4 lA°/o 95 Vs 100 DE RAIFFEISEN-BODE. De aangesloten banken (voor 98% zuivere credietcoöpe- ratie's) zijn verspreid over alle vier de taalgebieden en om vatten vrijwel het totaal der landelijke leenbanken. Terwijl de balansen der overige groepen van finantieele instellingen meerendeels öf stabiel zijn gebleven óf achteruit gegaan zijn, kunnen de Raiffeisenbanken een vermeerdering boeken van 5% (of 16 millioen frs) op 450,7 millioen frs. Het vorige jaar bedroeg de toename 9% of 26,8 mill. frs. De toename over 1933 bestaat hoofdzakelijk uit rentetoe name en overheveling van kapitalen van andere banken. De locale banken, die uitsluitend met de Centrale Bank in geldverkeer staan, zoowel als de Centrale zelf, zijn geheel on- afhankeijk van den Staat als van de andere banken en waren in staat hun liquiditeit uit eigen middelen te handhaven. De spaargelden, verdeeld over 162.246 rekeningen en be dragende 171,4 millioen frs. namen toe met 12,3 millioen frs. of met 7,7% van het bedrag van het vorige jaar. De totale omzet ad 642,2 millioen frs. is vrijwel gelijk aan die over 1932. De totale winst van alle banken ad frs. 906.854 (vorig jaar frs. 886.357) deed de gezamenlijke reserves stijgen tot 10,2 millioen frs. Het getal der individueele leden is over 1933 gestegen met 2207 en bedraagt thans 53,593. Voor I93o/'33 bedroeg de toename van het totale balans- cijfer van de gezamenlijke banken 73 millioen frs of 27%. Ten aanzien van de liquiditeit valt een lichte verbetering te constateeren. Aan het eind van 1933 hadden 356 banken een tegoed bij en 235 een schuld aan de Centrale Bank. Het totale tegoed in gewone loopende rekening en op ter mijn is toegenomen met 0,4 millioen frs en bedraagt thans 26,2 millioen frs, terwijl anderzijds de voorschotten in reke ning-courant met 1,3 millioen frs. gedaald zijn tot 9.9 mil lioen frs. De Centrale Bank had op 31 December een balanstotaal van 39,5 millioen frs en bereikte een omzet van 373,4 mil lioen frs. Op het gestorte deel van het aandeelenkapitaal (2,1 mil lioen frs) werd, evenals tot dusver, het statutaire rente maximum van 5% uitgekeerd. De reserve der Centrale Bank steeg met 80.000 frs tot 760.00 frs. Voor zooveel de toevertrouwde gelden niet zijn uitgelee aan de aangesloten banken (waarvan men de hoofdelijke a; sprakelijkheid der leden kent) werden ze belegd in prii beleggingsfondsen of bij soliede banken gedeponeerd. 454 der aangesloten banken of 77% van het aantal op I einde van het jaar, zijn onverwacht gecontroleerd door centrale controledienst. De Zwitsersche Raiffeisenbanken, zoowel als hare C trale, zijn het jaar 1933 in gezonde, gevestigde positie 1 getreden. Het aan het Raiffeisen-wezen inhaerente sociale strei mag zich in een steeds stijgende sympathie verheugen, terv het saamhoorigheidsgevoel der plattelandsbevolking zichtb; toeneemt. Door de beproefde Raiffeisen-beginselen onwankelb: hoog te houden hopen banken en Centrale ook de toekomst moeilijkheden glansrijk te overwinnen. St. Gallen, ultimo April 1934. GELD- EN EFFECTENMARKT gedurende de maand Mei 1934. De Amsterdamsche Effectenbeurs was ook gedurende de ma-i Mei buitengewoon stil. Aanvankelijk bracht de aangekondi| restrictie-maatregelen voor Rubber-Cultuur Mijen nog eenige levirig in de aandeelenmarkt, dooh medio Mei moesten de berei avances reeds voor een groot deel worden prijsgegeven. Ook de obligatie-markt was stil, hoewel de koersen van de solif beleggings-objecten, vooral van de obl. Nederland en Indië, 1 steeds prijshoudend waren. De koersen waren: I Mei 15 Mei 28 Mei Londen Berlijn N ew-York Parijs Brussel (Belga) 7-51 58 05 146.50 9 73'/1 34 49 7óis/4 58 25 147.25 9-73 34 45 7-49'/2 57 60 147 25 9 73 34 45 1 Mei 15 Mei 28 Mei 4 Nederland 1931 100 ioi'/4 IOI5/i« 4 Nederland 1933 ie 100 1011 /4 IOl'/4 4 Nederland 1934 101 y4 IOC/a G.L. 5 Nederl.-Indië 1915 100'/, IOO"/,6 i°°7/i« 5 Nedërl.-Indië 1916 100 100»/,, 100 4/2% Nederl.-Indië 1926 98 G.B. 100 G.B. 100 v„ G.B. Nederl.-Indië 1931 98 100 G.B. I0°3/16 G.B. 4 Nederl.-Indië 1934 98'/,, 99'/» 99 4 Amsterdam 1930 937/s 98 V.K. 95 4^2 Amsterdam 1930 985/s 98j/4 V.K. 5 Amsterdam 1933 101 I0l'/4 101s/. 4 Den Haag 1931 99 100 IO°7/i. N 4/2% Den Haag 1929 101 IOl'/4 101 V.K 4 Rotterdam 1931 91 93 947, 98 4/2% Rotterdam 1926/1930 95 97'1, G.B 4 Grondkapitaalbank 97 B 97 B 97 B 4/2% Grondkapitaalbank 100 B 100 B IOO B 5 Grondkapitaalbank 101 B 101 B 101 B 4 Staatsspoor 1931 96 V.K. 9 7*U G.B. 98V4 V.K. 4p2 °/o Staatsspoor 1926 100 I0l'/4 G.L. 100 s/4 V.K. 4 Holl. Spoor 1931 96 V.K. 96 V.K. 98 7/g 4/2% Holl. Spoor 1926 I00l3/le G.B. 100 6/„ V.K. IOI7l6 4/2% Friesch-Gron. Hyp. Bank ioo'/j V.K. 101 ioi'/4 4/2% Utrechtsche Hyp. Bank 101 101 101 4/2% Insulaire Hyp. Bank N 0 00 O 00 100 100'/, 4/2% Overijselsche Hyp. Bank L 93 G.B. 93s/4 -

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1934 | | pagina 4