DE MAATREGELEN TER VOORKOMING VAN EXECUTIE")
7 6
DE RAIFFEISEN-BODE
Gedurende den oorlog had hij zitting in de financiëele
commissie van de Nederlandsche Uitvoermaatschappij
(N.U.M.).
Van 19201924 was hij lid van de Regeeringscommissie
voor het Kweekers Crediet, terwijl hij zich in 1930 be
noemd zag tot lid van de Staatscommissie voor den Land
bouw.
Het is zeker een respectabele staat van dienst, waarop
kan worden gewezen. En hoewel in het bovenstaande
slechts de belangrijkste functies en feiten zijn vastgelegd,
zou het niet moeilijk vallen deze lijst nog aanzienlijk uit
te breiden. Ik denk daarbij aan de oprichting aan de Grond-
kapitaalbank voor den Landbouw, waarvan de heer Van
Ittersum eveneens het voorzitterschap van het Bestuur
bekleedt.
Nog versch ligt het in het geheugen, hoe de Voorzitter
bij zijn 25-jarige werkzaamheid bij de Centrale Bank door
de Algemeene Vergadering werd gehuldigd en waarbij
bleek, de groote waardeering, welke zijn werk in onze
organisatie ondervond.
Ook thans moge blijken, dat dit nog onveranderd het
geval is en onder aanbieding van onze hartelijke geluk-
wenschen bij het bereiken van den leeftijd der „Sterken",
wordt onzen Voorzitter gaarne toegewenscht, dat hem nog
geruimen tijd de kracht en de lust mogen worden ge
schonken om zijn veelomvattende taak bij de Centrale
Bank te verrichten.
Moge het hem gegeven zijn onze groote en mooie instel
ling door den moeilijken tijd heen te leiden naar een beter
verschiet en moge de Centrale Bank onder zijn beproefd:
leiding ongeschokt en krachtig, zooals wij haar than
kennen, uit de tot dusverre ongekende wereldcrisis, ti
voorschijn treden.
Meer dan ooit is daartoe aller medewerking nood
zakelijk.
Moge die den 70-jarigen Voorzitter van het Bestuur
evenals tot dusverre, in ruime mate worden geschonken
Doorn, Maart 1935. NENGERMAN.
Mr. V. G. G. M, DUBOIS. f
In den ouderdom van slechts 39 jaar is op
10 Maart j.1. overleden Mr. V. G. G. M. Dubois,
Directeur van de Coöp. Centrale Boerenleenbank te
Eindhoven. Zijn verscheiden beteekent voor de Cen
trale Bank te Eindhoven een groot verlies, waarmede
wij haar ook op deze plaats onze deelneming mogen
betuigen. Trouwens ook het landbouwcrediet in het
algemeen verliest in Mr. Dubois een persoonlijkheid,
die in de huidige omstandigheden maar al te moeilijk
kan worden gemist. Bij ons, die zoo dikwijls met hem
in aangename aanraking kwamen, zal zijn nage- I
dachtenis in hooge eere blijven.
Bij Koninklijk Besluit van 12 Maart 1935 (Staatsblad
nr. 108) is aan de artikelen 5 en 7 van het Crisis-Organisatie-
besluit 1933 het volgende toegevoegd
Art. 5.
(Lid 4) Onze Minister is tevens bevoegd indien een
hypothecaire schuldenaar, wiens landelijk eigendom door
een schuldeischer, die in het bezit is van een executorialen
titel, met gerechtelijke uitwinning of door een hypothecairen
schuldeischer met verkoop krachtens het bij artikel 1223,
tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek gemaakte beding,
wordt bedreigd, alsmede in het geval, dat een verzoek tot
faillietverklaring van een hypothecairen schuldenaar door
één of meer zijner schuldeischers is ingediend te beslissen,
dat de toekomstige gebruikers van dat landelijk eigendom
als georganiseerden tot crisis-organisaties niet zullen wor
den toegelaten.
(Lid 5). Onze Minister zal bij de beslissing, als bedoeld
in het vorig lid nader door Ons te stellen regelen in acht
nemen. Hij beslist niet, dan nadat hij advies heeft inge
wonnen van een daartoe door hem in te stellen Hypotheek-
Commissie.
De taak dezer Commissie zal door Ons worden vastge
steld. De samenstelling, indeeling en werkwijze wordt door
Onzen Minister vastgesteld.
Art. 7.
(Lid 3). De toelating als georganiseerde kan door Onzen
Minister worden ingetrokken, indien de georganiseerde naar
het oordeel van Onzen Minister behoort tot die personen,
welke ingevolge het bepaalde in artikel 5, lid 4, als geor
ganiseerde tot crisis-organisaties niet zouden worden toe
gelaten.
(Lid 4). In het geval, in het vorig lid bedoeld, vindt
artikel 5, lid 5, overeenkomstige toepassing.
Art. 1.
Dit besluit verstaat onder:
a. „Landelijk eigendom": den eigendom van en de recl
ten van opstal, erfpacht, vruchtgebruik en beklemming o
land, waarop de eigenaar, hij die recht van opstal heef|
de erfpachter, de vruchtgebruiker of de beklemde meier ha
landbouwbedrijf uitoefent, waaronder begrepen de op da
land gebouwde hoeve en alle andere daarop aanwezige onl
roerende zaken, benevens de daarop ter uitoefening van hc
bedrijf aanwezige roerende zaken en de geoogste vruchtei
b. „Landbouw": Naast akkerbouw en veehouderij co
pluimveehouderij en tuinbouw, waaronder mede het kwee
ken van boomen, bloembollen en bloemen wordt begrepe:
de teelt van griendhout benevens eiken anderen, tak va]
bodemcultuur, alsmede veenderij.
c. „Onze Minister": den Minister van Economisch
Zaken.
d. „Hypotheekcommissie": de Commissie, bedoeld i
artikel 5, lid 5, van het Crisis-Organisatiebesluit 1933, zot 1
als dit laatstelijk is gewijzigd.
e. „Betalingsregeling": een regeling, inhoudende een 01
meer der navolgende punten
lo. gedeeltelijke kwijtschelding van achterstallige rentij
termijnen van een periodieke rente recht gevende vordt]
ring, al dan niet door hypotheek verzekerd
De „nader te stellen regelen", bedoeld in lid 5 van
art. 5, zijn neergelegd in het Koninklijk Besluit van
12 Maart 1935, Staatsblad nr. 107, luidende als volgt
2o. verlaging van nog niet vervallen rentetermijnen val
een vordering als onder lo. genoemd
3o. wijziging, hetzij van het bedrag, hetzij van het tijej
stip van bedongen tusschentijdsche aflossingen, van een voi|
dering als onder lo. genoemd, zoo voor achterstallige, a!^
voor nog niet vervallen termijnen
4o. kwijtschelding van een deel van de hoofdsom va
een concurrente vordering
5o. alle andere punten, welke de hypotheekcommiss
dienstig zal oordeelen
f. „Uitstelregeling", een regeling inhoudende een of mee|
der navolgende punten
lo. Uitstel van de teruggave van de hoofdsom van es
vordering, al dan niet door hypotheek verzekerd