10
DE RAIFFEISE N-B ODE
Formulier 101 (schuldbekentenis "bij-verandering van borg
stelling) luidt hetzelfde, behalve natuurlijk, dat hierin de
saldo-clausule voorkomt.
Toelichting op de bepalingen.
i. Deze bepaling komt overeen met 'beding Nr. 2 in de
oude formulieren. De tweede zin is er aan toegevoegd ter
verduidelijking. Wij hebben namelijk wel eens ondervonden,
dat men zeidedie bepaling over de onmiddellijke opeiscbbaar-
heid is krachteloos, want zij is in strijd met de aflossingsbe
paling. Zelfs hebben borgen hierover eens geprocedeerd. Dooi
de toegevoegde zinsnede wordt het karakter der aflossings
bepaling zóó uitgelegd, dat men niet meer zal kunnen meenen,
dat zij strijdt met de bepaling over de onmiddellijke opeisch-
baarheid.
Wij merken hier nog op, dat deze bepaling tegenover
schuldenaar en borgen zéér kras is. Veel krasser nog dan
verschillende van de in ons ontwerp voorkomende bepalingen,
waartegen sommige der door ons geraadpleegde personen zulk
een overwegend bezwaar hadden. Toch heeft niemand ooit
tegen de bepaling omtrent de onmiddellijke opeischbaarheid
bezwaar geopperd. Dit is een bewijs, dat ook scherpe bepa
lingen in de handen der besturen van onze plaatselijke banken
geen wezenlijk gevaar voor schuldenaren en borgen vormen,
en dat er nooit een onredelijk gebruik van wordt gemaakt.
Anderzijds kan de bepaling in gevallen, die tot gebruikmaking
er van aanleiding geven, nuttig zijn, gelijk ons meerdere malen
is gebleken.
3. De tweede zin van bepaling Nr. 3 is nieuw. Zij is toege
voegd om aan de bij sommige Boerenleenbanken bestaande
gewoonte om de rente per half jaar te laten betalen, een beteren
rechtsgrondslag te geven.
4. Deze bepaling vertoont eenig verschil met de dienover
eenkomstige bepaling in het oude formulier. Volgens deze
laatste werd een boete van één procent verbeurd, ongeacht
hoe lang de schuldenaar achterstallig bleef, en ingeval de rente
niet binnen een maand betaald was. De boete werd dus eerst
verbeurd, wanneer de schuldenaar een maand in gébreke was,
maar dan werd zij ook direct tot het volle bedrag verbeurd,'
onverschillig of de schuldenaar vijf dagen of vijf maanden
te laat betaalde. Hoewel de bepaling in de praktijk weinig-
werd toegepast, meenden wij toch de in dit laatste gelegen
onbillijkheid er uit te moeten halen, en meenden wij ook wijzi
ging te moeten brengen in het vrijgeleide, dat als het ware
werd gegeven voor één maand te late rente-betaling. In het
nieuwe formulier is de zaak dus zoo geregeld, dat de boete
direct begint te loopen na 1 Januari, en dat zij verband houdt
met den tijd, dien de schuldenaar laat verstrijken. Om een
voorbeeld te gevenbij betaling der rente van een voorschot
van 1000.op 1 April zal de schuldenaar een boete ver
beuren van 1 van 1000.over 3 maanden, dus van
2.50 (volgens de oude bepaling: 10.
Deze boete strekt natuurlijk meteen ter vergoeding van het
rente-verlies, dat de bank door te late betaling lijdt. Immers
berekening van rente op rente is bij voorschotten niet toege
laten. b
Een redactioneel verschil tusschen de oude en de nieuwe
bepaling is nog, dat de oude zegt, dat de schuldenaar de boete
verbeurt, terwijl volgens de nieuwe het bestuur de boete kan
vorderen.
6. Dit is een geheel nieuwe bepaling, en naar onze meening
een zeer belangrijke. Verschillende besturen hebben in de
laatste jaren herhaaldelijk moeten ondervinden, dat een schul
denaar buiten hun weten bij andere banken of geldschieters
gelden had opgenomen, of dat hij aan andere schuldeischers
zekerheid had verstrekt, waardoor de verhaalbaarheid van de
vordering der Boerenleenbank natuurlijk sterk werd vermin
derd. Om dit te voorkomen dient deze nieuwe bepaling.
Natuurlijk is zij geen absolute waarborg dat de sohuldenaar
de daarbij verboden handelingen zal verrichten, maar zij zal
toch wel een krachtige rem zijn, mede door de er aan ve
bonden boete-bepaling.
De boete zal worden terug gegeven, als de schuldenaar
schuld geheel iheeft voldaan. Betalen de borgen, dan kan c
Boerenleenbank de boete aan 'hen ten goede doen komen. Z
behoort van zulk een boete o.i. niet te profiteeren.
7. Ook deze bepaling is nieuw. Natuurlijk heeft het bi
stuur ook thans, op grond der oude schuldbekentenissen, ht
recht om overlegging van dergelijke stukken te verlangen, e
als de schuldenaar hieraan niet voldoet, kan het tot onmic
dellij ke invordering overgaan. In zoover brengt de nieuw
bepaling geen verandering. Zij is echter nuttig om den schu
denaar zijn verplichting goed in te prenten, en om het bestuu
te herinneren aan het recht om overlegging van stukken, waai
uit de financiëele toestand van den schuldenaar kan blijker
te eischen.
8. Deze nieuwe bepaling is zeer belangrijk. Weliswaa
kan ook hier worden gezegd, dat het bestuur ook thans reed
het recht heeft om zekerheid te eischen, en dat de bepaling ii
zoover geen nieuws geeft, maar de vastlegging der verplich
ting van den schuldenaar om zekerheid te geven heeft tocl
wel bijzondere beteekenis. En wel deze, dat het gevolg er vai
is, dat de andere schuldeischers van den betrokken schuldenaa
niet tegen de verstrekking der zekerheid kunnen opkomen
Op het oogenblik is het zoo, dat de andere schuldeischers di
nietigverklaring van de verstrekking der zekerheid aan d<
Boerenleenbank kunnen vorderen, wanneer zij daardoor bena
deeld worden, en wanneer zoowel de schuldenaar als di
Boerenleenbank van die benadeeling op de hoogte waren (bi
faillietverklaring binnen 40 dagen na de verstrekking dei
zekei heid wordt dit laatste vereischte aanmerkelijk verzwakt
en de nietigverklaring dus vergemakkelijkt). Wanneer dc
schuldenaar echter reeds vroeger verplicht was om zekerheid
te verstrekken, is die nietigverklaring niet mogelijk.
Misschien rijst bij een lezer de .vraag, of het wel juist is
om aan de Boerenleenbank op die wijze een bevoorrechte
positie te geven. O.i. is dit zeer wel te verdedigen. De Bank
had reeds terstond bij de verleening van het voorschot zakelijke
zekerheid kunnen verlangen, en dan hadden de andere schuld
eischers ook achter het net gevischt.
Voor het vestigen der zakelijke zekerheid is de medewer
king van den schuldenaar vereischt. Door die medewerking te
weigeren kan hij de werking der bepaling dan ook verlamriien
Behalve wat hypotheek betreft. De Bank kan deze ook zonder
medewerking van den schuldenaar ingeschreven krijgen, zij
het dan ook na rechterlijke tusschenkomst. Hypotheek is
daarom afzonderlijk genoemd. Natuurlijk geldt de verplichting
tot verleening van hypotheek alleen wanneer de schuldenaar
onroerend goed bezit.
Er is over gedacht om deze bepaling, evenals Nr. 6, ook
van toepassing te doen zijn op de borgen, maar daartegen
rezen nogal bezwaren.
9- Ook deze bepaling is nieuw. Zij spreekt overigens voor
zich zelf.
10. Deze bepaling heeft tengevolge, dat het formulier ook
voor twee of meer schuldenaren kan worden gebezigd. De
artikelen, waarvan zij afstand doen, zijn artikelen, die hen in
bepaalde gevallen van hun hoofdelijke verplichting ontstaan.
11Deze bepaling is opgenomen om aan de borgen ook
eenig recht te geven. Men schijnt er wel eens aan te twijfelen,
of de borgen het hier bedoelde recht hebben. O.i. geheel ten
onrechte, maar het is natuurlijk gewenscht om die twijfel uit
te sluiten.
12. In deze bepaling wordt een regeling getroffen van de
kwestie wat met de schuldbekentenis moet gebeuren, nadat
de schuld voldaan is. Ook volgens het oude formulier blijft
de schuldbekentenis het eigendom der Bank. Dit verhinderde
echter niet, dat het telkens gebeurde, dat schuldenaar en
borgen de akte of hun handteekeningen opvroegen. Dit is ook
wel eenigszins begrijpelijk, want het geeft vooral borgen geen