HANDBOEKJE Advertentiën. DE RAIFFEISE N-B ODE 29 UIT ONZE BOERENLEENBANKEN. UITBETALING VAN CRISIS-GELDEN. Aan de Redactie van de Raiffeisen-Bode. ijEd. Heeren! [n verband met het artikel voorkomende in de Raiffeisen- ie der maand Augustus 110. 2 van de hand van den Heer iy, Kassier der Coöp. Boerenleenbank te Hoog-Keppel, reffende uitbetalingen van verschillende Crisisgelden door Boerenleenbanken, meen ik eenige opmerkingen te mogen ^en' Wat betreft de uitbetalingen Varkenscentrale, deze wd de ■er Noy maar buiten bespreking laten, omdat deze naar n meening goed geregeld zijn; dit zal dan ook wel het ge- I zijn met de uitbetalingen tén behoeve van de Rundvee- Irale, want deze geschieden op dezelfde manier. Ik ben het volkomen ermede eens, dat die regeling goed Ie noemen en ook overzichtelijk. Over de uitbetalingen voor geleverde tarwe kan ik natuur- k niet oordeelen, omdat deze tot heden niet over en door ze Bank hebben plaats gevonden, doch dit kan komen, icrdat ik gisteren van U juist een schrijven heb ontvangen; meen uit het schrijven van den Heer Noy te mogen op- ken dat die uitbetalingen ook op lijsten of formulieren ats hebben. Sfu komt in genoemd schriiven deze opmerking voor van 1 Heer Noy dat uitbetaling over die formulieren bezwaar levert of kan opleveren, dat men dan geen kwitantie heeft look bij het opmaken der kas lastig kan zijn, vooral wan- ^r niet alle personen op die lijst voorkomende het hun toe- Irietid hedrag komen innen, tenzij men elke uitbetaling feonderlijk in het kasboek opneemt, en daar gaat het bij mij kst over. ■Mijn bescheiden meening is dat wel degelijk elke uit- laling in het Kasboek dient genoteerd en niet alleen in het tsboek, doch ook in Grootboek III op den post „Uitbeta- Bgen enz." dus geen verschillende hulpkasboeken er op na [houden, dat acht ik wel eenigszins gevaarlijk voor een goede Iministratie. IBij het opmaken der kas heeft men totaal geen moeilijk- Iden, wanneer alle uitgaven aan de betrokken crediteuren Izonderlijk worden genoteerd in Dagboek en Grootboek III, ren behoeft zelfs niet eens na te gaan welke posten nog ■betaald zijn, wanneer men bovengenoemde boeking toepast. En nu nog iets over de kwitantie's, wanneer men van de intrale Bank een formulier ontvangt met de namen der per- Dnen aan wien uitbetalingen moeten geschieden betreffende [veringen van vee of tarwe met in de daarop volgende iolom de bedragen, laten wij aannemen tot een be- Irag van 1000.gezamenlijk, met de daarop vermelde irovisie, dan boek ik dit bedrag als crediet op mijn rekening net de Centrale Bank en tevens dat zelfde bedrag zondei itovisie op een hoofd in Grootboek III en geef beide posten en opvolgend nummer b.v. 617 en 618 en noteer b.eide num- ners in de linker benedenhoek op het formulier op deze y ij ze 618/619, dat is dunkt mij toch heel duidelijk en mvoudig, bij uitbetaling aan de betrokken person'en op het armulier door hen te teekenen en in de daarop volgende olom den datum van uitbetaling en nummer van het kas- oek, waarna die uitbetaling in het kasboek wordt genoteerd in ook in Grootboek III. I Ik hoop dat de Centrale Bank deze maatregel van uitbe taling voor Crisisdoeleinden zal bestendigen, want volgens mijn gevoelen is dit de meest overzichtelijke en gemakke lijkste wijze van handelen, vooral ook omdat alles in het Dagboek en Grootboek is te controleeren en zoo min moge lijk hulpboekjes er bij halen. j In de Raffeisen-Bode vraagt de Redactie wat men van het stukje van den He.er Noy denkt, ik heb mijn gevoelen daaromtrent kenbaar gemaakt, maar wensch absoluut niet met den Heer Noy daarover te debateeren, ik heb dit alleen gedaan omdat gevraagd werd, hoe men er over denkt. Hoogachtend, Uwe dw. P.VADER Hzn. Kassier Coöp. Boerenleenbank, Sint-Laurens. KENNISNEMING VAN DEN INHOUD EENER AKTE DOOR DE BORGEN. Voorthuizen, 10 September 1934- Geachte Redactie, Bij het ontvangen van de R.B. van Augustus, las ik het ingezonden van den kassier van Apeldoorn over „de nieuwe Schuldbekentenis", en zijn genomen besluit om bij of liever o-ezegd vóór het teekenen der akte, de inhoud eerst aan de borgen voor te lezen, wat zeer zeker is toe te juichen. De ondervinding heeft mij echter geleerd, dat ook bij enkele voor lezing, de borgen lang niet altijd nog de strekking voldoende begrijpen, terwijl misplaatste schaamte hun belet nadere uit eg van het voorgelezene te vragen. Juister lijkt het mij daarom ook, dat de borgen een afschrift van de borgtochtakte ont- vangen, echter niet bij de onderteekening, doch voor dat deze handeling plaats vindt. Immers heeft de borg zijn goedschrift geplaatst en neemt hij het afschrift na afloop mede naar huis, waar hij het zal bestudeeren, dan komen wellicht de bezwaren eerst, en zal het hem spijten te hebben geteekend. Meer effect heeft het afschrift, wanneer de kassier tegelijk met het bericht van goedkeuring aan den debiteur ook de borgen een bericht van goedkeuring der aanvrage doet toekomen met bij inge sloten het afschrift van de te teekenen akte. De borgen komen dan zeer zeker goed beslagen op het ijs. Zij hebben dan tijd o-ehad rustig thuis de nadeelen en voordeelen als die er zijn, met de overige huisgenooten te bespreken. Men krijgt dan een gezonde verhouding zoowel tusschen debiteur en borgen als tusschen de bank en schuldenaar en borg, wat 111 beide ge- „llen d, organisatie der Boerenleenbank J™»- Bij N. Samson N.V., Uitgever, Alphen a. d. Rijn, is ver schenen voor Voorzitters en Secretarissen van Vereenigingen en Vennootschappen door Mr. C. WESTSTRATE. Hoofd-Ambtenaar der Coöp. Centrale Raiffeisen-Bank. Dit boekje is geschreven ten behoeve van hen, die in het vereenigingsleven leiding moeten geven. Het verschaft ant woord op tal van vragen, die bij stemmingen en beraadsla gingen, bij het uitoefenen der bestuurswerkzaamheden en bij statutenwijzigingen, en in zooveel andere gevallen kunnen rijzen. Het antwoord op deze vragen wordt gegeven m voor ieder bevattelijken vorm; met juridische uiteenzettingen houdt het boekje zich niet op. Het is een vraagbaak voor de praktijk. Prospectus met volledige inhoudsopgave gratis verkrijg baar bij den uitgever. Prijs f 1.25

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1934 | | pagina 5