68 DE RAIFFEI SEN-BODE. overbodige en lastige formaliteit, en de Banken, die zich met het incasseeren van wissels bezig houden, wenschen dan ook hiervan ontslagen te worden. Wanneer zij wissels ter incasso nemen (hetgeen geschiedt door endossement), doen zij dit op voorwaarde, dat de endossant hen vrijwaart voor alle aan spraken, die de trekker tegen hen mocht hebben uit hoofde van het feit, dat hem geen kennis is gegeven van de niet-acceptatie of de niet-betaling. Wanneer de Centrale Bank dus een wissel endosseert aan één harer Amsterdamsche correspondenten (ter incasso), en deze wissel wordt niet betaald, dan zendt die correspondent hiervan bericht aan de Centrale Bank, maar niet aan den trekker. Als deze dan den correspondent aanspreekt voor ver goeding van schade, die hij daardoor heeft geleden, is de Centrale Bank verplicht om den correspondent te vrijwaren. De Centrale Bank moet natuurlijk op haar beurt zich dekken voor dit risico, dat op haar is gelegd. Zij zal derhalve aan de Boerenleenbanken, die wissels aan haar endosseeren ter in casso, een verklaring moeten vragen, waarbij de Boerenleen bank haar vrijwaart voor alle aanspraken, die latere houders tegen haar mochten kunnen doen gelden, omdat zij deze heeft gevrijwaard voor aanspraken wegens niet-mededeeling aan den trekker van niet-acceptatie of niet-betaling. Hiermede is het risico geschoven op de schouders der Boerenleenbanken. Ook deze zullen zich op haar beurt ervan moeten ontlasten. Zij kunnen dit doen door de trekkers der wissels een verklaring te laten teekenen, dat zij van de ver plichte kennisgeving (door latere houders) van niet-acceptatie of niet-betaling afstand doen. Het nieuwe Wisselrecht bevat voorts de bepaling, dat de zoogenaamde zonder-kosten-clausule (waarmede men wil zeggen, dat de wissel niet behoeft te worden geprotesteerd) onderteekend moet zijn. Volgens de oude wet was dit niet het geval, en men placht „zonder kosten" gewoon op den wissel te stempelen, zonder onderteekening. Daar de trekkers van wissels dikwijls niet bedoelen, dat hun wissels worden geprotesteerd, ook al zetten zij niet formeel de zonder-kosten-clausule erop, hebben de commercieele bank instellingen vastgesteld, dat zij alle wissels als zonder-kosten- wissels zullen beschouwen, tenzij r. de wissel is geaccepteerd; 2. uit den wissel zelf blijkt, dat protest verlangd wordt; 3. een uitdrukkelijke instructie tot protesteeren gegeven wordt. Een geaccepteerde wissel wordt dus als regel wegens niet- betaling geprotesteerduitzonderingwanneer er een behoor lijk onderteekende zonder-kosten-clausule op staat. Een niet-geaccepteerde wissel wordt als regel niet gepro testeerd uitzonderingwanneer hetzij uit den wissel, hetzij uit een afzonderlijke instructie blijkt, dat protest wordt ver langd. De Banken behouden zich voorts het recht voor om voor de betaling van wissels, die volgens bovenstaande regeling niet geprotesteerd behoeven te worden, het gebruikelijke of overeengekomen uitstel toe te staan, zonder dat zij hiervan aan de endossanten kennis behoeven te geven (zulks eventueel in afwijking van de wettelijke bepalingen). Deze regeling ten aanzien van protest en uitstel behoeft uit den aard der zaak de goedkeuring van de betrokkenen. De Centrale Bank moet een daartoe strekkende verklaring af geven aan de Banken, waaraan zij wissels ter incasso endos seert op haar beurt zal zij zich moeten dekken door een over eenkomstige verklaring van de Boerenleenbanken, van wie zij de wissels ontvangt; deze tenslotte zullen de regeling moeten laten goedkeuren door de trekkers. Het bovenstaande geldt alleen voor wissels, in Nederland betaalbaar. Voor wissels, die op het buitenland zijn getrokken, blijven gelden de algemeene voorwaarden, die daarvoor reeds vroeger zijn vastgesteld. Wij zullen aan de Boerenleenbanken, die ons wissels zen den, een circulaire omtrent een en ander doen toekomen hierbij zal zich dan ook bevinden een model van een circulai die zij tot haar cliënten, die haar wissels endosseeren, kurn richten, met een model-accoordbevinding, die door deze clii ten moet worden geteekend. LANDBOUWCREDIET IN DE VEREENIGDE STATE Voor hem, die zijn arbeidskracht geheel of gedeeltel wijdt aan de Coöperatie, is het altijd verheugend om te z, dat ook in andere landen de coöperatie wordt beschouwd een der middelen om den economischen toestand der betri ken coöperatoren te verbeteren. Het zal onze lezers dus on twijfeld belang inboezemen, dat nu ook het groote land de overzijde van den Atlantischen Oceaan, dat tot nog weinig behoefte aan coöperatie scheen te hebben, de coöpera heeft aangegrepen als een der middelen om de crisis te strijden. Dat het eerst nu daartoe komt, is niet zoo verwi derlijk. De geest in de Vereenigde Staten was altijd sterk dividualistisch. In goede tijden had men ook weinig behoe aan samenwerking. Coöperatie is dikwijls „een kind van t nood". Zoo is het blijkbaar ook in Amerika. Nu de nood den man komt, wendt men zich tot de coöperatie. In 1933 kwam tot stand een wet op het landbouwcred Op grond hiervan werd een organisatie van coöperatieve b. ken gesticht. In Washington (de hoofdstad) is een Cent- Bank gevestigd. Hieronder komen twaalf districtsbank waarvan drie reeds met haar werkzaamheden begonnen z: Daaronder komen dan weer de locale banken, waarvan er het oogenblik een groote honderd zijn. De Centrale Bank en de districtsbanken geven credit- aan landbouwcoöperaties. Neemt een coöperatie crediet, moet zij voor elke 2000 dollar een aandeel van 100 dol nemen. Na aflossing van het crediet worden de aandeelen d< de bank terug genomen. De winst komt ten goede aan crediet genietende coöperaties; daarentegen zijn zij ook a sprakelijk voor verliezen, doch tot niet verder dan de in h bezit zijnde aandeelen. In Amerika geschiedt tegenwoordig niets zonder rep ringshulp. Het spreekt dus vanzelf, dat de regeering ook de oprichting van deze banken hulp verleent. En op e Amerikaansche schaal ookaan de Centrale Bank heeft kapitaal verschaft tot een bedrag van 50 millioen dollar, iedere districtsbank krijgt nog eens 5 millioen dollar. Naar onze begrippen wordt de coöperatie zoodoende wat al te sterk bevorderd. Zij wordt daardoor te zeer kunstmatig produet, en zal dus niet zoo krachtig en gez zijn als de coöperatie, die op eigen kracht en door eigen 1 dienste is gegroeid. Maar misschien kan op zulk een groei, die uit den a der zaak'veel tijd in beslag neemt, thans niet gewacht wor in Amerika. GELD- EN EFFECTENMARKT GEDURENDE JANUARI 1934. Het Nieuwe Jaar zette wederom in met een zeer ru geldmarkt. Particulier disconto V», prolongatie 1%. Op wisselmarkt nog steeds onzekere toestanden tengevolge de schommelingen en plannen van en met den dollar. Por liepen terug. De noteeringen waren te Amsterdam voor i Jan. 15 Jan. 26 Jan Londen 8 08 7-99 7 77 Berlijn 59 30 59 58 75 New-York 155.25 1 5 5 5o 156 Parijs 9 74 9.76 9 77 Brussel (Belga) 34-55 34 60 34 66

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1934 | | pagina 4