Twee of meer loopende rekeningen ten nar van één credietnemer 42 DE RAIFFEISEN-BODE Combinatie van twee of meer credieten, aan één persoon verleend, is over het algemeen zeer gewenscht. Zoodanige combinatie kanop verschillende manieren worden geregeld bij onderhandsche acte Een enkele maal komt het voor, dat aan één persoon meer dan één crediet in loopende rekening wordt verleend. Gewoonlijk is dan de zekerheid voor de diverse credieten verschillend. Voor het eene crediet zijn b.v. A en B borg, voor het andere C en D. Of het eene crediet is gedekt door borgstelling, het andere door hypotheek. In dergel ij ke gevallen i s j) p 1 e 11 e ndheid vereischt. Wanneer de twee (of meer, maar met meer dan twee zullen wij verder maar geen rekening houden) credieten zijn verleend bij afzonderlijke akte's, die geen speciale bepa lingen bevatten omtrent combinatie der rekeningen, moeten de rekeningen nauwkeurig gescheiden worden gehouden. De kassier moet dus twee loopende rekeningen aanhouden. Bij elke post moet hij zich afvragen op welke van de twee rekeningen moet zij worden geboekt? Hier begint de moeilijkheid. In de praktijk vergeet de credietnemer her haaldelijk om aan te (laten) geven, op welke rekening een post thuis hoort. Als hij contanten komt storten of halen, kan men het hem meteen vragen, maar als een cheque, door hem uitgegeven, wordt aangeboden, of wanneer hij schrif telijk een giro-opdracht geeft, is hij niet bij de hand. Heeft hij dan verzuimd aan te geven in welke rekening de post moet worden geboekt, dan zit de kassier met de handen in het haar. Hetzelfde is het geval, wanneer een derde ten gunste van den credietnemer komt storten. Deze weet natuurlijk niet, in welke rekening de storting moet komen. De kassier kan natuurlijk omtrent dergelijke posten, waarvan niet blijkt in welke rekening zij moeten komen, zelf een beslissing nemen, maar deze beslissing is uit den aard er zaak willekeurig, en zal misschien zoowel bij den credietnemer als bij de borgen voor een der credieten be zwaren doen rijzen. Ook zou de kassier dergelijke posten voorloopig in een kladboekje kunnen boeken, om ze in het grootboek over te brengen nadat hij van den credietnemer heeft vernomen, voor welke rekening zij bestemd zijn. Maar hiertegen be staan bezwaren van practischen aard: mogelijkheid van ver geten; niet bij-zijn van het grootboek, enz.. Deze handelwijze moet zeker worden afgekeurd. Een derde oplossing is, dat de credietnemer aan den kassier opdracht geeft om alle posten over één rekening te laten loopen. De andere rekening blijft dan op hetzelfde saldo staan, Dit is een oplossing, waar wat voor te zeggen valt. Maar meestal zullen de borgen voor het crediet, dat zoodoende van alle omzet verstoken blijft, er wel bezwaar tegen hebben. En zonder hun schriftelijke accoordverklaring behoort deze oplossing o.i. toch niet in praktijk te worden gebracht. De meest juiste oplossing, die geen moeilijkheden en bezwaren oplevert, is gelegen in vereeniging der beide rekeningen. Maar deze vereeniging mag de bank niet op eigen houtje bewerkstelligen. Zij moet berusten op een akte, te onderteekenen door credietnemer en borgen. Het Gelijke zekerheid zal, naar wij aannemen, vrijwel nooit voorkomen om deze reden, dat het voor de hand ligt om bij een tweede crediet- verleening onder gelijke zekerheid, als voor het eerste crediet is ge steld, een akte van credietverhooging te laten teekenen, zoodat er één crediet blijft. Juridisch Bureau zal zich met het opmaken van dergc akte's gaarne belasten. Men vraagt zich wellicht af, hoe het bij zulk een i binatie der rekeningen staat met de aansprakelijkheid borgen. Deze aansprakelijkheid moet worden geregeld i akte. Een billijke regeling is, dat de aansprakelijkheid ia verdeeld naar verhouding der beide credieten. Stel. d: een crediet is, groot 2.000,waarvoor borg zijn A e dezelfde credietnemer heeft ook nog een crediet 4.000,onder borgstelling van C en D. Nu worden 1 credieten gecombineerd tot één crediet van 6.000.— aansprakelijkheid van A en B dient nu beperkt te wo tot een derde van het debetsaldo op het gecombine crediet, terwijl C en D aansprakelijk zullen zijn voor derde. Dit is een billijke regeling, die willekeur nadeele van een der groepen van borgen geheel uit: Maar natuurlijk kan men de zaak ook anders reg B.v. zóó, dat beide credieten worden gemaakt tot crediet onder de bepaling, dat borgen A en B sprakelijk zijn voor het eerste gedeelte van het debets tot een grens van 2.000,en C en D voor het boven grens uitgaande bedrag. Welke regeling in een bepaalc val het meest billijk is, hangt van de omstandighedei Naar onze meening zal over het algemeen de eerstgenof oplossing de billijkheid het meest nabijkomen. De akte, waarbij twee credieten worden gecombim moet gelijk gezegd door de borgen worden i onderteekend. Zij zullen over het algemeen wel bereid om te teekenen, omdat de combinatie, indien geregeld als boven uiteengezet, hen tegen willekeur beschermt. Een ander geval is, dat het eene crediet gedekt is borgstelling, en het andere door hypotheek (credieth theek)Stel, dat het eerste crediet bedraagt 2.000,— (tweede 3.000,Volgens de gewone redactie eener van crediethypotheek strekt de hypotheek tot zekerheid alles, wat de credietnemer uit welken hoofde ook aa Bank schuldig is of zal worden, tot een bedrag van 3.01 De combinatie der beide credieten kan nu geschieden een onderhandsche akte, waarbij één loopende rekenin een maximum van 5.000,wordt ingesteld en wa de borgen zich boven het bedrag van 3.000,aanspi lijk stellen voor ten hoogste 2.000,Deze regeling den borgen niet anders dan aangenaam zijn. Zij verlicht aansprakelijkheid. Bovendien heeft zij voor de Bank voordeel. Zij schakelt namelijk uit een risico, dat ui gewone redactie der akte van crediethypotheek voortv Dit risico is het volgende volgens de redactie van zulk akte, letterlijk opgevat, is door de crediethypotheek gedekt de andere schuld, welke dezelfde credietnemer de bank heeft nu zouden de borgen als zij slim zij hier op een beroep kunnen doen, en kunnen eischen, d; opbrengst der hypotheek procentsgewijze ook op de scl waarvoor zij aansprakelijk zijn, in mindering wordt bracht. Resumeerend kunnen wij zegg Combinatie van twee of meer crei ten, verleend aan één persoon, is o het algemeen zeer gewenscht. Z een combinatie kan worden gereg bij onderhandsche akte, welke d het Juridisch Bureau kan worden gemaakt, en welke door credietne en borgen moet worden onderteekf Dit risico bestaat natuurlijk ook, wanneer de post, waa borgen zijn, een voorschot is. Ook in dit geval zal door een sp< akte een voorziening er tegen moeten worden getroffen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1934 | | pagina 2