68
DE RAIFFEISEN-BODE
Een voorschotnemer overlijdt.
A. Voorschotten onder borgstelling.
Als regel is het gewenscht, zoo niet noodzakelijk, om
het voorschot te beëindigen.
Op deze regel kan echter een uitzondering worden toe
gelaten. Wanneer er slechts weinig erfgenamen zijn, wan
neer deze in 't werkgebied der betrokken Boerenleenbank
wonen en het bedrijf, waarvoor het voorschot is verstrekt,
voortzetten, en wanneer zij soliede personen zijn, kan het
blijven doorloopen, mits zij lid der Bank worden.
Wanneer aan deze voorwaarden niet wordt voldaan,
behoort, zooals gezegd, beëindiging van het voorschot
plaats te grijpen. B.v. wanneer er veel erfgenamen zijn
dan krijgt de Bank, als zij 't voorschot laat doorloopen,
zooveel schuldenaren (ieder voor hun portie), dat zij veel
last kan krijgen met het invorderen van rente en aflos
sing. De erfgenamen immers zijn ieder slechts aansprake
lijk voor hun erfportie, en kunnen niet gezamenlijk voor
de geheele schuld worden aangesproken (dit kan alleen
gedurende een jaar na het overlijden). Woont een der
erfgenamen (ook al zijn zij slechts weinig in getal) buiten
het werkgebied der Bank, dan is voortzetting van het
voorschot ook niet mogelijk immers die erfgenaam kan
geen lid der Bank worden.
De gevallen, waarin aan alle bovengenoemde voorwaar
den wordt voldaan, zijn betrekkelijk zeldzaam, zoodat wij
wel kunnen vast stellen, dat de regel is, dat het voorschot
bij overlijden van den voorschotnemer beëindigd dient te
worden.
De beëindiging van het voorschot moet natuurlijk plaats
grijpen door betaling. Betaling zal dikwijls vrij gemakke
lijk kunnen geschieden, omdat de erfenis wordt gescheiden
en gedeeld de Bank behoort bij de verdeeling op te
komen (het Juridisch Bureau kan hiervoor zorgen). In
gevallen, waarin betaling op moeilijkheden stuit, kan de
Bank de erfgenamen misschien van dienst zijn, door aan
een of meer hunner, die daarvoor in aanmerking komen,
(die het bedrijf van den overledene voorzetten) een nieuw
voorschot te verleenen, waarmede het oude voorschot
wordt afgedaan. Dat dit nieuwe voorschot behoorlijk ge
dekt moet zijn, spreekt vanzelf. Rekening moet worden
gehouden met het feit, dat de erfgenaam, die het nieuwe
voorschot ontvangt, slechts een gedeelte van het ver
mogen van den overledene erft, en dat hij dus veelal minder
goed zal zijn dan de overledene.
In verband met het feit, dat na verloop van een jaar
na het overlijden de erfgenamen ieder afzonderlijk moeten
worden aangesproken, is het gewenscht de beëindiging
van het voorschot binnen dat jaar te doen plaats grijpen.
Is de beëindiging niet binnen tien maanden geschied, dan
waarschuwe men het Juridisch Bureau, opdat dit zoo
noodig maatregelen kan nemen.
B. Voorschotten onder dekking van hypotheek.
Wanneer het voorschot gedekt is door hypotheek, kan
het bij overlijden van den schuldenaar blijven doorloopen,
mits de waarde van het onderpand voldoende is. De Bank
moet als regel alle erfgenamen aansprakelijk houden en
dus niet medewerken of goedkeuring hechten aan 'n boedel
scheiding, waarbij de hypotheekschuld ten laste van één
der erven wordt gebracht. (Men kan nooit weten, waar
voor de persoonlijke aansprakelijkheid der erven nog eens
goed kan zijn In het Grootboek behoort boven de des
betreffende rekening het overlijden van den voorschot
nemer te worden aangeteekend ook moeten de namen
en adressen der erfgenamen daar worden ingeschreven.
Voorzoover zij in de termen van het lidmaatschap vallen
(binnen het werkgebied der Bank wonen), behooren de
erfgenamen lid te worden.
Men lette op wijziging van de assurantiepolis met b:
behoorende verklaring.
Een credietnemer overlijd.)
Het crediet behoort dan onmiddellijk te worden sto
gezet. Uitbetaling van een eventueel credietsaldo is n;
tuurlijk geoorloofd, maar uitbetalingen, waardoor ec
debetstand ontstaat of vermeerdert, dienen te worde,
vermeden. Dit geldt zoowel voor credieten onder bor;
stelling als voor crediethypotheken.
De reden, dat een crediet bij overlijden moet worde
stop gezet, is deze de credietovereenkomst moet worde=
geacht te zijn van persoonlijken aard. De borgstelling e
de hypotheek dekken hetgeen de credietnemer opneem
en niet hetgeen zijn erfgenamen opnemen.
Het crediet moet niet alleen worden stop gezet, bi
eventueele debetsaldo moet ook worden ingevordert
Voor deze invordering geldt veel van wat hierboven te"
aanzien van voorschotten is gezegd dat de betaling va(
het debetsaldo dikwijls zal kunnen plaats grijpen bij
verdeeling der nalatenschap, dat de Bank dus bij die ve^
deeling zal moeten opkomen; dat de Bank zoo noodig eev
nieuw crediet (onder goede dekking) kan verleenen ;,af
een der erven dat ervoor moet worden gezorgd, dat c
zaak binnen een jaar na het overlijden in orde is, j
Een borg overlijdt
s
Als regel behoort vervanging van den overleden b m
door een nieuwen borg te worden geëischt. Het is over hu
algemeen niet gewenscht om de borgstelling ten laste
de erfgenamen van den borg te laten doorloopen. Verha^
op de erfgenamen is dikwijls lastig na verloop van eej
jaar moet men ieder afzonderlijk aanspreken zij wonq
dikwijls ver verspreid het bestuur kan er geen oog c
houden.
Vervanging is alleen dan niet noodig, wanneer er slech^
een of twee erfgenamen zijn, welke aan het bestuur a(
soliede bekend staan, en die niet te ver weg wonen.
In geval van niet-vervanging moeten de erfgenamen va
het bestaan van de borgstelling op de hoogte worden g,
steld; anders kan men later groote onaangenaamheden n
hen krijgen.
Men kan wel de eisch van vervanging stellen, nn,(
tegenwoordig zal het helaas wel eens voorkomen, dat d:,
eisch niet kan worden ingewilligd. Dan moet als reg
invordering plaats hebben, en als de schuldenaar zelf nit
tot betaling in staat is, zal de bank van de borgtocht g-
bruik moeten maken en moeten opkomen bij eventueel
verdeeling van de nalatenschap van den overleden bor;
Zij mag dan deze verdeeling niet laten passeeren zondi,
erin mee te deelen de andere borg zou hier terecht bi-
zwaar tegen kunnen maken.
Dat van deze regel in enkele gevallen niet kan worde
afgeweken, willen wij niet beweren. Wij raden om il
dergelijke gevallen overleg te plegen met het Juridisc
Bureau.
Wij kunnen als samenvatting van het bovenstaande dj
volgende regels opstellen
1. Bij overlijden van den schuldenaar van een vooi
voorschot onder borgstelling moet het voorstel bi
ëindigd worden; uitzonderingen op deze regel zulk
slechts in zeldzame gevallen kunnen worden tof
gelaten.
2. Bij overlijden van den schuldenaar van een bi
pothecair voorschot kan dit blijven doorloopen, indid
de overwaarde volodende is, en mits er geen bi