
onder meer doordat ons van de bijna dagelijks in kranten
en geschriften voorkomende woorden als deflatie, inflatie,
reflatie, devaluatie, woorden die men tevergeefs in de
verschillende woordenboeken kan naslaan, nu eens een
duidelijke verklaring werd gegeven met stijgende belang
stelling las ik thans het betoog na in het stenografisch
verslag, waar bet betrof een gemotiveerd en gedocumen
teerd pleit voor de juistheid van het devaluatie-standpunt,
als zou in deze richting onze lijdende agrarische bevolking
een reddingsplank zijn toe te steken.
Of het pleit des heeren Van der Weijden inderdaad
onaanvechtbaar is ik weet het niet. En velen der aan
wezigen op gemelde vergadering, en velen onzer, die het
stenografisch verslag lezen, zouden er met mij stellig mee
zitten op even steekhoudende gronden de eventueel
onjuistheid der stelling te bewijzen.
En toch, M. de R., nu we, in een voor ons leenbanl
wezen zoo pikant vraagstuk, de belichting in rede en g(
schrift, nog slechts van ééne zijde gehad hebben, nu kon
het mij, ik zou haast zeggen, noodzakelijk voor, dat w
ook de belichting van contrazijde krijgen.
Is er uit eigen kring, of ook buiten onzen kring, doo
uwen invloed niet iemand te bereiken, wien ge uw Rai
feisen-Bode beschikbaar wilt stellen, desnoods gelegenhei
aanbieden, in brochurevorm zich uit te spreken? De zaa
lijkt me voor heel ons Raiffeisenwezen belangrijk genoe,
om te dezer zake poging in het werk te stellen en be
ik er zeker van, dat velen onzer, bij slagen, U dankbaa
zullen wezen.
In hoopvolle afwachting,
Hoogachtend,
J. KEUKEN.
Nieuwe Niedorp, 12 Augustus 1935.
Noot der Redactie.
Wij ontvingen van den Heer Keuken, Kassier de
Boerenleenbank te Nieuwe Niedorp, bovenstaand schrijver
waaraan wij hier plaatsing gaven.
Wat voorts de vraag betreft om de zaak van vóór
tegen devaluatie door een of meer deskundigen te doe
behandelen en polemiek daarover te ontketenen, kom
ons echter minder juist voor.
Dit ligt niet op onzen weg, en wij herinneren eraan, da
er zelfs een niet onbelangrijke minderheid was, die de redi.
des heeren Van der Weijden in onze Algemeene Vergade
ring minder op haar plaats achtte en geen opneming daar
van in het stenografisch verslag verlangde.
Diegenen, die dit onderwerp meer in studie willen nemer
/erwijzen wij naar de brochure van Voorstanders vai
devaluatie, n.1.
E. D. van Walree
S. Beinema
Prof. Grimbière
Prof. Polak
Prof. Verrijn Stuart
Prof. Gonggrijp
M. P. v. d. Weijden
Prof. Dresden
Prof. Goudriaan
Naar devaluatie van den gulderj
Devaluatie moet komen.
Devaluatie gewenscht.
Redevoeringen gehouden op de
oprichtingsvergadering van de
Nederlandsche Vereeniging voor
waardevast geld.
en van Tegenstanders van devaluatie, n.1.
S. G. van Apeldoorn Devaluatie een landsgevaar.
Prof. Bordewijk Geen muntverzwakking.
Prof. Raaymakers Devaluatie?
Zeer lezenswaardige artikelen van tegenstanders ver
schenen in de groote bladen, o.a. van de hand van Mr. var)
Sandick en Ir. Plate, terwijl ook in de Economist en Econo
misch Statistische Berichten over het onderwerp belang
rijke artikelen verschenen.
Overigens kunnen wij nog verwijzen naar redevoeringen
gehouden in de 2e Kamer bij de Algemeene Beschouwingen
over de begrooting 1935, de Memorie van Antwoord be
grooting 1935 en een rapport van de commissie uit dea
Nat. Bond van Landbouw en Mij.
Intusschen drukken wij hier echter af de rede die onza
Voorzitter van den Raad van Toezicht, als voorzitter var
de Overijsselsche Landbouw-Mij. in die vereeniging, door
drongen van de moeilijkheid van dit vraagstuk, en, zooalsl
hij dit ziet, in verband met de belangen van den landbouw'
heeft gehouden.
Rede van den Heer Stroink
Sedert in 1931 het Engelsche Pond van het goud afging
en daarbij gevolgd werd door de valuta van al de Engei-