4
34
DE RAIFFEISE N-B ODE
REDACTIONEEL GEDEELTE.
NIEUW FORMULIER CREDIET-AKTE.
Bij de noodzakelijke herdruk van formulier 150 (er
kenning van credietverstrekking in loopende rekening)
hebben wij ook dit, evenals formulier 100, aan een gron
dige herziening onderworpen. Wij hebben hierbij het
nieuwe formulier 100 tot model genomen. Alles, wat
ingevuld moet worden, staat dus aan den kop. In de
bepalingen zelf behoeft niets te worden ingevuld. Deze
bepalingen zijn gedrukt in kleinere, hoewel duidelijke
letter. Eigenlijk kleiner dan ons hef was, maar dat was
in verband met het formaat van het 50-cents-zegel on
vermijdelijk.
Onder de bepalingen zal, men ook aantreffen de nieuwe
bepalingen van de schuldbekentenis uit den aard
eenigszins anders geredigeerd in verband met het ver
schil tusschen voorschot en crediet. Verder komen er
nog een paar andere, hoewel niet belangrijke nieuwig
heden, in voor. Zoo is uitdrukkelijk bepaald, dat de
credietnemer verplicht is voor een behoorlijken omzet
te zorgen. De gevallen, waarin onmiddellijke opzegging
kan plaats grijpen, zijn eenigszins uitgebreid. Bepaald is,
dat het crediet bij overlijden en faillietverklaring van
den credietnemer zonder opzegging eindigt. Bepaald is
ook, wanneer het crediet als geëindigd kan worden be
schouwd, wanneer credietnemer of borger het geheele
debetsaldo voldoen zonder dat het crediet is opgezegd.
Ten slotte is de mogelijkheid geschapen, dat een jaar-
lijksche inperking van het crediet bij de akte kan wor
den vastgesteld.
Wij raden alle kassiers en bestuursleden om bij in
gebruikneming der nieuwe crediet-akte deze nauwkeurig
te bestudeeren, opdat zij kennis dragen van de verplich
tingen, welke zij op de credietnemers leggen, en opdat
zij weten, hoe de bank in verband met de verschillende
bepalingen heeft te handelen. Wij knoopen hieraan vast den
ook reeds ten aanzien van de nieuwe schuldbekentenissen
gegeven raad, dat er op de een of andere wijze voor worde
gezorgd, dat ook credietnemen en borgen van den inhoud
der akte goed op de hoogte zijn. Daartoe laten wij ook
speciale afschrift-formulieren maken, welke men aan crediet
nemen en borgen kan overhandigen.
Het is onze bedoeling om ook form. 151 (crediet-akte
bij verandering van borgtocht of bij verhooging van
het crediet) in denzelfden geest te herzien, maar dit zal
nog wel even duren, want er is van dit formulier nog
een aardige voorraad.
LOSBLADIGE GROOTBOEKEN.
Het steeds toenemend aantal Boerenleenbanken dat
voor hun Grootboeken het losbladig systeem heeft in
gevoerd, noodzaakt onze Materiaal-afdeeling voor het
naleveren van de losse bladen een speciale administratie
in te richten.
Tot nu toe was het gebruikelijk dat men bij elke
bestelling van bladen een modelblad voegde. Dat het
bijsluiten van zoo'n modelblad nog al eens werd ver
geten. waardoor bij afzonderlijk schrijven weer om toe
zending ervan moest worden gevraagd, laat zich begrij
pen. Teneinde nu dit steeds weer opzenden van model-
bladen overbodig te maken, zullen wij trachten, door
middel van een kaartsysteem, voor elke bank afzon
derlijk alle gegevens te verzamelen, welke het ons
mogelijk maken, zonder model de gewenschte bladen
te zenden. Echter hebben wij daartoe de medewerking
van de Heeren kassiers noodig.
Wij verzoeken de Banken welke voor één of meer
grootboeken losbladige banden gebruiken, om opgave
van de volgende gegevenshet merk van de band, en
het nummer. Het merk is veelal buitenop de band ge
drukt, het nummer is meestal te vinden aan de binnen
zijde. Vervolgens het formuliernummer van de bladen,
wat doorgaans links boven aan het blad is gedrukt,
het aantal kolommen.
Wie het ons zoo gemakkelijk mogelijk wil maken, 1;
op een gewone briefkaart de gegevens invuiien op ondl
staande wijze:
Coöp. Boerenleenbank te
Merk Nummer Form.nr. Aanta^j
v/d band v/d band v/d bladen kolomn:
Gr.bk 1 Triplo 12 006 10
Gr.bk 2 Afex 008 1.3
Gr.bk 3 Stokkink 3161 009 12
De Afex-banden hebben geen nummer, terwijl 01
enkele soorten Stokkink-banden zonder nummer in o|
loop zijn.
Enkele banken, welke hun banden niet van oii
Materiaal-afdeeling hebben betrokken, doch die wel a
bladen nabestellen, zullen goed doen ons nog voor
maal een modelblad op te zenden, omdat de afwerkil
van de het eerst geleverde bladen, afwijkt van de bij ca
voorradige soorten. Ditzelfde geldt ook voor enkl
banken welke een van onze uniforme modellen afvl
kende liniatuur in gebruik hebben.
Wij zullen het op hoogen prijs stellen wanneer rij
ons voor die gevallen een blad wil toezenden. Het vl
dient aanbeveling op zoo'n blad even te schrijv
„Modelblad voor Materiaal-afd. van de Boerenleenbi^
te
Voor toezending van de kaartjes als hierboven aal
gegeven, zeggen wij bij voorbaat dank. Tenslotte iel
nog worden medegedeeld, dat wij door de steeds sta
gende oplagen van bladen met courante liniatuur, dj
prijs dezer bladen hebben kunnen verlagen van 51
tot 4.per 100 stuks.
BOEKENTAFEL.
De Geschiedenis van het KoninkL
Nederlandsch Landbouw-Comité.
Het Koninklijk Nederlandsch Landbouw-Comité hel
bij zijn 50-jarig jubileum een fraai uitgevoerd gedenj
boek uitgegeven. Allen, die in de geschiedenis van de$
belangrijke organisatie belang stellen, zullen dit geden
boek met vreugde begroeten. Ook omtrent de werkw j~
en de werkzaamheden van het Landbouw-Comité be\j
het interessante paragrafen.
Das Genossenschaftswezen der daniscb
Bauern, door Dr. E. Hemmersam.
Het Deensche coöperatie-wezen is reeds meer dj
eens het onderwerp geweest van publicatie's. Het is
belangstelling dan ook ten volle waard. Al heeft oa
het Deensche coöperatie-wezen zijn donkere bladzijde
het blijkt toch altijd nog een voor het economisch leven v:
Denemarken zeer belangrijke factor, en voor den vreet
deling een voorbeeld, waarvan hij veel kan leeren
een enkel opzicht ook hoe iets niet gedaan moet worden
den).
De redactie ontving een exemplaar ter recensie van h
bovengenoemde, in de Duitsche taal geschreven werk, dat
1934 is verschenen, en een beschrijving van het Deenscl
coöperatie-wezen geeft, die geheel up to date is. Na een kcr
behandeling van de economische, en speciaal agrarische strui
tuur van 'Denemarken volgt een uitvoerig hoofdstuk over
verbruikscoöperaties. Daarna wordt een bijna even uitvoer
hoofdstuk gewijd aan de aankoopvereenigingen. Vervolge!
wordt de coöperatieve centrale bank behandeld (een meri
waardigheid die door den schrijver wordt verklaard -
is het, dat Denemarken geen plaatselijke coöperatieve bankt
kent). De hierop volgende hoofdstukken zijn gewijd aan
zuivel-coöperaties, de coöperatieve vee-afzet en de coöptr;
tieve eier-export.
Het boek bevat ongeveer i4o bladzijden en kost 5 Marl