ALGEMEENE VERGADERING DER GROND- KAPITAALBANK. 2 DE RAIFFEISE N-B ODE de Ringbesturen zich wenden tot de voorzitters van de Ringen van notarissen. De afgevaardigde van den Ring de Graafschap verklaart, dat deze Ring zich bij het voorstel aansluit. Van den raad, dat de Ringbesturen de zaak ter hand nemen, verwacht hij weinig succes. De actie moet uitgaan van de geheele or ganisatie. De afgevaardigde van de Boerenleenbank Andijk kan met dien raad ook geen genoegen nemen. Hij acht het onzen plicht om in dezen tijd voor onze land- en tuinbouwers alles te doen wat mogelijk is om de door hen te betalen kosten zoo laag mogelijk te doen zijn. De voorzitter van het bestuur wijst op de moeilijkheid van het vraagstuk. Hij maakt melding van de pogingen, reeds door het bestuur gedaan, om verlaging te verkrijgen. De gedachte, om de actie te laten uitgaan van de ringbesturen, is niet afkomstig van het bestuur, doch van een lid van de centrale ringvergadering, tevens notaris, en door het be stuur overgenomen, omdat het ook geen andere mogelijkheid zag. Het voorstel van den Ring Hoogkarspel, dat de nota- riëele werkzaamheden voor zooveel mogelijk door de Cen trale Bank zouden worden gericht, als de tarieven niet worden verlaagd, is onuitvoerbaar, daar hiervoor een te groot per soneel noodig zou zijn. Wat hypotheken betreft, welke worden gevestigd tot dekking voor een bestaande schuld, heeft het bestuur een zekere verlaging kunnen bewerkstelligen. De voorzitter merkt op, dat het voorstel van den Ring Hoogkarspel waarschijnlijk niet tot resultaat zou leiden, en dat de weg, door het bestuur aanbevolen, zonder twijfel korter is. Daarom is het volgens hem het beste om eerst dien weg te gaanvoert deze niet tot het gewenschte resultaat, dan zou altijd nog kunnen worden gehandeld overeen komstig het voorstel van den Ring Hoogkarspel. In verband met de groote bezwaren, hieraan verbonden, beveelt hij der halve aan dit vooralsnog niet aan te nemen. De voorzitter van het bestuur merkt nog op, dat het prac- tisch niet mogelijk zal zijn om b.v. veilingen vanuit Utrecht te leidendergelijke werkzaamheden moeten plaatselijk worden verricht. De voorzitter houdt vervolgens een proefstemming omtrent het voorstel Hoogkarspel, waaruit blijkt, dat dit voorstel geen steun vindt. Daarna wordt het prae-advies bij proef stemming met groote meerderheid aangenomen. De voorzitter doet thans de pauze intreden. Uitslag der verkiezingen. Na afloop der pauze maakt de voorzitter den uitslag der verkiezingen bekend. In de vacature in het bestuur, ontstaan door de periodieke aftreding van den heer Baron van Itter- surn is deze herkozen met 468 van de 472 uitgebrachte geldige stemmen. In de vacature's in den raad van toezicht, ontstaan door periodieke aftreding van de heeren Eriks, Dr. Bierema en Lindenbergh, zijn deze herkozen met groote meer derheid van stemmen. Als plaatsvervangende bestuursleden werden herkozen de heeren van Beuningen en Eriks. De voorzitter wenscht de gekozenen met hun herkiezing- geluk. Hij wenscht in het bijzonder den voorzitter van het bestuur toe, dat hij ondanks het klimmen der jaren nog lang zijn functie zal mogen vervullen, in het belang der Centrale Bank en onzer geheele organisatie. De heer van Ittersum be tuigt voor deze woorden zijn dank. Alle gekozenen verklaren hun herbenoeming te aanvaarden. De heer Baron van Dorth tot Medler, lid van het bestuur, houdt een korte toespraak om zijn dank te betuigen voor het vertrouwen, hem blijkens zijn benoeming tot bestuurslid door de vergadering geschonken. Rondvraag. De voorzitter maakt melding van een circulaire, die eenige vooraanstaande boeren en tuinders uit de omstreken van Leiden hebben gericht tot de plaatselijke banken, welke cir culaire de strekking heeft, dat ter tegemoetkoming in den slechten toestand van land- en tuinbouw de rente zal worden verlaagd. Naar aanleiding hiervan is een schrijven ingekomen van den Ring Joure, dat echter geen bepaald voorstel bevat. De voorzitter stelt dus voor dit schrijven voor kennisgeving aan te nemen, waarmede de vergadering haar instemming- betuigt. De afgevaardigde van den Ring Arnhem brengt ter sprake de circulaire van de Centrale Bank betreffende de uitbetalin gen van de Crisis-centrale's. Hij is van meening, dat hierbij onvoldoende is gedacht aan de kassiers, wier werkzaamheden hierdoor sterk worden vermeerderd. Hij wenscht, dat de kas siers een gratificatie hiervoor zullen ontvangen. Dit zou dan kunnen geschieden in dezen vorm, dat het bestuur der Centrale Bank aan de plaatselijke besturen adviseert om hun kassiers een zeker percentage van het bedrag der uitbetalingen uit te keeren. De voorzitter is het met den afgevaardigde eens en stelt aan de vergadering voor om door applaus te kennen te geven dat ook zij het met hem eens is (applaus). De voorzitter van het bestuur acht het bezwaarlijk om aan alle plaatselijke banken een advies in boven bedoelden zin te geven. De omstandigheden zijn bij de eene bank heel anders dan bij de andere. De voorzitter van het bestuur wil daarom alleen toezeggen, dat het bestuur de zaak nog eens zal bezien en daarbij de belangen der kassiers in het oog zal houden. De afgevaardigde van de Boerenleenbank Zwijndrecht stelt de vraag, hoever men kan gaan met het betrachten van soepel heid en wanneer men moet ingrijpen. Zijn ervaringen met het betrachten van soepelheid zijn niet bijzonder gunstig; het leidt er wel eens toe, dat men te laat komt, wanneer men ten slotte overgaat tot ingrijpen. Als middel om spoediger te be merken hoe het met de schuldenaren staat, geeft hij den raad om twee maal per jaar rente en aflossing te laten betalen. Voorts adviseert hij om zwakke debiteuren maandelijksche betalingen te laten verrichtenanders betalen zij het geld, dat zij hebben, aan anderen. In de derde plaats beveelt hij' ge regelde controle van de uitstaande posten aan. Ten slotte vraagt hij hoe het thans met het Kapitaal voor Bijzondere Doeleinden staat. Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering met dank aan de aan wezigen voor de wijze, waarop zij aan deze vergadering heb ben deelgenomen. Op Dinsdag 5 Juni 1934 werd in het Jaarbeursgebouw te Utrecht de zesde algemeene vergadering der Coöp. Grond- Kapitaalbank voor de Landbouw (U.A.) gehouden. De voorzitter van den Raad van Toezicht, de Heer G. W. Stroink, leidde deze vergadering. Opening. Even na twee uur opent de Voorzitter de vergadering en heet alle aanwezigen hartelijk welkom. Vervolgens brengt de Voorzitter een zeer droevig moment m herinnering, het overlijden van Mr. O. Gezelle Meerburg. Een ideaal van den Heer Meerburg was de Grondkapitaal- bank groot te maken. Zelfs is het idee der oprichting bij hem gerijpt. Steeds heeft hij met hart en ziel zich van zijn taak gekweten. De Voorzitter meent de tolk van allen te zijn, wan neer hij een woord van oprechten dank uitspreekt voor al het geen door Mr. Meerburg voor de Vereeniging werd verricht. Zijn nagedachtenis zal blijven voortduren. Daarna zegt de Voorzitter kort te kunnen zijn. Het is hier met de plaats uit te weiden over den druk der tijden al is deze de oorzaak geweest van de geringe ontwikkeling der ereemgmg in de laatste jaren. De aflossingen en rente betalingen geschiedden echter regelmatig. De toestand onzer instelling kan gelukkig bevredigend worden genoemd waar voor dank aan Bestuur en Directeur.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1934 | | pagina 2