DE RAIFFEISEN-BODE
Vraag:
84
of zijn deze in hun functie als penningmeester reeds vol
doende gemachtigd
We hebben hier b.v. enkele Fokvereenigingen, School-
vereenigingen, waarvan de Statuten op dit punt ons niet
al te duidelijk lijken zou het niet beter zijn wanneer de
Penningmeesters van dergelijke Vereenigingen een vol
macht (30 cent zegel) en geteekend door het geheele Be
stuur, aan de Bank overleggen
Zoo ja, hoe dan te handelen met credieten, waarvan het
debetsaldo zonder volmacht door den penningmeester is
opgenomen Is het dan voldoende om het debetsaldo af
te doen lossen en na overlegging der volmacht meteen
weer uit te betalen.
Antwoord:
De vraag, of penningmeesters van polders^ vereeni
gingen, enz. volmachten moeten hebben van hun bestuur
voor het opnemen van gelden, kan niet in het algemeen
beantwoord worden. Het hangt af van wat bij statuten
of reglement omtrent de bevoegdheid van den penning
meester is bepaald. Wij kunnen alleen dit zeggen als de
statuten of reglementen geen bepaling bevatten, die den
penningmeester bevoegd maakt tot het beschikken op een
crediet, is een volmacht noodzakelijk.
U zoudt met dit antwoord en met het nakijken van sta
tuten of reglementen klaar zijn, als de hierin voorkomende
bepalingen altijd duidelijk waren. Maar dit is helaas niet
altijd het geval. De reglementen van polders b.v. zijn op
dit punt dikwijls alles behalve duidelijk, en tevergeefs
vraagt men zich af, hoe de bepaling in polderreglementen
omtrent de bevoegdheid van den penningmeester eigen
lijk moet worden opgevat, in verband met het beschikken
over een crediet. In zulke gevallen doet men echter ver
standig eraan, wanneer men het zekere voor het on
zekere kiest, en een volmacht eischt.
De volmacht moet, zooals Uzelf ook al opmerkt, worden
gezegeld met 0,30. Of zij door het geheele bestuur moet
worden geteekend, hangt ook van statuten of regle
ment af. Goed is het natuurlijk altijd, maar veelal zal een
bepaling van statuten of reglement toelaten, dat een ge
deelte van het bestuur (b.v. voorzitter en secretaris)
teekent. Dit moet natuurlijk even in de statuten of het
reglement worden nagekeken.
Desgewenscht zijn wij gaarne bereid statuten en regle
menten op dit punt voor U na te kijken en eventueel vol
machten op te stellen.
Wat credieten betreft, waarvan het debetsaldo zonder
volmacht door den penningmeester is opgenomen, men
kan in de door het bestuur te teekenen volmacht op
nemen, dat het vroegere dispositie's, door den penning
meester verricht, goedkeurt. Dan is men hiermee geheel
veilig.
Nu wij deze vraag en dit antwoord in de „Raiffeisen-
Bode" opnemen, willen wij nog iets eraan toevoegen, en
wel ten opzichte van de bevoegheid van
Gemeente-Ontvangers.
De vraag omtrent de bevoegheid tot zelfstandig be
schikken over een crediet kan ook worden gesteld met
betrekking tot die functionarissen. Hoewel wij veronder
stellen, dat het algemeen bekend is, dat een gemeente
ontvanger niet bevoegd is om zelfstandig te disponeeren,
gelooven wij toch, dat het in de practijk nogal eens voor
komt, dat een Boerenleenbank uitbetaalt op zijn hand-
teekening alleen. Het is dus niet overbodig om even de
aandacht te vestigen op het gemis van bevoegdheid van
den gemeente-ontvanger om zelfstandig te disponeeren.
In verband met de belangrijke bedragen, waarover het
dikwijls gaat, is het niet van gevaar ontbloot om uit te
betalen op zijn handteekening alleen en moet dit ten
sterkste worden afgeraden. Er moet altijd een mandaat
zijn, dat geteekend is door den burgemeester (teekent de
secretaris of een wethouder mee, dan is dat natuurlijk
ook goed, mits men in ieder geval maar de handteekening
van den burgemeester heeft.) Op dit mandaat kan de Bank
dan aan den ontvanger uitbetalen; de ontvanger moet
hiervoor natuurlijk nog een afzonderlijke kwitantie
teekenen.
Giro- of betalingsopdrachten namens de gemeente
een andere vorm van het beschikken over een crediet
moeten door den burgemeester worden geteekend. De
ontvanger heeft hier niets mede te maken.
Wat hier gezegd is over het beschikken over een cre
diet, geldt ook voor het beschikken over een tegoed op
een spaarrekening. Spaargeld van de gemeente betale
men dus niet uit dan op een mandaat, geteekend door den
burgemeester.
Verhaal op medeborg door borg,
die de geheele schuld betaald heeft.
Wanneer iemand als borg een bepaalde schuld heeft
moeten betalen, welke maatregelen moet deze borg dan
nemen om zijn aanspraak op een medeborg, welke door
omstandigheden niet of onvoldoende heeft bijgedragen, te
behouden
Antwoord:
Het antwoord op bovenstaande vraag kan men vinden
in de ,,Raiffeisen-Bode" van December 1934, in het
artikeltje Een onbekende Wetsbepaling, die verdient
gekend te worden. Dit komt neer op het volgende. Een
borg, die meer dan zijn aandeel betaalt, heeft voor het
meerdere verhaal op zijn medeborg in twee gevallen
wanneer hij betaald heeft tijdens het faillissement van den
schuldenaar, en wanneer hij betaald heeft na daartoe ge
rechtelijk te zijn aangesproken. Wanneer de schuldenaar
dus niet in staat van faillissement verkeert, moet de borg
die meer dan zijn aandeel heeft te betalen en die verhaal
op zijn medeborg wenscht te hebben, zich tot betalen
laten dagvaarden en eerst na dagvaarding betalen.
Nader advies hieromtrent kan men verkrijgen bij het
Juridisch Bureau.
Gedrukte Jaarverslagen en
Balansen, Convocaties enz.
Centrale Bank
Materiaal-afdeeling