HET IS MONNIKENWERK „Hoeve Grootemaat" geheel in de asch gelegd, Geweldige brand te Varik (Gld.) LIP'S BRANDKASTEN BESCHERMEN UW BEZIT N.V. Lips' - Dordrecht - Postbus 50 uw geld MEERMALEN te moeten tellen, wanneer gij met EENMAAL volstaan kunt. gebruikt daarom „DIKO-PATENT" GELDKISTJES WAARVAN EEN STEEDS GROEIEND AANTAL BOEREN LEENBANKEN EN ANDERE BANKINSTELLINGEN GEBRUIKERS ZIJN; WAARONDER OOK DE RAIFFEISENBANK. VRAAGT S.V.P. ATTESTENBLAD. VRIJBLIJVEND DEMONSTRATIE. J. W. DIRKSEN VONDELKERKSTRAAT 13 AMSTERDAM W. geldkistjes worden door de Expeditie-afdeeling geleverd. 32 DE RAIFFEISE N-B ODE -c Aan de Directie van de N.V. Lips' Brandkasten- en Slotenfabrieken COTHEN, 22 September 1933 Dordrecht De Centrale Bank verleent gaarne hare bemiddeling bij het treffen van Pensioenregelingen voor H.H. Kassiers op de voorwaarden van het collectief contract. Mijne Heeren, Maandag j.l. heeft een felle brand mijn hoeve geheel verwoest. In dien brand bevond zich ook een brandkast van Uw fabrikaat, no. 27680. Toen deze kast na afloop door mij en onder toezicht van de Rijkspolitie geopend werdt, vond ik den inhoud geheel ongeschonden terug. Dit was vrijwa" het eenige, wat van den heelen inboedel gespaard is gebleven. Gezien en accoord bevonden, Hoogachtend, De Rijksveldwachter Brig. Tit. (w.g.) H. VAN RIJN, Jzn; te Langbroek. „Hoeve Grootemaat", Cothei- (w.g.) E. DROST. G. C. TAMSON. Varik WA1W Timmerman-Aannemer. VARIK' 6 °ct°ber 1933, De Directie der Lips' fabriek Dordrecht M.M. Met deze heb ik de eer U te berichten dat de brandkast no. 19813, door U geleverd ongeveer 25 a 30 jaren geleden, zich tijdens den brand- voortreffelijk gehouden heeft. Bij het openen bleek alles in orde te zijn,- alhoewel wij bang waren door de verschrikkelijke hitte en het lang aanhouden.' Wij konden er niets tegen doen, daar wij geen water konden krijgen en alles over moesten laten aan de deugdelijkheid van de brandkast. Wij werden dan ook niet teleurgesteld. Hoogachtend, (w.g.) G. G. TAMSON; „DIKO PATENT II

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1934 | | pagina 8