DE EERSTE TOEPASSING VAN HET HYPOTHEEKCOMMISSIE-BESLUIT. DE RAIFFEISEN-BODE. 85 Uit de Nieuwe Rotterdamsche Courant van 18 April j.1. nemen wij het volgende artikeltje over De minister van oeconomische zaken heeft dezer dagen afwijzend beschikt op een verzoekschrift van een kweeker en handelaar in bloembollen, tot toepassing van de nieuwe bepalingen van het crisisorganisatiebesluit ter voorkoming van niet-noodzakelijke executies van landelijk eigendom. Het verzoek werd ingediend op 14 Maart j.1. om 9 uur v.m., dus op den eersten dag (en het eerste departemen tale uur) van de in werkingtreding van de twee dagen te voren afgekondigde Kon. besluiten, die de nieuwe regeling brachten, welke in het kort hierop neerkomt, dat de mi nister, wanneer hij op voorlichting van de Hypotheek commissie tot de overtuiging komt, dat een executie van landelijk eigendom te vermijden ware, kan bepalen, dat de toekomstige gebruiker (kooper) van dat land uitgesloten zal worden van deelneming in de betreffende crisisorga nisatie, zoodat het land daarmee practisch onbruikbaar en dus onverkoopbaar zal zijn. Het adres voormeld richtte zich tegen de laatste phase (toeslag) van een executie-veiling door den eersten hypo theekhouder, nadat er maanden lang zonder resultaat on derhandeld was mede door tusschenkomst van de contact commissie voor het bloembollenbedrijf om de diverse financiëele verplichtingen te regelen (alleen de hypotheek rente was meer dan een jaar achterstallig). De toeslag zou dienzelfden 14en Maart om 11 uur v.m. plaats hebben en door indiening van het request dien morgen om 9 uur bereikte de debiteur alvast, dat er van de hypotheekcom missie een telefonisch verzoek kwam, om den toeslag aan te houden. De hypotheekhouder die na maandenlange vruchtelooze onderhandelingen zich bewust was, dat geen anderen uitweg dan executie overbleef, wilde van geen verder uitstel weten en kocht zelf tegen het bedrag van de hoofdsom der hypothecaire geldleening de geveilde perceelen in. De aanvankelijk gegadigde koopers trokken zich na het bekend worden van de telefonische boodschap uit Den Haag terug. Het verdere verloop is uit de bondige motiveering van de ministerieele beslissing klaar en duide lijk te volgen, waaruit wij citeeren .,dat daarop door de koopster aan X is aangeboden een regeling, hierop neerkomende, dat X met de exploitatie voor risico van de koopster zou voortgaan tegen betaling van 25 per week met vrije woning dat de koopster H.H. Kassiers worden beleefd en dringend verzocht in de hoofden der grootboekrekeningen steeds te ver melden de juiste en volledige namen en adressen, als mede de juiste boekjesnummers. Daardoor worden vele onaangenaamheden en veel correspondentie bij het verzenden der controle-biljetten door de afdeeling Inspectie vermeden. 4y2 pet. van de vordering zou genieten en het 'daarna overschietende exploitatie-overschot op de vordering zou afboeken, terwijl X gedurende vijf jaren recht tot terug koop zou hebben tegen het bedrag, waarop de vordering te boek zou staan „dat dit aanbod door X niet is aanvaard en na de ver klaring van de eerste hypotheekhoudster door deze zelf thans ook niet meer in dezen of anderen vorm kan worden gestand gedaan, in verband met den inmiddels duidelijker geworden financieelen toestand van X, welke uit hoofde van mede door deze op groote schaal gedane cessies van vorderingen aan crediteuren en voorts met te zijnen laste loopende borgstellingen ten bedrage van ongeveer 50.000 van dien aard is, dat een regeling met het geheel der schuldeischers, waarbinnen een schikking als de aan gebodene naar wensch zal kunnen verloopen, is uitge sloten, zijnde inmiddels ook het faillissement van X aan gevraagd „dat voorts X aan de hypotheekcommissie heeft over gelegd een winst- en verliesrekening over 1934 het jaar dus, waarover geen hypotheekrente is betaald met een winst van circa 2600, gelijk de eerste hypotheekhoudster zich dan ook reeds had beklaagd, dat haar onderpand in 1934 door X feitelijk gratis is gebruikt om andere credi teuren te betalen „dat uit het vorenstaande volgt, dat X niet aannemelijk heeft gemaakt, dat het in verband met de heerschende buitengewone omstandigheden is, dat hij niet in staat is aan zijn verplichtingen te voldoen, doch bovendien dat wat daarvan zij inwilliging van het verzoek onredelijk zou zijn, nu deze inwilliging in verband met den inmiddels reeds en begrijpelijkerwijs plaats gehad hebbende verkoop alleen de eerste hypotheekhoudster zou treffen, die echter na dien verkoop blijk heeft gegeven van een bereidheid tot een voor den schuldenaar gunstige regeling, welke slechts om buiten de schuldeischeres liggende redenen geen voortgang heeft kunnen hebben „Gezien art. 4 lid 3 en artikel 5 van het Kon. besluit van 12 Maart 1935 S 107 wijsthetverzoek a f." Deze beslissing spreekt duidelijke taal Een debiteur, die door eigen schuld deerlijk in de knoei zit en dan wel eens rare bokkesprongen zal maken, hoeft niet te specu- leeren op steun van hypotheekcommissie en minister. Alvorens tot aanschaffing van een schrijf- of telmachine over te gaanvrage men in lichtingen aan de Centrale Bank, Materiaal- afdeeling. Zij geeft U de meest volledige inlichtingen, en wijst U de machines aan welke speciaal voor het gebruik bij Uwe Boerenleenbank geschikt zijn. Zij noemt U betrouwbare en coulante firma's waarmede U zich in ver binding kunt stellen of belast zich desge- wenscht zelf met de levering, terwijl zoo- noodig iemand van het personeel der Centrale Bank U bezoekt om U met het gebruik van de aan te schaffen machine vertrouwd te maken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1935 | | pagina 3