No. 7
JANUARI 1934
Negentiende Jaargang
DE RAIFFEISEN-BODE
Verschijnt den eersten van
iedere maand.
Abonnement 0.50 per jaar.
Losse nummers 10 cent,
franco per post.
OFFICIEEL ORGAAN VAN DE
COÖPERATIEVE CENTRALE RAIFFEISEN -BANK
TE UTRECHT
Redactie en Administratie
KR. NIEUWE GRACHT 29
UTRECHT
Tel. Inter. 15867
INHOUD a. M c d e d c e 1 i n g. Vergissing in het Hand-
loekje. - b. Redactioneel gedeelte, iNieuw-
faarswensch. 2. De werkzaamheden bij de Centrale Bank,
pieer speciaal die van de z.g.n. bankafdeeling. 3. Geld- en
Effectenmarkt. c. Uitonze Boerenleenbanken:
1. Jubileum van de Coöp. Boerenleenbank te Lekkerkerk en
van haar directeur. 2. Te veel van het goede, ingezonden
door F. de Jong, kassier Lexmond. 3. Dankbetuiging.
d. A d v e r t e n t i n.
MEDEDEELING.
VERGISSING IN HET HANDBOEKJE.
In den nieuwen druk van het Handboekje komt onderaan
340 een leelijke vergissing voor. Daar staat, dat bijschrij
ving van debet-rente (boven 10.in het loopend-reke-
ling-boekje moet voorzien zijn van 10 ets. zegel, en dat
dj schrijving van credit-rcnte zcc/elvrij is. In werkelijkheid is
iet juist andersom. Bijschrijving van credit-rcnte is zegel-
wlichtig, bijschrijving van debet-rente is zegelvrij.
k Ter voorkoming van zegel-overtredingen versuime men
liet om liet Handboekje in dit opzicht even te verbeteren!
REDACTIONEEL GEDEELTE.
NIEUW JAARSWENSCH.
Ziedaar het jaar 1934 door ons ingetreden!
Ik meen, dat het ditmaal op mijn weg ligt om bij de
^intrede van dit jaar zelf de pen op te nemen en aan de
lezers van onze ,,Raiffeisen-Bode" en allen, die zoowel
11 hoogere als lagere rangen aan onze Organisatie zijn
erbonden, een gelukkig en voorspoedig nieuwjaar toe
e wenschen en daarbij mijne waardeering en dank uit
e spreken voor al hetgeen in het afgeloopen jaar door
ren in het belang onzer zoo groote Organisatie gepres
seerd is.
Een enkele speciale dankbetuiging wil ik hieraan toe
voegen voor de Kassiers der Boerenleenbanken vanwege
le groote uitbreiding hunner werkzaamheden, die zij
zich hebben getroost inzake de distributie der gelden
door de Regeering tot steun verleend aan veehouders
sn landbouwers.
Waarom, zoo zal men nu wellicht vragen, meendet gij
Jat het ditmaal op Uwen weg ligt zelf de pen op te
lemen 0111 ons een nieuwjaarsgroet te brengen?
Mijn antwoord daarop is, dat ik mij gedrongen gevoel
sis oudste der bestuursleden, wiens 25-jarig bestuurs
lidmaatschap in het afgeloopen jaar op eene zoo harte
lijke en voor mij onvergetelijke wijze werd herdacht,
een korten terugblik te geven op wat ons in dit achter
ons liggende jaar wedervoer.
Wij traden 1933 met gedrukte stemming in vanwege
de vooral door de houding inzake de in- en uitvoer-
tarieven der landen om ons heen bestaande tuin- en
landbouwcrisis in ons land. E11 die toestand is ook thans
nog alles behalve zooals wij dien zouden wenschen.
Dank zij intusschen de steunmaatregelen door de
Regeering 111 het leven geroepen en de opofferingen,
die ook de grondeigenaren (ik durf zeggen terecht reeds
vrij algemeen uit eigen beweging) hebben begrepen zich
te moeten getroosten, is er in zooverre zij het dan
ook eenigszins kunstmatig een toestand in het leven
geroepen, dat in den landbouw (de tuinbouw is helaas
nog zwaar getroffen!) het bedrijf althans weer eenigs
zins bestaanbaar is.
Gaan wij dus iet of wat geruster het nieuwe jaar in,
zoo koester ik bovendien de hoop, dat wij wat betreft
den geheelen economischen internationalen toestand het
ergste gehad hebben en zij het ook akelig langzaam
wij ons ten aanzien van dien toestand weer in opgaande
lijn bewegen.
En nu enkele feiten uit het afgeloopen jaar. Vingen
wij het jaar 1933 aan met een wegens het overlijden
van den Heer van Ditzhuyzen en de langdurige ziekte
van den Fleer Nengerman zeer onvolledig Bestuur,
waarin door het optreden van de Heeren Eriks en van
Beuningen als plaatsvervangende bestuursleden werd
voorzien, zoo mochten wij ons in het begin van het
nieuwe jaar verheugen over het terugkeeren tot ons van
den Heer Nengerman, dien wij zoo gaarne in ons midden,
zien, zij het ook, dat diens functie tot dien tijd door den
Heer Eriks met groote belangstelling was waargenomen.
De Heer van Beuningen, die in de vacature van Ditz
huyzen werkzaam was, bleef ons nog trouw ter zijde
staan tot de Algemeene Vergadering, toen de Heer
Baron van Dorth tot Medler als bestuurslid werd ver
kozen, waarna ons Bestuur weer voltallig werd.
Terwijl ik alsnog dank breng aan de Fleeren Eriks en
van Beuningen voor de aangename en ijverige wijze
waarop zij zoo geruimen tijd met ons werkzaam waren,
is het mij ook een aangename taak mijne oprechte waar
deering aan ons jongste bestuurslid, den Heer Baron
van Dorth tot Medler, hier te betuigen voor de sym
pathieke wijze waarop hij thans reeds meer dan een half
jaar zijne taak opvat en met ons samenwerkt.
Stemt dit alles tot dankbaarheid, zoo werden wij
echter op 30 Juli zwaar getroffen door het na vrij korte
ziekte onverwacht overlijden van onzen zoo algemeen
beminden Heer Mr. Gezelle Meerburg, die sedert onge
veer 24 jaar aan onze Bank verbonden was en met wien
de band hoe langer hoe inniger was geworden.
Als jong advocaat van ca. 30 jaar was hij bij de Bank
in dienst getreden en kwam hij aanvankelijk dagelijks
daar slechts gedurende een paar uur om ons met het
onderzoek van allerlei statuten en reglementen van
coöperatieve vereenigingen, enz., behulpzaam te zijn.
Zich steeds daar meer in werkende, werd hij bij de
voortdurende uitbreiding, die de Organisatie onderging,
eenige jaren later als rechtsgeleerd ambtenaar aangesteld